Schoolfoto van Richard.
kregen de beschikking over de voor
slaapkamer op de eerste verdieping
en de hele zolder. Op die zolder
was een kleine slaapkamer aan de
voorkant. Daar sliepen vader en
moeder. Wij sliepen op de zolder en
daar stond ook het grootste deel van
onze meubels.'
De kinderen Kollaard vermaakten
zich best in de Kaasstad, maar voor
moeder was het een regelrechte
ramp. De vrouw des huizes van het
nieuwe woonadres was geen aardig
mens, waarbij Richards moeder het
steeds moest ontgelden. De spannin
gen liepen op, vooral in de keuken.
Het inwonende gezin at te veel, ge
bruikte te veel gas, dat soort verwij
ten werden geuit. Richard: 'Moeder
trok het zich zeer aan en besloot om
de aardappelen voortaan maar op
onze kachel te koken. Zo gebeurde
het dat we in de bloedhete zomer
van 1941 de kachel moesten stoken
om te kunnen eten. En het was in de
kamer toch al heet, want hij lag op
het zuiden en had geen zonwering!
Uiteindelijk kon moeder het niet
langer volhouden en zei tegen Pa: "ik
ga terug naar Den Helder en ga er
nooit meer weg. Als ik een bom op
mijn hoofd krijg, dat zij dan zo, maar
dit verdraag ik niet langer'?
En zo verhuisde het gezin begin
mei 1942 terug naar Den Helder
waar een woning betrokken werd
in de Lombokstraat 25. 'In de eerste
nacht, dat we er sliepen ging er een
scherf van een luchtafweer granaat
door het raam van de slaapkamer
van vader en moeder, zonder ove
rigens veel schade aan te richten.
Verder zijn we gevrijwaard gebleven
van oorlogsschade.'
Doodsschrik
Zomer 1942. Je moest voor 20 uur
thuis zijn. 'Om naar (orgel)les te
kunnen kreeg ik een heuse vergun
ning, om na 20 uur op straat te
mogen lopen, uitgegeven op het
politiebureau. Als ik door de verla
ten straten liep hoopte ik altijd, dat
er controle zou komen, dan kon ik
mijn vergunning laten zien. Het is
nooit gebeurd.'
Wel werd de jonge Richard een keer
de stuipen op het lijf gejaagd. Hij
liep voor spertijd op straat toen hij
achter zich het klossen hoorde van
soldatenlaarzen. 'Ik ging rechtsaf en
zij volgden mij. Ik sloeg een stil ach-
terafstraatje in, in de veronderstelling
dat ze daar niets te zoeken hadden,
maar ze bleven me volgen. Ze haal
den me in en dreven me in een hoek.
Een van hen pakte me beet, haalde
zijn bajonet tevoorschijn en zette
die op mijn borst. Al gauw was het
spel afgelopen en ze lieten me gaan.
Ik vluchtte doodsbang naar huis,
waar ik geheel overstuur aankwam.
Achteraf was er natuurlijk niets aan
de hand. De jongens verveelden zich
vermoedelijk en vonden het leuk
om een jochie van 12 jaar de doods
schrik op het lijf te jagen.'
Schaarste
Op 6 juni 1944 kwam de invasie in
Frankrijk. Eindelijk! Een geweldige
euforie maakte zich meester van de
mensen. Nu zou het snel afgelopen
zijn. Nog een paar weken en dan
waren de moffen wel verslagen. Dat
viel dus tegen. De voedselschaarste
werd steeds groter. Bovendien wa
ren de twee studerende broers van
Richard weer komen inwonen, wat
betekende dat er extra monden te
voeden waren. Geen sinecure met
alle dagelijkse boodschappen op de
bon. Ook toen moest je het heb
ben van je contacten. Zo kon het
gezin Kollaard een twaalftal zakken
aardappelen ophalen bij tuinder
Hooimeijer, waar men eerder had
ingewoond. 'Ik besloot om ze te
gaan halen en ik leende een handkar
De Joubertstraat midden in beeld aftuigend naar de rechterzijde van de foto. Daar is
nog net nummer 1 te zien op de hoek van de Krugerstraat.
22