Onbezorgde jeugd in vooroorlogse jaren. Richard Kollaard (geheel rechts) met vader, moeder, broers en een logé. vege lijf te redden door bijtijds in een schuttersputje te duiken. En toen kwam de nacht van verschrik king: het bombardement van 24 op 25 juni 1940. 'Het speelde zich af in golven, de bommen vielen kris kras door de stad. We gingen onder de trap zitten, volgens de luchtbe schermingsautoriteiten de veiligste plek in huis. Volgens Korthals Altes in zijn boek 'Luchtgevaar' duurde het bombardement vier uur en dat klopt wel met mijn herinnering. Het meest beangstigende was dat het vliegtuig (of de vliegtuigen) steeds een poosje boven de stad vlogen en dan een bom lieten vallen. Er zat geen systeem in en het is moeilijk te beschrijven in wat voor spanning je leeft, als je er vast van overtuigd bent, dat de volgende bom onher roepelijk jou zal treffen. Iedere keer dat gierende geluid, gevolgd door de inslag, soms dichtbij, soms ver weg. Op een gegeven moment viel er een bom dicht bij ons huis. De pannen op het dak rammelden en de ruiten rinkelden. Ons laatste uur had ge slagen. Toen zei mijn oudste broer Ed: "zullen we afscheid nemen van elkaar". We omhelsden elkaar in de vaste overtuiging, dat het einde na bij was. Maar toen begon het buiten langzamerhand lichter te worden. Het geweld verwijderde zich en hield op, ons in grote verwarring achterlatend.' Vluchten Uit angst voor een nieuwe aanval ontvluchtten velen Den Helder. Zo ook moeder Kollaard en haar drie zoons. Lopend bereikten ze Groote Keeten. Maar de volgende dag al keerden ze terug naar Den Helder, om van daar de trein naar Enkhui zen te nemen. Hier verbleven ze drie weken bij familie. Vader Kol- laard bleef voor zijn werk achter in Den Helder. Ingrijpende gebeur tenissen derhalve, zeker voor een kind. Richard had nog het meeste verdriet over een perenboompje en twee appelboompjes in de tuin. Die had hij zelf gekweekt uit een pit. 'Ik heb er bij staan huilen omdat ik ze moest achterlaten.' Na Enkhuizen werd onderdak ge vonden bij de tuindersfamilie Hooi- meijer in Breezand. 'We kregen er de salon om te wonen en een deel van de zolder om te slapen. Het was zomer en we vermaakten ons gewel dig op de tuinderij. De tuinder had drie dochters, iets jonger dan wij. Daar speelden we mee. Ze hadden ook een schommel! Heerlijk!' Terug naar Den Helder De inwoning was geen succes. Je woonde bovenop elkaar en je moest door elkaars kamer om je eigen plek te bereiken. Bovendien reisde het gezin elke dag voor school en vaders werk naar Den Helder op en neer. Uiteindelijk werd besloten om ondanks het gevaar toch maar weer naar Den Helder te gaan. 'We gingen wonen op Joubertstraat 4, schuin tegenover ons "oude" huis. Het was iets moderner en iets beter geoutilleerd dan het oude. Voor de veiligheid werden de ramen voor zien van luiken, die overdag weg gehaald konden worden. Dat gaf in ieder geval enige bescherming tegen glasschade.' De bommen bleven vallen. 'Maar bij ieder luchtalarm was het toch: uit bed en aankleden. De schrik zat er nog goed in. Deze situatie was ei genlijk onhoudbaar en daarom werd het volgende bedacht: we gingen 's nachts slapen bij kennissen, die ge- evacueerd waren naar een boerderij in Anna Paulowna. Ze woonden daar in zo'n grote Noord-Hollandse stolpboerderij en er konden in de schuur nog gemakkelijk vijf bedden bij. Heen en terug naar Den Helder ging weer per trein of fiets. We aten in Den Helder en gingen pas daarna op stap. Ik kan me nog goed herin neren, dat moeder en ik 's avonds uit de trein naar de boerderij liepen. Dat was een goed half uur lopen. Het was pikdonker: en er was geen straatverlichting meer. Het was herfst en soms hoorde je de storm loeien in de bomen rond de boerde rijen. Een luguber geluid.' Naar Alkmaar Toch was ook deze oplossing niet erg geslaagd en vader Kollaard ging op zoek naar weer een nieuw adres. Het werd Alkmaar, waarheen het gezin op 6 januari 1941 verhuisde. De Kollaards trokken in bij een ou der echtpaar met twee inwonende volwassen kinderen. Richard: 'Wij 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 21