Vader Rejhons moest dienen in het Duitse leger 'Ik heb zoveel verdriet gezien, daar wil ik niet over praten' Verteld door Gemma Bod-Rejhons aan Wout Smit 'Mijn vader, Anton Rejhons, is in 1909 geboren in Wenen. Hij kwam uit een gezin van acht kinderen, Zijn vader, Franz Rejhons, was kunstenaar. In 1918 werd hij afge voerd naar Rusland. Zijn moeder, Catharina Kopp, was kokkin. Zij overleed in 1919. Daardoor raakte het gezin ouderloos. Het Rode Kruis ontfermde zich over de kin deren. Mijn vader en zijn broer Karl werden in 1920 op transport gezet naar Nederland. 'Zij kwamen in gezelschap van een groot aantal andere kinderen, veelal ondervoed en sterk verzwakt. Een van hen was Miep Gies. Zij zou later bekend worden door haar hulp aan de familie Frank in het Achterhuis. De situatie in Oostenrijk was el lendig. Het land was één van de verliezers van de oorlog en had veel grondgebied verloren aan buurlan den. Nederlandse hulporganisaties regelden het verblijf voor de Oosten rijkse kinderen. Het eerste transport telde 600 kinderen van 6 tot 14 jaar. 'Mijn vader werd opgevangen door het kinderloze echtpaar Hendrikse aan de Middenstraat in oud Den Helder. Dat had zich al ontfermd over een Hongaarse jongen, Cseh Ferencz, en een oudere weesjongen Jan Elzas. Opa Willem, tuinder, en tante Katrien, zoals wij hen noemden, boden de pleegkinderen een warm tehuis. De opvang was bedoeld voor tijdelijk, maar toen Anton in 1921 bericht kreeg dat ook zijn eigen vader in Rusland was overleden, is hij bij hen gebleven. Hij was hier heel gelukkig. Zijn broer Karl is wel teruggekeerd naar Wenen. 'Hoewel Anton al 11 jaar was, doorliep hij in Den Helder nog twee klassen van de lagere school, waarschijnlijk vanwege de taal. de Goei gevestigd was, is thans een nieuwe eigenaar gekomen en wel de heer A. Rejhons, die dezelfde bran che hoopt te gaan voortzetten. Het De moeder van Anton Rejhons. is het plan van den heer Rejhons een beter merk sigaren te gaan leve ren tegen een billijken prijs, iets wat iedere rookgrage Jutter op hoogen prijs zal weten te stellen. Behalve sigaren verkoopt men uit den aard der zaak ook alle andere rookmate- riaal. Vermelden wij tenslotte nog, dat de nieuwe interieur-beschil dering van de hand van den heer Sennhenn is', zo besluit de krant. 'De zaak was bij wijze van spreken 24 uur per dag open. Veel mensen die naar de werf moesten, gingen via de Loodsgracht en de Kanaal- weg. 't Was erg druk. Zondags was de winkel ook open, voor de kerkgangers. Dat mocht wel niet, maar het gebeurde toch. De winkel was de enige doorgang, waardoor wij naar binnen konden, naar het woongedeelte, dus de deur ging nooit op slot. Vervolgens mocht hij naar de mulo, waar hij zich een intelligente leerling toonde. Hij had een talenknobbel. Bij Kousbroek aan de Loodsgracht De vader van Anton Rejhons. tegenover de Mosterdbrug haalde hij zijn middenstandsdiploma. Ber- tus van Koningsbruggen, die een expeditiebedrijf had, bleek alle ver trouwen te hebben in zijn capacitei ten en nam hem in dienst als boek houder. Daar leerde hij Elisabeth Koks kennen, een nichtje van zijn baas. Zij werkte bij de Ster, een tex tielzaak, aan de Spoorstraat. Op 2 mei 1934 trouwden ze, in de Petrus en Pauluskerk. Ze kregen zes kinde ren, drie meisjes en drie jongens. Eigen zaak 'Na de geboorte van mijn tweede zus begon hij, waarschijnlijk met fi nanciële steun van zijn pleegouders, een eigen zaak. Op 30 december 1936 schreef de Heldersche Cou rant: 'In het pand Loodsgracht No. 1 waar, zooals men weet, reeds sedert jaren de te goeder naam en faam be kendstaande sigarenzaak der firma 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2015 | | pagina 13