zestig werd hij benaderd door de
redactie van de Heldersche Courant
voor een interview over de muite
rij. Hij wilde graag op dat verzoek
ingaan, maar voelde zich verplicht de
Marineleiding te vragen wat zij ervan
vond. Het antwoord van de Com
mandant Zeemacht, viceadmiraal
A.N. baron de Vos van Steenwijk,
als jong officier indertijd één van de
direct betrokkenen aan boord van
"De Zeven Provinciën", was dat deze
het niet opportuun achtte. Het ging
dus niet door. Pas in 1973 kon hij
zijn verhaal kwijt aan J.C.H. Blom
die werkte aan een dissertatie over de
muiterij op De Zeven Provinciën.'
Korting op salarissen
Wegens een korting op de salarissen
breekt op 4 februari 1933 tijdens een
reis rond Sumatra muiterij uit op "De
Zeven Provinciën". De muiters sto
men met het opleidingsschip op naar
Soerabaja. De Commandant Zee
macht in Nederland-Indië, viceadmi
raal J.P. Osten, besluit in overleg met
gouverneur-generaal jhr. mr. B.C. de
Jonge het schip aan te vallen voordat
het de Straat van Soenda binnenvaart.
Behalve een kruiser, torpedobootja-
gers en onderzeeboten worden daarbij
ook D-vliegboten (Dornier Wal) en
T-bommenwerpers (Fokker) ingezet
(het Java-eskader).
De commandant van het vliegkamp
Oosthaven, luitenant-ter-zee le klas
C.J. baron van Asbeck, heeft de lei
ding over de vliegtuiggroepen. Op 9
februari bespreekt hij het aanvalsplan
met de vliegtuigcommandanten.
Besloten wordt eerst een waarschu-
wingsbom te gooien. Vlieger L.A.H.
Rombeek krijgt deze taak toegewezen.
Het toeval wil dat de man die uitein
delijk de bom gooit, vlieger Coppers,
niet bij de bespreking aanwezig is.
De volgende ochtend wordt hij ter
loops bijgepraat. Tijdens het scheren
door zijn kamergenoot Rombeek en
vervolgens door commandant Van
Prooijen.
Voordat ze vertrekken horen ze dat
"De Zeven Provinciën" tot 'vijand'
is verklaard. Het eskader gaat de
lucht in, echter zonder vlieger
Rombeek, de man die de waar-
schuwingsbom moet werpen.
Er blijkt iets mis te zijn met zijn
vliegtuig. Hij vertrekt pas later.
Laten we voor het verloop van de
actie luisteren naar vlootvoogd
J.P. Osten. Hij licht de Volksraad
van Nederlands-Indië op 20
februari uitvoerig in. Osten: 'Om
9.18 uur, 16 minuten na de laatst
uitgezonden sommatie, wierp
de Dl 1 van een hoogte van 1200
meter één bom van 50 kg. af.
Deze enkele bom, voorafgaande
aan de eigenlijke bomaanval,
was bedoeld als een waarschu
wing en was dan ook gericht
vóór den boeg van het schip. Maar
de kans van het treffen van het schip
is daarbij allerminst uitgesloten en
inderdaad werd het schip getroffen
aan bakboord op het tentdek naast de
vóór-schoorsteen. De bom sloeg door
het tentdak heen en ontplofte boven
het opperdek. Op die plaats en in de
onmiddellijke nabijheid daarvan, op
de brug en het tentdek, bevond zich
een groot aantal leidende muiters.'
In de maanden daarna richt alle
aandacht zich op de muiters en hun
Heden overleed door een
noodlottige gebeurtenis in
Indië onze geliefde Zoon,
Broeder en Zwager,
PIETER BAKKER,
in den leeftijd van 18 jaar.
Den Helder, 10 Febr. 1933.
Gravenstraat 110.
W. BAKKER.
J. BAKKER—Bakker.
W. BAKKER.
M. BAKKER-Daalder.
T. BAKKER.
Overlijdensadvertentie in de Heldersche Courant
van zaterdag 11 februari 1933.
berechting. Dat verandert wanneer
op 28 april 1934 het Soerabajasch
Handelsblad een artikel publiceert
over 'de man, die het deed'. Hoofdre
dacteur J.G. Boon schrijft: 'Het valt te
verwonderen, dat van het ogenblik af
dat de bom op de Zeven Provinciën,
die de overgave van de muiters ten
gevolge had, gevallen was, tot heden
nauwelijks aandacht is gewijd aan dit
feit en dat zelfs de naam van den vlie
ger nooit genoemd is geworden.
.Toen de vloot tot den aanval tegen
Willem van Prooijen met zijn vrouw Cornelia Hol uit Den Helder en hun kinderen
Piet en Nettie kort voordat dochter Corrie in 1932 werd geboren.
(Foto Corrie Reinders Folmer-van Prooijen)
21