niet. Haar kamer bestond uit een
houten hokje van twee bij vier meter
met een klein raam, een bed, tafel
en stoel. "Mijn bed is fris. Maar ver
der? Verder ontbreekt mij alles."
De mannen begonnen om half zes
buiten met het werk. Om zeven uur
volgde in de gemeenschapszaal het
ontbijt met bruine boterhammen,
boter, stroop en thee. De mannen
hervatten hun werk op het land. De
vrouwen pakten het huishouden
aan of deden de was. Om tien uur
was het koffietijd en om twaalf uur
onderbrak men het werk voor de
warme maaltijd. Op 24 september
1900 aten ze erwtensoep en rijst met
bramen, zo blijkt uit de dagboekaan
tekeningen van de journaliste. Om
drie uur werd er gepauzeerd voor de
thee. Om zes uur was het tijd voor
het avondeten: brood met thee. Tot
acht uur deed iedereen waar hij zin
in had: wandelen, lezen of brieven
schrijven. Daarna werd er gezamen-
Met een van deze wagens ging kolonist De Koe groenten venten.
Nederlandse Tolstojanen werden
als buitenbeentjes beschouwd. Ze
waren geheelonthouder, vegetariër,
niet-roker en dienstweigeraar. Ze
droegen een baard en reformkle-
ding. Velen sloten een vrij huwelijk.
De journaliste Henriëtte Hendrix
van de Telegraaf logeerde een week
in de kolonie en schreef er een feuil
leton over. Erg gerieflijk was het er
De koloniegemeenschap van Walden in 1905 met op de achtergrond het koloniehuis.
Onder de bakkersgroep rechts bevindt zich Gerlof Keulen uit Den Helder.
5