Het Badhotel te Huisduinen (1929) dat moest wijken voor de hogere en bredere deltadijk. De Kanaalweg met de toenmalige NAVGIS (Navigatie Gevechts Informatie School) dat eveneens moest worden gesloopt voor de Deltawerken. er zo. In de zuidelijke delta ont stonden Zeeland en Zuid-Holland, aan de noordkant Noord-Holland, Friesland, een deel van Groningen en later de polders in de voormalige Zuiderzee, Flevoland. Aan onze kant maakten de ijstijdafzettingen het patroon van land en water ge compliceerder. Een eigenschap van delta's is, dat ze regelmatig overstro men, zoals we bijvoorbeeld ook in Bangladesh zien. Dat kan rampzalig zijn vooral als er veel mensen wo nen. De delta is immers economisch aantrekkelijk, vooral voor land bouw, visserij en scheepvaart. Aan vankelijk wierpen de bewoners in Nederland terpen op om zich tegen het hoge water te beschermen, maar later ging men over tot het om dij ken en inpolderen van steeds meer gebieden. De aanleg van havens in de delta is een logisch gevolg van de eisen van de scheepvaart op zee en op de rivieren; het geulenstelsel werd uitgebaggerd en er werden waar nodig in het gebied kanalen gegraven en wegen aangelegd om de bereikbaarheid van de havens te verbeteren. Naast andere kana len kwam er zo in 1820 het Groot Noord-Hollands kanaal om Amster dam een betere verbinding met het zeegat van Texel te geven. De steeds grotere schepen konden die stad niet meer via de Zuiderzee bereiken. Bij Pampus moesten de schepen met 'kamelen over de zandbanken getild worden. Voor Den Helder was het kanaal geen verdriet, maar dat was wel het geval met het zgn. "onvrije territoir" dat ermee verbonden was. Daardoor mochten er in Nieuwe Diep geen goederen geladen en gelost worden. Een flinke rem voor Den Helder ten gunste van de Am sterdamse financiers van het kanaal. Het verbod werd pas opgeheven in 1850 toen men de stap durfde te wagen een kanaal door de duinen bij Velsen te graven. Het maken van de dokken en sluizen had de civiele ingenieurs geleerd hoe men in een diepe bouwput de grondwaterstro- men en daarmee het afkalven van de taluds kon beheersen. Den Helder bepleitte dat deze stad als stelling evenals andere stellingen vrijstelling van de aanwijzing als "onvrij territoir" diende te krijgen. Dat lukte, het opheffen van het "onvrije territoir" veroorzaakte een stormachtige ontwikkeling van Den Helder, waarin o.a. een deel van de Visbuurt (Nieuwstad) uit de grond werd gestampt. In 1875 kwam het Noordzeekanaal gereed met als ge volg dat de economie van Nieuwe Diep ineenzakte. Intussen was er in deze stad wel het een en ander tot stand gekomen. Niet alleen het 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2014 | | pagina 25