neer Dekker, een toespraak hield. Hij had een nogal twijfelachtige opdracht ontvangen om naar Aus tralië uit te wijken, maar hij wenste geen verantwoording te nemen om zijn bemanning willens en wetens de dood in te jagen. Daarom had hij besloten ons schip tot zinken te brengen." Twee doffe dreunen In zijn autobiografie vertelde Kan- negieter over dit beslissende mo ment: "Korporaal Samson ging aan boord en hing aan de buitenkant twee tijdbommen onder de wa terlijn. Even later klonken er twee doffe dreunen en langzaam zonk mijn geliefde mijnenveger. Plotse ling een hard geblaf, ons scheeps- hondje kwam naar het dek gevlucht. Matroos le klas Fraanje sprong aan boord, pakte het hondje en was juist weer op tijd aan de wal, voordat de Pieter de Bitter op een oor ging, om voor altijd ter ruste te gaan". "De beslissing van onze comman dant was onbegrijpelijk, omdat toen al bekend was de Jappen alle blanken op Borneo hadden omge bracht. Zij was derhalve de slechtste van de twee mogelijkheden. Kort hierna deed het verhaal de ronde dat onze commandant door de staf ter dood was veroordeeld wegens 'dienstweigering in oorlogstijd." De commandant van Hr.Ms. Gouden Leeuw zou het vonnis ten uitvoer moeten brengen, wat in ieder geval niet is gebeurd. "Onze hoogste baas in Soerabaja kwam met zijn golfuitrusting bij de voor de vlucht klaar liggende onder zeeboot K XII. Een bemanningslid nam de golfuitrusting bij de loop plank over, brak alles doormidden en liet het tussen wal en schip te water vallen. Matroos le klas T. v.d. Burg, die ook nog mee wilde, was woest. Hij kon niet mee, omdat de onderzeeboot overladen was. Voor ons lag de Crijnssen, die ze met boomtakken aan het camoufleren waren. Ze wilden proberen naar Australië uit te wijken. Omdat we toch op vervoer moesten wachten, ging ik quasi helpen en vroeg aan de commandant van de Crijnssen of ik mee mocht. Hij zei dat ze niet op een seiner zaten te wachten", aldus Kannegieter. Fusilleren Schout-bij-nacht Koenraad hoorde op de K XII inderdaad de explosies van de Bitter. Hij was ontzet over het gebeurde en stuurde een telegram naar commandant Lebeau van de tweede divisie mijnenvegers: "Ver zoeke onverwijld onderzoek instellen zinken Bitter. Indien blijkt dat tegen orders uitwijken is gehandeld zonder bepaalde geldige reden, moet Com mandant worden gefusilleerd." Welke actie Lebeau ondernam, is niet bekend - hij overleefde de oor log niet. Dekker was in elk geval onvindbaar, waardoor hij aan een dreigende executie ontkwam. Waar schijnlijk voelden commandant C. de Greeuw van Hr.Ms. Van Amstel en commandant H. de Jong van Hr.Ms. Elan Dubois zich door dit dreigement onder druk gezet. Hoe wel onvoldoende voorbereid - de schepen waren niet gecamoufleerd en hadden te weinig brandstof aan boord - waagden ze toch een uit- wijkpoging naar Australië. Bij de eerste tussenstop werd besloten de Dubois tot zinken te brengen. Het schip kampte met technische pro blemen en een groot deel van de bemanning deserteerde. De blijvers stapten over op de Van Amstel. De ontsnapping van de Van Am stel eindigde echter noodlottig. Op 8 maart werd het schip in Straat Madoera door de Japanse torpe- dobootjager Arashio gespot en tot zinken gebracht. Hierbij kwamen 23 bemanningsleden om, onder wie de commandant van de Elan Dubois. Nutteloze dood Luitenant-ter-zee le klasse E.J.C. van der Horst, commandant van mijnen- legger Hr.Ms. Gouden Leeuw, zag er geen heil in om te proberen naar Australië te ontsnappen. Hij vreesde dat de bemanning een zekere en nut teloze dood tegemoet zou gaan. Hij besloot op 7 maart zijn schip tot zin ken te brengen. Door haar camouflage van boomtakken en struiken is Hr.Ms. Abraham Crijnssen nauwelijks van de achtergrond te onderscheiden. Daardoor slaagde haar vlucht naar Australië. (Foto Marinemuseum) 19 Ari -i tVjL, -v t -

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2014 | | pagina 19