plan werd in de toppen van Rijks
waterstaat levendig gecorrespon
deerd, zo ontdekte Lambooij in de
archieven.
De geopperde binnendijk zou er
niet komen. Daarentegen maakte de
Helderse dijk wel volop deel uit van
de Deltawerken, het grootse water
staatkundige antwoord op de wa
tersnood van 1 februari 1953, waar
aan Den Helder en de Noordkop op
het nippertje ontsnapten. Grote de
len van de dijk werden vernield,
maar de keermuur als geheel hield
het. Onderzees bleef de schade be
perkt dankzij de bekleding van de
dijkoever met een laag keileem en
de stort van een mix van bitumen,
zand en stenen. Deze versterkingen
waren vlak na de oorlog aange
bracht.
De verzwaring in het kader van het
Deltaplan, die vanaf 1968 tot 1977
haar beslag kreeg, betekende feite
lijk de aanleg van een nieuwe dijk:
hoger (tot 12,8 meter NAP), breder
en stukken zwaarder dan de oude.
Het is de dijk die we anno 2014 ken
nen, van Huisduinen tot Lands End
over een lengte van 4,5 kilometer.
De vernieuwing ging gepaard met
nogal wat sloop: het badhotel in
Huisduinen en woninkjes aan de
voet van de vuurtoren verdwenen.
Zo ook de Windwijzer, het piere-
badje en fort Navgis - de oude
Oostbatterij op de locatie waar nu
de flats aan de Kanaalweg staan.
Overigens noopte de zwakte van de
duinen direct bezuiden Fort Kijkduin
in 1953 al tot ingrijpen. Dit was het
begin van de Verlengde Helderse Zee
wering ofwel de Schelpendijk zoals hij
in de volksmond heet.
Afgrond bij Kaaphoofd
De dijk beschermt ons tegen storm,
golfslag en hoogwater. Maar de Hel
derse Zeewering kent daarenboven
een dreiging die welhaast nog groter
is, zo maakt Lambooij duidelijk.
Dan hebben we het over het geweld
waarmee eb en vloed zich een weg
banen door het Marsdiep. Een enor
me massa zeewater - 40 procent van
al het water in de Waddenzee! -
perst zich dagelijks meerdere malen
door het zeegat, gigantische massa's
zand met zich mee slepend en diepe
geulen uitschurend. Dit proces vol
trekt zich niet statisch maar uiter
mate dynamisch, wat betekent dat
zandplaten en geulen constant van
gedaante, diepte, ligging en loop
wisselen. Hoe dit precies in zijn
werk gaat, is nog altijd niet duide
lijk. Maar het getij en zijn werking
zijn wel van grote invloed op de
Helderse dijk en dan vooral op
Kaaphoofd waar de huidige zeewe
ring op zijn zwaarst is. Het water
direct voor dit dijkdeel is veertig tot
vijftig meter diep. Ter vergelijking:
de zee voor de Westkappelse Zee
dijk in Zeeland bereikt die diepte
pas na 190 meter uit de dijk en vlak
voor de Hondsbossche en Pettemer
dijk is de zee ook tamelijk ondiep.
De onderzeese helling voor Kaap
hoofd loopt zo steil af dat er constant
gevaar is voor oeverafschuivingen. Het
Steenzetters aan het werk met basaltzuilen aan de zeewering, circa 1930.
(Collectie Hoogheemraadschap, schenking Karsten Hopman)
6