'rfo'xh'n Jacob Visser ran» «nu nu ui* awina v j ai*3 m moet bewijzen. Niet minder dan tien volgauto's waren nodig om de belangstellenden te vervoeren." En verder: "Een der sprekers, de heer de Wolf uit Alkmaar prees de grote Joodse wetskennis van de overle dene en zijn jarenlange arbeid als moheel, een taak die hij met grote toewijding, eerlijk en rechtschapen verrichtte. Weliswaar zijn de besnijdenisinstru menten op de steen van Meïr van Tijn (Naarden 14-09-1816, zoon van Joseph David van Tijn en Betje Meijer de Jongh en echtgenoot van Jacomina van Tijn, (waarmee hij op 03-06-1850 huwde) niet meer zo duidelijk te onderscheiden, maar dat hij zijn werk als moheel naar behoren verrichtte, moge blijken uit hetgeen we lezen in de Hebreeuwse tekst op zijn steen: "Je rust in eer met ziel en geest. Te vens zal je lichaam een verblijf heb ben en je ziel zal rusten. Omdat je naar behoren slachtte en voorhuid sneed. De verhevenheid van God was in je keel en om hem te dienen zong je." Waarschijnlijk was Van Tijn ook voorzanger (gazzan). "Hier is geborgen een belangrijk man en een getrouw besnijder ten behoeve van het Heilige Verbond, de geëerde heer, de rabbijn Meïr van Tijn, zoon van de geëerde Joseph van Tijn. De naam van zijn moeder was Beile. Hij ging in goede naam naar zijn Eeuwige Wereld bij het aanbreken van de vooravond van de Heilige Sabbath 24 Kislev 5630 (29- 11-1887)". Vinden er in Nederland thans nog besnijdenissen van Joodse babyjon getjes plaats? Uit een artikel in NRC Handelsblad van vrijdag 12 juli 2012 blijkt dat er in ons land nog steeds Joodse jonge tjes besneden worden. Vader Herman (54) en zoon Sruri (26) Loonstein zijn de enige nog werkzame besnijders in Nederland, of "circumsisiologen", zoals ze zich zelf liever noemen. Zo'n vijftig tot honderd babyjongens per jaar gaan er bij hen "onder het mes (sic)". Na de behandeling rei ken zij aan de ouders een besnijde niscertificaat uit. "Joodse ouders die hun zoon niet laten besnijden handelen in strijd met hun belang", zo citeert vader Loonstein de Britse professor Mi chael Freeman, expert op het gebied van kinderrechten. De Koninklijke Nederlandse Maat schappij voor Geneeskunde (KNMG is tegen de rituele besnij denis, maar wil geen verbod. An ders gaat de ingreep ondergronds. De artsenorganisatie vindt jongens besnijdenis medisch zinloos en acht het een schending van de integriteit van het lichaam. Vader en zoon Loonstein denken daar uiteraard anders over, zij zien de besnijdenis als het belangrijkste Joodse ritueel, belangrijker dan ko sjer eten of het respecteren van de sabbat. Saillant detail: Vader Loonstein heeft een aantal doosjes, waarin de opge droogde voorhuidjes zitten van zo'n 1500 Joodse jongetjes, die hij in de loop van 28 jaar heeft besneden. Geknakte boom Een afbeelding van een omgeknakte boom, symbool voor een te jong afgebroken leven, is te vinden op het graf van Jacob Visser. Jacob (Amsterdam 07-05-1915) overleed inderdaad op jeugdige leef tijd op 14 Cheswan 5699 (8 novem ber 1939), 23 jaar oud. Hij was de zoon van Awraham Visser en Griet je Vischschraper. "Nog in zijn prille jeugd werd hij van ons weggerukt Onze lieve zoon en broeder Wijnrank "Uw vrouw zal zijn als een vrucht bare wijnstok binnen in uw huis" Zo begint de tekst op de steen van Meta (Matje) Sekkel. (Hoogezand 29-07-1851, dochter van Abraham Wolf Sekkel en Mietje Minkje Laza rus). Haar steen heeft precies de zelfde vorm als die van haar man, Joseph Jacob Coltof, de moheel die reeds eerder besproken werd. Op Meta's steen vinden we, gebei teld in de top, een druivenrank. Ge- "lyopa amWiajxr tas ami ftSlhttiÜ WWöötmjI hier rust Geknakte boom op de grafzerk voor Jacob Visser. Wijnrank op de grafzerk voor Matje Sekkel. 34 OHZE LIEVE 20 OH ih BROEDER OUD 23 JAAR OVERL. CHESWAH 8 MOV. 93

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2014 | | pagina 34