De suikerpot is leeg en de lamp hangt voorover
Armoede in de Visbuurt tussen de wereldoorlogen
'Ziveren zielen'.1 Een gesprek met Frieda G. Vader - Kramer
Gerrit den Ouden
Historisch onderzoek doen gebeurt
vaak in oude papieren die verza
meld zijn in speciale gebouwen ge
vuld met dat vele papier en met
veelal wat oudere mannen die voor
overgebogen over deze oude papie
ren allerlei min of meer belangrijke
feiten aan het overschrijven zijn.
Wat in die papiermassa's gewoonlijk
ontbreekt, is het leven van de ge
wone man of vrouw. Hoe en onder
welke omstandigheden leefden zij?
Soms vind je oude kranten artikelen
of ingezonden brieven die daar op
in gaan. Ook hebben de nodige his
torische verenigingen op dit gebied
baanbrekend werk verricht.
Boekomslag
Toch is er nog een bron, vaak verge
ten en wat neerbuigend afgedaan als
"streek- of familieroman".
Catalijn Claes, het pseudoniem van
F. G. Vader - Kramer, dochter van
één van de laatste straatarme ha
ringtrekkers, schreef vele romans
waarvan een aantal zich in Den Hel
der afspelen. Eén van die boeken is:
"Zilveren zielen" en beschrijft vaak
op wonderbaarlijk mooie manier
het leven van deze laatste haring
trekkers in de Visbuurt tussen de
twee wereldoorlogen. Het leven van
deze vissers in de omgeving van de
Brouwerstraat en het Mariniers
pleintje. Hun woningen, hun ar
moede en het vangen van de harin
gen. De zilveren zielen.
Probeert u de volgende gegevens
maar eens in een archief te vinden.
De huisjes.
"De nacht ligt koud en stil over de
kleine huizen van de Brouwerstraat
en het Marinierspleintje. Ze staan
donker en scheef weggezakt, maar
toch zo vertrouwelijk-dicht tegen
elkaar geleund. De maanglans tovert
glittertjes in de negenruitsramen,
bespeelt met zijn stralen de roodste
nen muur, het plaatsje met de re
genbak en de armetierige gerani
ums, die in de vensterbank staan.
Dan slaat ze terug op de deurklink,
die nu de tweedelige deur, boven en
onder gesloten houdt.2"
Achter de huisjes, met de groen ge
schilderde portaaltjes, staan de
zwart geteerde boetjes. De roodge-
pande daken met zijn kleine raam
pjes geven een beetje licht op de
bovenverdieping.
"Overal in het straatje en het plein
tje is ze3 geweest, in bijna elk gezin,
ze kan iedere kamer wel uittekenen:
een tafel, vier stoelen, soms een
vloerkleed, maar vaker een gebeitste
vloer met een goedkope mat. Een
langwerpige spiegel boven de
schoorsteenmantel en daarop een
paar vazen of twee porseleinen
hondjes. Zo zijn ze allemaal.4"
"Naast de zwarte Salamanderkachel
staat een bak met gehakte houtjes,
daarop een gevouwen krant, met de
petroleumkan ernaast."5 "Een zak-
ketel gisteravond nog gauw gevuld
met regenwater, is op voorhand al
op de kachel gezet"6
"Intussen is ze voor de kachel neer
geknield, port met de tang met kor
te driftige bewegingen in de achter
gebleven as en kolen, stopt er dan
een in petroleum gedrenkt dotje bij,
doet daarop de krant en de houtjes
en strijkt de lucifer aan. Dadelijk
gloeien overal kleine spettervonkjes
op, vlammetjes dansen triomfante
lijk in de houtjes. Jantien buigt zich
voorover, blaast nog even door het
nu gesloten kachelrooster en daar
schiet een grote vlam loeiend naar
boven. nou gauw wat turfies en
een briketje en straks kolen erop.
Gelukkig de mens die nog wat te
stoken heit..."7
"Het ohehcht geeft een vertrouwd
beeld in de kamer. Het geeft
speelse motieven op de witte gor
dijntjes voor de bedstee en de gla-
zenkleedjes voor de ramen.8"
De haringtrekkers.
Over het haringtrekken en de ha
ringtrekkers is in een aantal boeken
de nodige aandacht besteed. Zo
26