n.
DE WEG DIE
het Amerikaanse consulaat op haar
visumaanvraag reageerde.
Leden van de Mormoonse kerk in
Amerika waren bereid borg te staan
en onderdak te bieden om te voorko
men dat ze afhankelijk zou worden
van de staat. Toch duurde het door
allerlei formaliteiten en gebrek aan
reismogelijkheden nog lang voordat
ze kon vertrekken. Onverwachts
kreeg ze op 4 september 1950 be
richt dat ze zich vier dagen later kon
inschepen op de S.S. Veendam van
de Holland Amerika Lijn. Ze is de
Mormoonse kerk haar leven lang
dankbaar en trouw gebleven.
President Kennedy
Met allerlei baantjes voorzag ze in
haar bestaan. Ze werkte onder meer
bij de Historische Genealogische
Vereniging in Utah, waar ze mensen
hielp die op zoek waren naar stam
boomgegevens. Als telefoniste bij
de Inglewood Telephone Company
moest ze een keer John F. Kennedy
in het Witte Huis bellen. „Met me
neer de president?" vroeg ze. „Ja",
antwoordde hij. Alleen al dit korte
contact was een bron van opwin
ding.
Op 21 november 1957 werd ze of
ficieel Amerikaans staatsburger.
Via een plaatselijke poëzieclub
belandde ze per ongeluk bij een
cursus over het leren schrijven van
verhalen. Dat bleek een schot in de
roos. Tijdens een workshop werd ze
voorgesteld aan de schrijver Jay Ellis
Ransom. Op een feestje ontmoette
ze hem opnieuw. Twaalf dagen later,
op 28 december 1960, trouwden ze.
Daarvoor waren ze afgereisd naar
Las Vegas. Een Mormoonse bis
schop, die Jay uit het telefoonboek
had opgediept, zegende hun huwe
lijk in.
Ze kregen drie kinderen, waarvan
een adoptiekind. Tijdens een verblijf
van twee jaar in Australië schreef
Johanna haar eerste boek: 'The
Wishing Tree'. Terug in Amerika, in
1969, zag ze na 19 jaar haar ouders
Jotiamia Buitelaar
Het eerste deel van de trilogie bevat
veel Helderse jeugdherinneringen van
Johanna Buitelaar.
weer, die voor een maand op bezoek
kwamen.
In Dallas schreef ze een streekro
man, gebaseerd op waargebeurde
feiten en persoonlijke herinnerin
gen, vooral over de oorlog in Den
Helder. In mei 1978 stuurde ze haar
manuscript naar een uitgever in
Amsterdam. Een jaar later kreeg
ze bericht dat uitgever J.H. Kok in
Kampen haar roman, 'De weg die
voor ons ligt', had geaccepteerd.
Daarna schreef ze nog twee ver-
volgboeken: 'De hele wereld' en 'De
thuisweg'.
In het voorjaar van 1981 kwam ze
terug naar Nederland voor een be
zoek aan haar ouders. "Den Helder
was nog een vuile, sombere, koude
en winderige stad", schrijft ze in
haar biografie. In 1986 stierf haar
vader. Twee jaar daarna haar moe
der. In 1996 had Johanna nog een
keer naar Nederland willen komen,
maar haar plotselinge dood verhin
derde dat.
Onderstaand fragment is afkomstig
uit de roman 'De weg die voor ons
ligt', waarin ze haar ervaringen tij
dens een van de bombardementen
op Den Helder in juni 1940 heeft
vervlecht. Ben en Marie zijn de
ouders van Jo. Exemplaren van de
"With love, Wilma" schreef Johanna
Buitelaar op deze portretfoto. (Foto Jay
Ellis Ransom)
trilogie, uitgegeven door J.H. Kok,
zijn alleen nog tweedehands ver
krijgbaar.
'Vuur lekte hoog op tegen de
hemel'
Het gedreun in de zomerse
nacht werd sterker, luider. Er was
geen ontkomen aan, ze kon zich niet
meer wijsmaken dat het verbeelding
was. Er kwamen vliegtuigen recht
op Den Helder af. Met één sprong
was ze bij het dakraam. De volle
maan gleed langs de nachthemel.
In het hofje werd gelachen. Door
het open raam kon ze de seringen
ruiken.
Het gebrom werd dieper, luider. De
muziek in het hofje hield op. Zoek
lichten sprongen aan, gleden langs
elkaar heen, priemden de nacht
hemel met hun witte lichtbundels.
Het afweergeschut begon te blaffen.
Achter haar ging de deur van de
slaapkamer open en Ben, met zijn
donkere broek al aan, kwam de zol
der op, gevolgd door Marie in haar
witte nachtpon.
„Klee je aan!" riep Ben. Hij holde
de trap af. Jo greep haar kleren
van de stoel naast haar bed. Haar
schoenen had ze de avond tevoren
beneden uitgetrokken en onder de
65