Cees Schellinger werd in 1903 in de Sluisdijkstraat geboren, de foto is genomen vanaf de kruising met de Ruyghweg.
glad naast. Om te beginnen is het
strand niks nieuws. Veel mannen,
onder wie ook mijn vader, weten er
in een stikdonkere stormnacht net
zo goed de weg als bij een stralend
zonnetje en de romantiek van een
wijde horizon of een zonsondergang
boven de gronden zoals je die ner
gens ter wereld mooier kunt zien,
spreekt, in deze harde tijden van
heel lange werkdagen en heel lage
verdiensten, de gewone man totaal
niet aan. Van deze vaders zullen later
de zonen die het meestal maatschap
pelijk veel beter hebben, vooral als
ze Den Helder hebben verlaten, met
hunkering en heimwee terugdenken
aan hun jeugdjaren. De herinnerin
gen worden opgepoetst, de gierende
stormwind die de smalle straatjes
inramde en je zulke zwiepers gaf dat
je zowat niet op je poten kon blijven
staan, lijkt zoveel jaren later een
zacht koeltje; de kletterende regen
en hagelbuien schijnen verkwik
kende meidruppeltjes te zijn geweest
en het halen en rondbrengen van de
gort en de „snert van boord" in de bij
iedere jutter bekende snertkarretjes,
wordt verheven tot „uitzenden van
diners!" Hatseeü
De zondag is voor een vader ook de
enige vrije dag van een hele week.
Dan zit hij met de lange hengel op
de barm of het Molensteenhoofd op
gul te vissen. Hij staat om vier uur
in de morgen al achter de stenen
dam of op het kuitje pieren te steken
en loopt zich daarna de benen on
der het lijf vandaan om op tijd met
de voorvloed langs het Marsdiep te
kunnen zitten. En dat is dan alles
nog heel rustig en normaal, maar
als de pietermannen komen... Elk
mannelijk individu dat maar een
hengel of iets dat daarop lijkt kan
vasthouden, staat van Huisduinen
tot aan het Wierhoofd of zit van dat
hoofd tot aan de Koopvaardijsluizen
langs de Buitenhaven. En het Ma
rine hospitaal is een continubedrijf
geworden waar brullende jongens
of knarsetandende mannen tegen
een opgelopen pietermannensteek
worden behandeld. Dan komen
later nog de makrelen en de altijd
in massa's aanwezige scharren en
de geep en de aaspaling. Ja, dan ga
je daar op zondag op het strand in
een kuil zitten en hoogstens poot
jebaden. Wees nou wijzer. Toch
hebben we mijn vader zover weten
te krijgen dat hij zegt: „Ik kom van
middag, als de duiven binnen zijn."
En dat is een belofte waar hij zich
zeker aan zal houden, want ook
duivenmelken doe je op zondag
morgen en dat gebeurt thuis, bij het
duivenhok en niet op het strand. De
voorbereidselen voor een stranddag
hebben het hele buurtje inmiddels
stapelgek gemaakt; de jongens heb
ben geen rust meer in hun, 'je-weet-
wel' en de meisjes kiften en tieren
bij het klaarmaken en inpakken
van enorme massa's proviand, maar
toch, zo tegen een uur of tien, gaan
we, slepend met 'n paar drinkkan
netjes, twee broeders of als u liever
wilt dikke koeken en de nodige
kuch naar één van de halteplaatsen
van de stoomtram om de start naar
Huisduinen te beginnen.
Van tevoren wordt ons bezworen
dat er maar eenmaal met die tram
zal worden gereisd, óf heen óf terug,
56