'Die adelborsten: Zijn dat nou zeelui?' '/i K. Norel stuurt Katwijker vissersjongen naar het KIM in boek'Bij de marine' Wout Smit Leen, de hoofdfiguur uit 'Bij de Marine', brengt een groot deel van zijn opleiding tot reserve-officier door op de mijnenveger Hr.Ms. 'Bedum'. De naam K. Norel doet onmid dellijk denken aan 'Engelandvaar ders'. Deze jeugdklassieker over de Tweede Wereldoorlog behoorde tot mijn favorieten. Spanning, avontuur en romantiek. Bij het lezen van deze trilogie leek de wereld om me heen niet meer te bestaan. Zou dat nu, vijftig jaar later nog zo zijn? Het antwoord daarop trof ik bij toeval in 'Pedagogiek', een blad over opvoedkunde. Rolf Oosterloo schreef in 2001: "Ik geneerde me aanvankelijk toen ik de boeken van Norel weer doorbladerde. Het stijve taalgebruik, het eenzijdige positieve beeld van verzet tegen verdrukking, de godvruchtigheid van de hoofd personen, de spruitjesgeur van Urk en de overdreven bravoure van de stoere vissers in oorlogstijd." Maar vervolgens kwam hij met een verrassende aanbeveling: "Wan neer mijn kinderen later de boeken van Norel vinden en van mij willen weten of het leuke boeken zijn zal ik deze toch aanprijzen. Ondanks de streng protestantse setting weet Norel de fascinatie van de lezer voor het contrast goed-kwaad te prik kelen en waarschuwt hij er op zijn eigen wijze voor om altijd aan de goede kant van de streep te blijven." 'Engelandvaarders' wordt nog steeds herdrukt. Klaas Norel (1899-1971) heeft overigens 160 andere boeken geschreven. In een daarvan fungeert Den Helder als decor. Leen van Bee- len, stuurman bij de koopvaardij, wordt reserveofficier bij de marine. De opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) is zwaar voor hem, maar eenmaal aan boord van mijnenveger Hr.Ms. 'Be dum' voelt hij zich als een vis in het water. 'Bij de marine', heet het boek en het is het derde deel van een trilogie. Leen van Beelen uit Katwijk gaat in het eerste deel ("Van Doggersbank tot Barentszee') op haringvangst. In het tweede deel ('Op de grote vaart') is hij leerling-stuurman op een Nederlandse koopvaarder. En ver volgens belandt hij tussen de adel borsten, die hij met grote argwaan tegemoet treedt. De rederij wil dat Leen een oplei ding tot reserveofficier volgt bij de marine. „Ik deug niet voor marine officier", protesteert hij. „Dat zijn meneren: ik niet. Ik ben een gewone vissersjongen. Die adelborsten; rooie kragen, witte handschoenen, slakkestekers aan koperen kettin gen, bengelend op hun achterste. Ik heb er wel gezien op balschoentjes. Zijn dat nou zeelui? Salet-jonkers zijn het." Toch moet hij er 21 maan den aan geloven. De zee, de Tweede Wereldoorlog en het geloof vormen belangrijke elementen in de boeken van Norel. Hij schreef boeken die spelen in de zeventiende eeuw, zoals de trilogie over scheepsmaat Woeltje, stuur man Aart en schipper Wessels. Maar ook boeken over de tijd waarin hij zelf leefde, zoals 'Wantij' en de tri logie 'Engelandvaarders'. Ze waren vooral bedoeld voor de jeugd. Hij documenteerde zich goed. Voor het verzamelen van feiten en ken nis voer Norel op botters, loggers en trawlers, op sleepboten, kust vaartuigen, ouderwetse en moderne schepen van de grote vaart en - als gast van de Koninklijke Marine - op onderzeeboten, mijnenvegers en fregatten. Norel, geboren in 1899, was de oud ste zoon van een boer in Harlingen. Toen zijn vader overleed, moest hij zijn opleiding aan de ulo staken om voor het gezin, dat drie kinderen telde, mede de kost te verdienen. In 1915 vertrok hij naar Enkhuizen waar hij kantoorbediende bij een ijzerhandel werd. In zijn vrijetijd werkte hij als verslaggever voor de 50

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2013 | | pagina 50