Voor de huisvesting van het mobilisatieleger werd een tentenkamp opgezet op het
Galgenveld in Huisduinen.
herbergt. Men zegt me, dat die sol
daten zich buitengewoon onhebbe
lijk gedragen tegenover de Zusters,
en zelfs te middernacht in de kapel
zijn doorgedrongen. Daar moet ik
meer van weten!
Alles weer pure fantasie! Ik vind de
Zusters reeds geheel van de eerste
schrik bekomen en zelfs lachend
om het interessante van het geval.
Trouwens het Zusterhuis is geheel
afgesloten van de lokalen waar de
soldaten zijn ingekwartierd, en de
vriendelijke luitenant komt trouw
bij de Priorin informeeren, of er
geen klachten zijn....en die zijn er
nog steeds niet.
De geest onder de soldaten is wer
kelijk overal goed, en de burgerij is
zeer sympathiek..en doet voor de
arme kerels wat ze kan.
Echt leuk hier in de volksbuurt!
Daar gaat een der buurvrouwen
langs de huizen met een koffieke
tel....leeg....als collectebus....en de
zoo hard noodige centjes rinkelen
er in..om op gezamelijke kosten
koffie te zetten voor de militairen,
en nog een sigaartje er bij te geven.
Alles voelt zich een, en is ook een,
in deze dagen, rijk en arm, Liberaal
en Socialist, Roomsch en niet-
Roomsch. Het is maar jammer dat
dit altijd zoo kort duurt.
Toch een heerlijke jovialiteit nu!
Heerlijk voelen allen, Hollander te
zijn.
Donderdag 6 Augustus: Een onzer
parochianen, de landbouwer Terra
te Huisduinen, heeft 240 man in
gekwartierd, en dat moet ik eens
zien. Ik fiets het kale weggetje op....
het gemis van boomen en heesters
wordt nu ruimschoots vergoed door
prikkeldraadstruiken langs beide
zijden van deze badplaatsboulevard.
Ik ga den stal in, waar soldaten de
taak der koeien hebben overge
nomen, natuurlijk alleen wat het
slapen betreft. Ik ga recht op de
huiskamerdeur toe, klop en sta bin
nen voor ik antwoord hoor. Drie
officieren springen plots overeind.
„Pardon heeren, ik ben verkeerd,
geloof ik".
„Juist, Eerwaarde!"
„Ja, dat merk ik..Maar waar is de
familie?"
„De familie? Ja, waar zit die???"
De heeren weten het zelf niet, maar
een hunner is zoo beleefd eenige
deuren te openen, waar niets te
vinden is. Juist zal ik weg gaan, als
ik de dochter des huizes, gelijk een
andere Rebecca die kameelen laafde,
bezig zie, water te scheppen voor de
handhavers onzer Nederlandsche
neutraliteit.
„Waar wonen jullie eigenlijk?"
„Tot nu toe in ons eigen huis, kijkt
u maar".
En ze brengt me nu in een kleine
schuur, grenzend aan den stal.
Ik vind dit al heel erg dwaas, en
vraag dan ook: „Maar heeft men er
dan recht op, jullie uit je woonver
trek te 'zetten'?"
„Nee", zegt vader Terra, „maar je
kunt toch een kapitein en twee lui
tenants niet hier laten en we kunnen
ze toch niet laten slapen in den stal.
En daarom slapen ze in de bedstede
van onze eigen kamers en wij ook.
We moeten dat maar zoon beetje
schipperen".
Ik vind dit het toppunt! Ze hebben er
echter zelf ook al genoeg van, want
een der officieren vloekt het heele huis
bij mekaar, en zegt dat het hier stinkt,
loopt rond in neglige, als het hem
goeddunkt, enz..zoodat Moeder ge
heel overstuur is en nu op advies van
den dokter naar Bergen gaat.
Vrijdag 7 Augustus: Na de H.Mis.
ligt op de ontbijttafel een bekende
enveloppe, die altijd met bevende
vingers wordt geopend, omdat er
een brief uit kan komen, die over
je lot beschikt, een dienstbrief van
Haarlems Bisschop.
He! Dat had ik niet verwacht: „In
verband met de Mobilisatie van het
Nederlandsch Leger, belast ik U
eerw. bij dezen met de zielzorg der
Militairen in de kampementen enz.
die zich bevinden in Uw Parochie
en omgeving.enz."
De Minister van Oorlog heeft de
Commandanten reeds bevel gege
ven legitimatiebewijzen te verstrek
ken aan de priesters, die door Zijne
Doorluchtige Hoogwaardigheid met
de militairen zielzorg zijn belast.
Ik moet me aan den Stellingcom
mandant presenteeren. Wie is hier
Commandant? Waar moet ik dien
vinden? Ik weet er geen bal van.'
37