De BiciiiitCj der
x ien*ïlitnrtil( Iers
Tjtcrd Adeiiitv
M, BiMAAE? X E DRBÜLUIT MAN
had immers ook vele Duitse zeelui
het leven gered en daarvoor onder
scheiden. Over zijn bezoek aan de
gebroeders Bakker, roeiredders van
schipper Dorus Rijkers in de Rens-
seeg in Oud Den Helder, schreef
Levy Grunwald onder meer:
- Het is laat geworden mannen, ik
moet naar huis, zei ik plotseling.
- Ja, we motte allemaal naar de
kooi, beaamde Tabbie, het is net
zoo je zeit, laat. Dralend stond ik
op van den wankelen rieten stoel,
waarop ik gezeten had en ik keek
rond in de armelijke menschen-
woning, die verstoken was van
alle comfort een klok hoorde
ik niet tikken, een kachel brandde
niet, dat kon niet lije, op de tafel
stond een oud koffiekannetje met
wat bruin pruttig vocht; morgen
zou d'r noggeres water op worden
gegooid, want 't was brakkig teu-
genwoordig, had Jacob gezeid
't was kouwe beene.
Stil zaten daar de mannen in hun
armelijke kleeding de haren
grijzend, kauwend en smakkend
aan een steenen pijp met smeu
lende, goedkoope tabak. Droevig,
somber en toch berustend keken
de oude haringrekkers Een heel
leven hadden zij gewerkt, gele
den hadden zij gestreden voor
anderer leven. In alle landen van
Europa waren er kinderen, moe
ders en mannen, die hun leven
aan hen dankten, doch zij werden
vergeten, vergeten zelfs door eigen
landgenooten.
- Genavend meneer, zeiden de
mannen. Toen ben ik heengegaan,
gegaan door de verlaten straatjes
en steegjes der Jutter-achterbuurt.
Donker en somber stonden daar
de nederige woningen van mijn
sardienkinderen, die nu lagen te
slapen onder hun armelijk dek
Ik zag ook de woning van Dorus,
hun koning, van den man, die
juist 76 jaar geworden was, en die
nu bij een dochter, die haar vader
vorstelijk verzorgde, inwoonde,
en ik dacht er aan, hoe Dorus, de
man die meer dan vijfhonderd
menschen gered had, op vijf-en-
zeventig jarigen leeftijd nog om
drie uur in den kouden nacht op
moest staan om een paar centen
te verdienen met steenen te
bewaken.
Het waren maar jutters mijne
kaasbollen en Dorus slechts jut-
terkoning
Landelijke bekendheid
Dorus Rijkers en zijn roeiredders
kregen landelijke bekendheid toen
op zaterdag 14 oktober 1922 op het
Havenplein een monument werd
opgericht voor de (marine) slacht
offers uit de Eerste Wereldoorlog.
De redacteur van het blad Het Va
derland, L.A. Rademaker was met
Dorus Rijkers aan de praat geraakt
en hoorde toen dat de 'Koning der
mensenredders' met een borst vol
medailles op z'n oude dag moest
rondkomen van 13,50 per week.
Van 't een kwam het ander. Er werd
een Helden der Zeefonds opgericht
waarbij ook de hoofdredacteur van
de Alkmaarse krant, Tjeerd Adema
betrokken raakte. Hij schreef be
halve een in die dagen bekend
jongensboek 'De Koning der Men-
schenredders', óók een boekje in
de befaamde Egnerreeks: 'Dorus
Rijkers, de Heldersche Menschen-
redder'. Op zoek naar Dorus Rijkers
geeft deze journalist en schrijver
een aardige beschrijving van de Hel-
derse zeedijk:
Toen ik in Artilleriestraat No. 8
kwam, waar Opa verblijf had, bleek
hij niet thuis te zijn, maar Doortje
zijn getrouwde dochter bij wie hij
inwoonde, wist wel een middeltje
om hem gauw op te sporen.
Zij, haar man en dochter, veronder
stelden, dat Opa, wel op de Dijk zou
wezen, want daar trok zij hart nog
altijd heen sinds hij als jongen daar
als vletterman zijn boterham op het
breede water was gaan zoeken. Toen
ÖOOr
32