Kerktoren Huisduinen.
rustigheid. Er is daarom onder
zijn gedichten geen dat hem beter
kenmerkt dan dit Zwarte Hoofden".
Hij citeert dan het vers en vervolgt:
"De aanhef van 'Ik houd zoo van.
klinkt eigenlijk door al Prins' den
ken en dichten heen. Hij houdt van
zijn hollandsche land met dijken
molens en wolken."
Het moge duidelijk zijn dat dit ge
dicht niet alleen een van de bekend
ste, maar ook een van de meest
karakteristieke van Jan Prins is.
Het kan haast niet anders of Jan
Prins is tot dit gedicht geïnspireerd
door de hoofden die aan de dijk in
Den Helder "van de kust de groote
zee ingaan".
men. Daaronder ook het populaire
gedicht De Bruid met de bekende
regels:
De torenklok zong, wat zij kon,
De vlaggen staken uit:
De bruidegom was de lentezon
En Holland was de bruid.
Een van zijn bekendste en meest
gewaardeerde gedichten is Zwarte
hoofden uit de bundel Tochten van
1911. In een beschouwing over
deze bundel begint Albert Verwey
als volgt: "Het wezen van Jan Prins
is een zich gelijk blijvende trouwe
'De golfbreker' getekend in potlood en zwarte
inkt door Leo Pinkhof (1898-1943), grafisch
kunstenaar tevens tekenleraar aan de
toenmalige ambachtsschool in Den Helder.
Ik houd zo van die lage palissaden,
Die van de kust de groote zee ingaan,
Alsof veel menschen van den oever traden
En tot hun schouders in het water staan.
De zee, het strand, de lucht, alles is wijd
En breedgebouwd en krachtiglijk groot
moedig,
Maar zij alleen leven in nederigheid
En pralen niet, maar waken trouw en goe
dig.
Dronken van stervensroode zonnepracht,
IJdel met luister dien zij roofden,
Eischen de golven luid hun oppermacht.
Maar ervoor staan hun zwarte hoofden
En houden wacht.
30