Johannes Pieter Muller, pseudoniem Q.X. (1873-1931)
Rens Schendelaar
"We zien, dicht opeen gebouwd,
een stadje achter den dijk liggen
waarvan de daken voor het mee-
rendeel maar ternauwernood boven
de zware zeewering uitsteken. Hier
en daar vertoont zich het groen van
een of twee boomen, weinig of niet
boven de daakjes uitstekende, op
straffe van door den wind gebroken
te zullen worden. Alleen de tegen de
dijkhelling gebouwde huizen van de
Dijkstraat, waaronder het stadhuis,
vertoonen zich cordaat en in hun
geheel aan onzen blik, en dan zijn we
den Helder feitelijk al voorbij, want
voorbij de kerk, die we door eene
opening in de huizenrij even te zien
krijgen, begint de reeks daken langs
het kanaal, de verbindingsweg tus-
schen den Helder en Nieuwediep.
We zien drie lage kerktorens, een
molen, den mastbok op de werf en
het hooge tuig der schepen in de
haven. We herkennen het werftoren-
tje, en lezen aan den voortop van het
wachtschip de geseinde order om ter
reede te ankeren. Op het havenhoofd
staan vele menschen naar ons te
kijken. We zien de Ada van Holland
weer en de haringtrekkers die naar
de Hors zeilen. En als het anker valt
op de reede, dan weten we in het ma
rine- en juttersparadijs terug te zijn,
dat we weer zijn aangeland in het
wereldje op Holland 's Noordpunt".
Aldus schreef Johannes Pieter Muller
(Jan) onder het pseudoniem Q.X. in
zijn autobiografisch boek:Nieuwe
diep en Instituut', nadat hij als hoofd
persoon in het boek, na één van zijn
vele zeereizen bij de marine, weer in
Den Helder terugkeerde.
Adelborsten in de houding tijdens hun
opleiding aan het Koninklijk
Instituut voor de Marine te Den Helder.
Familiebiografie
Johannes Pieter Muller (Jan) werd
geboren op 22 juli 1873 te Den
Haag. Hij werd in september 1887
op 14 jarige leeftijd door zijn moe
der vanuit hun woonplaats Apel
doorn met de trein naar Den Helder
weggebracht voor zijn opleiding
aan het Koninklijk Instituut voor
de Marine (KIM) te Den Helder.
Na zijn opleiding voerden de eerste
vaartochten van Jan steeds naar de
Oost, waar hij meevocht in de At-
jeh-oorlog. Hij huwde op 20 decem
ber 1902 te Bandoeng met Anna
van Hengel, geboren op 25 mei 1874
in Semarang. In 1903 ging hij in het
marine onderwijs en verbleef toen
veelal te Hellevoetsluis voor het ge
ven van opleidingen op zeilinstruc-
tieschepen. In 1911 vertrok hij naar
de Oost, waar hij het commando
voerde over Hr. Ms. Sumbawa, een
hydrografisch vaartuig. In 1913
overkwam Jan Muller een verlam
mingsziekte die de rest van zijn
leven bepaalde. Hij keerde terug uit
de Oost en werd na een korte tijd
van non-activiteit gepensioneerd.
Het kostte hem veel moeite dat hij
geen werkzaam leven meer had. In
die periode woonde hij met zijn
Johannes Pieter Muller (1873-1931),
pseudoniem Q.X. (Foto: collectiebeheer
Nederlands Instituut voor Militaire
Historie te Den Haag)
vrouw te Apeldoorn. Voornamelijk
door zijn humor en artisticiteit bleef
hij positief. Achter zijn schrijfma
chine, die hij met nog slechts één
vinger kon bedienen, schreef hij
vele gedichten voor het blad 'Onze
Vloot'. En onder het pseudoniem
Q.X. publiceerde hij twee boeken
met memories van zijn tijd op het
KIM en van zijn eerste vaartochten,
25