'Het Nieuwe Diep eene opkomende stad'
Fransman Henry Havard in 1873 vol lof over Den Helder
Wout Smit
In juni 1873, twee jaar na zijn
ontsnapping aan de guillotine,
stapt de Fransman Henry Havard
in Amsterdam aan boord van de
tjalk van schipper Sluring. Samen
met zeeschilder jonkheer J.E. van
Heemskerck van Beest maakt hij
een idyllische vaartocht langs de
'dode steden aan de Zuiderzee. Zij
bezoeken ook Den Helder.
De Franse vluchteling, die eerder
indruk maakte met een boek over
de Hollandse kunst, verwerkt zijn
reiservaringen tot artikelen. Hij pu
bliceert die in Revue Britannique.
Ook het boek dat hier uit voortkomt
('La Hollande pittoresque, voyage
aux villes mortes du Zuiderzee')
krijgt lovende recensies.
"De heer Henry Havard heeft van
dit tochtje een allerinteressantste
beschrijving gegeven", meldt de Hel-
dersche en Nieuwedieper Courant.
"Onze vriend Henry Havard heeft
voor ons een bijna vergeten deel van
ons land ontdekt", schrijft het Alge
meen Handelsblad. De Locomotief,
een krant in Nederlands Oost-
Indië, prijst Havard als "de geestig
koutende toerist, een vriend van
ons vaderland, een Parijzenaar van
degelijke stempel, een schrijver van
talent en belezenheid, een kenner en
bewonderaar van onze oude Neder-
landsche kunst en daarenboven een
gentleman, wiens vriendschap onze
begaafdste landgenooten op hoogen
prijs stellen." Bij de verschijning van
de Engelse vertaling van het boek
reageert ook de Times vol lof: "Geen
tien personen in Nederland en geen
enkele schrijver of teekenaar hebben
gezien, wat Havard beschrijft."
Havard bezoekt Den Helder in de
bloei van zijn bestaan. "Nieuwediep
biedt een levendig beeld van het
overvloedige en vruchtbare bestaan",
schrijft hij. Het Noordzeekanaal,
dat de nekslag zou worden voor de
welvaart van Den Helder, was toen
nog in aanleg. De Heldersche en
Nieuwedieper Courant: "Toen Ha
vard in zijn reisherinneringen ge
waarde van de 'de doode steden aan
de Zuiderzee', zonderde hij daarvan
deze gemeente uit, want hier had hij
gevonden, in plaats van kwijning en
verval, verjongd leven."
Communard
Havard was een politieke vluchte
ling. Hij behoorde tot de Commu
nards, een revolutionaire beweging
die op 18 maart 1871 de macht in
Parijs overnam, maar op 28 mei
bloedig uiteen werd geslagen. Ha
vard was commandant in de na
tionale garde van burgers, die het
leger verving. Frankrijk beleefde in
die tijd een roerige periode. In 1870
had zij Pruisen de oorlog verklaard.
Het leger van keizer Napoleon III
werd echter verslagen. De Franse
keizer gaf zich over aan kanselier
Bismarck. Er werd een voorlopige
republikeinse regering gevormd, die
vredesonderhandelingen met Duits
land begon.
De bevolking van Parijs vond de
republikeinen echter te toegeeflijk
tegenover de Duitsers en begon zich
te verzetten. Zo ontstond het revo
lutionaire bewind van de Commu
ne. Op 10 mei 1871 tekende Frank
rijk het Verdrag van Frankfurt. Op
21 mei zette het regime de aanval in
op de Commune. Na een bloedige
week van harde gevechten, waarbij
meer dan 20.000 slachtoffers vielen,
was de opstand bedwongen. Havard
wist te ontsnappen en vluchtte naar
Nederland.
In 1879 verleende Frankrijk hem
amnestie en keerde hij terug naar
zijn vaderland. Hoewel de burge
meester van Breda hem een 'ploert'
had genoemd wegens zijn kritiek op
het wanordelijke archief van de stad,
kreeg hij van de koning een mooi
afscheidscadeau. Hij werd benoemd
tot officier in de Orde van de Eiken
kroon, de voorloper van de Orde
van Oranje-Nassau.
Blijkbaar speelde het revolutionaire
verleden van Havard in Frankrijk
geen rol van betekenis meer. Hij
werd in 1881 ridder in het Legioen
van Eer en klom op tot inspecteur-
generaal van Schone Kunsten. Hij
overleed in 1922.
De IJsselmeervereniging heeft vorig
jaar ter gelegenheid van haar 40-ja-
rig bestaan het boek van Havard
opnieuw uitgegeven in een eigen
tijdse vertaling door Lex Wapenaar
onder de titel 'Pittoreske reis langs
de dode steden van de Zuiderzee'.
Onderstaand artikel over het bezoek
van Havard aan Den Helder is geba
seerd op de oorspronkelijke verta
ling door mej. S.M.Campbell uit
1874. De titel van de Nederlandse
uitgave heette toen: 'Verleden en
Heden. Een togt langs de kusten van
de Zuiderzee'.
'Straten vol leven en beweging'
"Wanneer ge ooit eene kunstreis
door Noord-Holland onderneemt
en uwe schreden leiden u naar het
Nieuwe-Diep, verzuim dan toch
niet om aan het logement den Burg
af te stappen; verwacht evenwel
niet dat gij daar betere bedden zult
vinden, dat het vleesch er overvloe
diger voorgediend of dat het beter
toebereid wordt dan ergens anders.
Ik wil u zelfs wel bekennen dat de
19