Sportvisser op Noordzee vangt armbandje van Engelandvaarder Royal D'ut'ch Nav- Wout Smit De makrelen wilden niet bijten. Het werd een teleurstellend dagje uit voor een groepje sportvissers op de Noordzee. Toch kwam Willem van Ingen uit Haarlem niet met lege han den thuis. Zijn vangst bestond uit. een kapot kettinkje. Pas 25 jaar later achterhaalde hij de herkomst en de bijzondere betekenis ervan. „Ik neem jou een keertje mee uit vissen", had oom Heinz uit Duits land aan Willem beloofd. Zijn oom hield woord. Willem, toen om streeks 20 jaar: „Ik had zulke sterke vangstverhalen gehoord. En ik was nog nooit op zee geweest. Dus ik wilde graag mee." Om zes uur s morgens vertrok de boot uit IJmuiden met zon 30 hengel sportliefhebbers aan boord, richting het noorden. Waar de boot na ander half uur precies het anker uitgooide, weet Willem niet. „Het was wel dicht onder de kust, want ik kon de naam van een paviljoen op het strand lezen." Vol optimisme gooide iedereen zijn hengels uit. De vissen hadden blijk baar weinig trek. Willem: „Er werd meer geïnvesteerd in pieren, die je op de boot kon kopen, dan dat je aan vis ving. Er werden hooguit vier of vijf makrelen binnengehaald. Het was een drama. Terwijl de an deren gezellig begonnen te drinken - mij smaakte dat nog niet - hield ik me uit verveling bezig met het uitgooien en ophalen van de lijn aan de hengel. Aan het uiteinde van het snoer zat een zwaar lood met omge bogen ijzeren pennetjes. Als je ver weg gooide, belandde het lood op de bodem. Het was daar ongeveer tien meter diep. Bij het inhalen van het snoer schraapte het lood over de bodem. Soms kwam er wat wier mee naar boven, soms een stukje plastic. Op een gegeven moment hing er iets blinkends aan. Zwart achtig metaal. Een stukje ketting met een ovalen plaatje. Ik had geen idee wat het was, maar ik stak het in mijn zak en ging verder. Pas later vertelde ik het mijn oom." Teleurgesteld over het gebrek aan vangst keerden Willem en zijn oom terug in de haven van IJmuiden. Daar aten ze een lekker visje. Om dat ze niet met lege handen thuis wilden komen, kochten ze er ook een portie makreel. Thuis legde Willem zijn raadselach tige vondst op tafel. Daar ontdekten ze dat het kettinkje van zilver was. Bij het schoonmaken met een borsteltje ontwaarde Willem op het ovalen plaatje de vorm van letters, maar hij kon de inscriptie niet ontcijferen. „Ik was heel nieuwsgierig. Wilde het schuren in de hoop het dan beter te kunnen zien. Mijn vader ontraadde dat omdat de letters daardoor nog meer zouden vervagen." Na herhaalde schoonmaakacties kon Willem wel een aantal letters ontcijferen, maar de betekenis er van ontging hem. „Op die leeftijd interesseerden meisjes mij meer dan een kettinkje. Dus keek ik er niet meer naar om." Verkopen Willem trouwde, vertrok uit huis en belandde in Spaarndam. Twintig jaar geleden overleed zijn vader, vorig jaar zijn moeder. Bij het ontruimen van het ouderlijk huis vond Willem het kettinkje terug. „Het lag in een bakje in een kastje tussen allerlei rommel tjes. Mijn broer en ik legden spulletjes die nog van waarde waren apart. Het .A.0EJong sss*" Sub - Li eut B.deJong. va/ -> WESTiERtlAVEN 17 MeDEMBLI K Het opgeviste armbandje met het naamplaatje van Engelandvaarder A. de Jong. Pas na een grondige schoonmaak beurt - het zilveren kettinkje had bijna 50 jaar op de zeebodem gelegen - werd de inscriptie leesbaar. (Foto Wout Smit) De achterzijde van het naamplaatje vermeldt het adres van zijn vader, ds. Broer de Jong. 118 -J, '{t Na WMgi

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2013 | | pagina 22