vanaf Texel onder de loep. Ook
Vonk baseert zich op kwantitatief
materiaal en stelt vast dat de walvis
vaart op het grootste Waddeneiland
zeker van betekenis is geweest, hoe
wel er historisch niet veel over ge
schreven is. Saillant is dat Vonk nog
eens aanhaalt dat Jan Teunis Bremer
afstamt van een Texeler walvisvaar
der, zijnde Jacob Jansz. Bremer. Ook
Ineke Vonk, geboren Uitgeest heeft
een voorvader als Texeler walvis
vaarder: Pieter Jacobsz Dogger.
Goed of fout
Opmerkelijk is het artikel van
Herman Lambooij over Arian de
Goede, een rechtshistoricus en
mediëvist die halverwege de vorige
eeuw de nationale zaak van West-
Friesland bepleitte. Lambooij en
Bremer zullen meer dan eens ge
discussieerd hebben over plaats en
betekenis van De Goede in het huis
van de geschiedschrijving. Want De
Goede was bij leven knap contro
versieel. Zo leunde zijn West-Fries
nationalisme aanvankelijk zwaar op
de waanzin rond Blut-und-Boden.
Maar dit schijnt een jeugdzonde
geweest te zijn. De Goede werd
slechts 42 jaar oud en overleed in
1957. Hij was een kleurrijk weten
schapper, een individualist, gek op
titels en verzamelaar van exotische
onderscheidingen. De Goede, al
dus Lambooij, maakte geen school.
Maar hij diepte wel veel historisch
materiaal op dat bruikbaar is in de
studie naar de rechtsgeschiedenis
van West-Friesland. Daarmee geeft
Lambooij De Goede een uiterst ma
gere voldoende. Een rapportcijfer
dat Annie Romein-Verschoor hem
nooit gegeven zou hebben. In haar
Omzien in verwondering haalt zij
De Goede onomwonden aan als een
ambitieus warhoofd.
Basis op orde
Rapportcijfers. Bram Sluis refereert
eraan in zijn bijdrage Door het oog
van de meester, een eerbetoon aan
Bremer als rector van de Rijksscho
lengemeenschap Enkhuizen van
1975 tot 1989. Onder JTB groeide
de school uit van een experiment tot
een gevestigde naam die jaarlijkse
drommen leerlingen uit stad en om
melanden trok. Sluis typeert Bremer
als een intuïtief leider, een man van
de grote lijnen. Hij kon goed delege
ren, maar liet - aldus Sluis - niet na
het oog van de meester te zijn.
Bremers credo was 'de basis op orde',
te beginnen met sluitende lesroos
ters. Zonder te veel tussenuren, want
dan gingen de leerlingen
toch maar lopen donder
jagen. Zo stond hij niet toe
dat leerlingen in Amsterdam
mee zouden lopen in een
demonstratie tegen de kruis
raketten, begin jaren tachtig.
Dat zou alleen maar lesuitval
geven en gedoe met ouders,
memoreert Sluis. Bremer
wist de leerlingen binnen
de schoolmuren te houden,
waarvoor hij de hele school
op ijs trakteerde. "Raketjes
wel te verstaan, niet ieder
een zag de humor daarvan
in." Aldus oud-onderwij s-
collega Sluis.
Jan P. Bommel is een boezemvriend
van Jan Bremer en bezorgt een ver
haal over de bijbelse figuur Job die
worstelt met God. Bommels exegese
is doorwrocht, zeer doorwrocht.
Maar de theologische les is duidelijk:
God is er niet alleen voor wie vroom,
stil en gedwee is. Bommel: "Nee, het
stormt en het onweert in je. En daar
is God. In de storm en het onweer.
Maar met de bedoeling om je te hel
pen." Het zijn woorden die de toch
bepaald niet stille Bremer zullen
aanspreken - over zijn vroomheid
hebben we hier geen oordeel.
Schudden en beven
Bliksem, donder en tempeesten. Ze
eisen niet zelden een rol op in de Bre
mers voordrachten. Hij staat dan op
de kansel, in zijn element als redenaar
met een ademloos luisterend gehoor
aan zijn voeten. Op dit beeld sluit
het verhaal van Willem Messschaert
aan. Het gaat over historische mythes,
zeegoden, zeewezens die al dan niet
de hand hadden in natuurrampen en
ander onheil dat de mensheid uiter
aard over zichzelf afroept. Zoals het
Rode Klif in Gaasterland dat getroffen
werd door een vulkaanuitbarsting.
In het jaar 4 moet die zich hebben
afgespeeld. "Heel Gaasterland beefde
en schudde op zijn grondvesten. Het
Rode Klif barstte open en de aarde
Professor emeritus dr. Guus Borger overhandigt het
vriendenboek aan Jan T. Bremer.
(Foto Tessa Free, Regionaal Archief Alkmaar)
schudde. Onder een hels kabaal sloeg
er een vlam uit de grond die drie da
gen bleef branden. Op de vierde dag
verscheen tot overmaat van ramp uit
de vlammen een grote zwarte en ge
vleugelde draak die boven het vuur en
in de verstikkende rook bleef rondcir
kelen. Totdat het monster weer door
de vurige vlammen werd gegrepen
en verteerd.en doofde ook het vuur.
De aarde sloot zich weer en wat restte
was een smeulend en geblakerd land
schap. De schrik bij de Friezen zat er
goed in." Messchaert schrijft het op,
maar Jan Bremer hoor je het oreren
vanaf het katheder.
Een beperkt aantal exemplaren zijn
te bestellen bij Maarten Noot, tel.
0223 613378
e-mail: m.noot@quicknet.nl, of bij
uitgeverij Pirola (www.pirola.nl).
71