'Binnendijks en Buitengaats^ een veelzijdig vriendenboek belicht
Ruud Claessen
Slechts weinigen valt een liber ami-
corum ten deel. Een boek speciaal
voor jou geschreven ter gelegenheid
van een even speciale gebeurte
nis, een jubileum of afscheid. Jan
T. Bremer kreeg oktober vorig jaar
een vriendenboek aangeboden. Niet
omdat hij afscheid nam - daar is
geen sprake van - maar omdat hij
de leeftijd van 80 jaar bereikte, op
26 juli 2012.
enBui«n§aatS
Het boek getiteld Binnendijks en
Buitengaats is een prachtig cadeau,
want blijvend. Dik verdiend ook,
want Jan Bremer is sinds decen
nia zonder twijfel de productiefste
historicus van de Kop van Noord
Holland. De bibliografie achterin
het boek bewijst het: zes pagina's
streekhistorische publicaties, exclu
sief de talloze artikelen die hij voor
kranten en tijdschriften schreef.
Verhalend historicus
"Geschiedenis en cartografie komen
aan de orde, maar ook de theologie,
het onderwijs en zelfs de fantasti
sche wereld van fabels en legenden",
schrijven de drie samenstellers
Diederik Aten, Willem Messchaert
en Harry de Raad in hun ten ge
leide. Geschiedenis en vertellingen.
Bremer weet deze als geen ander te
laten versmelten, wat hem inder
daad tot een narratief historicus
maakt, een verteller. Het is een rake
typering in het vriendenboek. Want
wie kent Bremer niet van een voor
dracht op een willekeurige jaarver
gadering van de Helderse Histori
sche Vereniging. Het publiek hangt
aan zijn lippen.
Genoeg complimenten en laten we
van dit artikel geen hagiografie ma
ken. Wat valt er Binnendijks en Bui
tendijks zoal te beleven? Voorop zij
gesteld dat het op deze plaats te ver
voert om alle bijdragen te belichten.
We beperken ons tot een beschei
den greep uit zeer uiteenlopende
onderwerpen die de vrienden van
Bremer te berde brengen.
Oprukkende zee
Karei Numan bezorgt een ar
tikel over de zee die vanaf de
tiende eeuw oprukte en de kust op
den duur kilometers oostwaarts
terugdrong. Dit maakte de aanleg
van vele beschermende dijken ur
gent, bijvoorbeeld rond Schagen.
De Westfriese Omringdijk, wie kent
hem niet? In die strijd tegen het
almaar wassende water speelde de
abdij van Egmond een belangrijke
rol. We schrijven dan al weer de
dertiende eeuw.
Rens Schendelaar haakt in op Nu-
mans verhaal met een historisch-
cartografisch artikel over de polders
van Huisduinen en Den Helder. Jan
Bremer publiceerde er in 2006 een
artikel over in Levend Verleden,
waarbij hij zich onder meer baseer
de op een landkaart uit 1661 van
Dirck Pietersz. Abbestee. Schende
laar loopt Bremers artikel nog eens
na aan de hand van twee contem
poraine landkaarten die in 2011 uit
particulier bezit opdoken. Schen
delaar ziet Bremers bevindingen en
conclusies bevestigd in het nieuwe
bronmateriaal. Zo weten we dat het
huidige Huisduinen en de Stad bin
nen de Linie in drie polders liggen:
de westelijk gelegen Oudelandspol-
der en de oostelijk gesitueerde Nieu
we Landerpolder met daar tussenin
de Kooghpolder. Dit bedijkte land
had tussen ruwweg 1150 en 1350 de
oprukkende zee weten te weerstaan.
Maar de strijd was bij lange na niet
gestreden. Abbestee tekende in zijn
kaart van 1661 namelijk dijkver
sterkingen in die hoognodig aan
gelegd moesten worden wilden de
Huisduiners en Heldernaren droge
voeten houden. De toestand was
kritiek, zeker in 1663 toen cruciale
versterkingen waren weggeslagen in
elkaar opvolgende stormen. Het zou
tot halverwege de achttiende eeuw
duren voordat de toestand onder
controle kwam, mede dankzij de
aanleg van zware steenglooiingen en
zinkstukken. Tot zover Rens Schen
delaar.
Walvisvaart
Meer naar Jan Bremer toegeschre
ven zijn de verhalen van Piet Boon
en Irene Vonk. Boon gaat op zoek
naar stuurlieden uit Wieringer-
waard - Bremers woonplaats- die
actief waren in de Enkhuizer ha
ringvisserij. Op basis van historisch
cijfermateriaal moet Boon die vraag
ontkennend beantwoorden. Wel
was er in de tweede helft van de
achttiende eeuw een rederij voor de
walvisvaart gevestigd.
Ineke Vonk neemt de walvisvaart
70