Geen ingezetene van Den Helder en Huisduinen
„De Heldersche JUSTUS VAN MAURIK".
LEVY GRUNWALD.
Uitgestoten
Tot overmaat van ramp ontvangt
Mirjam ook een brief van haar oude
grootvader uit Den Helder. Eerder
had zij hem een brief (en geld) ge
stuurd en hem om begrip en vergif
fenis gevraagd voor haar heimelijke
vertrek. Maar grootvader stuurt
het geld terug en schrijft erbij dat
hij zijn eer heeft. Een eer die zij ge
schonden heeft "door als een deerne
op den Heiligen Nieuwjaarsdag
met een man, die niet tot ons volk
behoort, te vluchten. Al was jij de
rijkste vrouw ter wereld en ik bezat
geen stuk droog brood, dan nog zou
ik weigeren van jou, die ons volk
verried, iets aan te nemen. Je bent
dood voor mij."
De breuk met haar officier komt als
deze tegen de wanhopige Mirjam
zegt: "Het is toch gek in de wereld.
Alle mensen hebben hun trots. Mijn
ouden heer die zijn centen niet op
kan, zegt dat het zo'n schande is voor
zijn ouden adel: dat ik onwaardig
ben langer zijn zoon te zijn als ik jou,
een gewone Jodin, trouw en jouw
doodarme familie schreeuwt moord
en brand dat jij er vandoor gaat met
het zoontje van een schatrijke land-
goedbezitter. Jullie zijn maar gewone
Joden, die nergens in tel zijn
Nou, dat had hij beter niet kunnen
zeggen: "De Joden zijn van veel ou
deren adel dan jij en je vader. Onze
voorvaderen hadden trotse paleizen
toen jullie voorouders nog in holen
leefden Toen dacht de jonge
baron: 'Mijn ouwe heeft gelijk. Jood
en Christen, adel en vodden passen
niet bij elkaar.'
Een merkwaardige conclusie. Jood
en Christen passen niet bij elkaar.
Akkoord. Adel en vodden wellicht
óók niet. Maar adel en vodden kom
je toch bij Joden én Christenen te
gen? Of ging het toch vooral om het
eerste. Jood en Christen passen niet
bij elkaar. Ietwat merkwaardig is
dan wel dat Maurits van Praag, die
in 1928 de bekende confectiezaak
van Neels overnam, enkele jaren
eerder trouwde met een niet-joodse
vrouw: Trijntje Hoogendijk. Wel
licht omdat Trijntje 'overging tot het
joodse geloof' is daar bij mijn weten
nooit veel herrie over gemaakt in de
Helderse joodse gemeenschap waar
Levy Grunwald deel van uit maakte.
Ging het dan toch in de eerste plaats
om het geld. Want laten we wel zijn:
de vader van Arthur zag het arme
Jodinnetje Mirjam óók niet zitten
als schoondochter!
Hoe dan ook: Mirjam heeft genoeg
van haar adellijke officier en ver
dwijnt met de kleine Judith naar
een zolderkamertje ergens in Parijs.
Daar probeert ze als strijkster in
haar onderhoud te voorzien. Helaas
wordt na verloop van tijd haar kind
ziek en sterft. Mirjam, ten einde
raad, wil zelfmoord plegen, maar
wordt 'gered' door 'Oude Sien', in
feite een handelaar in blanke slavin
nen. Zo komt Mirjam toch weer in
Amsterdam terecht bij een bende
zakkenrollers. Na diverse vergeefse
pogingen om te ontsnappen en vele
ijselijke avonturen wordt Mirjam,
door de bendeleider zo in elkaar ge
slagen dat voor haar leven gevreesd
wordt. Gelukkig is er snel een arts
ter plaatste: Arthur! Na een vele,
vele pagina's lange strijd lukt het
tenslotte Mirjam in leven te houden.
En tenslotte kunnen Mirjam en
Arthur zich weer melden in de Hel
derse synagoge op de avond voor de
Grote Verzoendag - en ieder ver
zoende zich weer met een ieder
Maar of ze nog lang en gelukkig
leefden? Want zo'n tien jaar na het
verschijnen van dit verhaal van
Grunwald begon voor de Joden het
Grote Verdriet. Levy Grunwald zelf
heeft de kampen overleefd. Dankzij
zijn bemoeienissen met de Blauwe
Zeeridders kwam hij op de zoge
naamde Barneveldlijst en tenslotte
in het concentratiekamp Theresiën-
stadt. Het was er ellendig, maar dit
was géén vernietigingskamp. Levy's
zoon Isaac kwam om in Auschwitz,
zijn dochter Rossy overleefde door
dat zij werkzaam bij de Telefunken
onmisbaar was voor de Duitse oor
logsindustrie.
Literatuur:
Levy Grünwald, Om het oude Ge
loof, 1929, Amsterdam
J.D. Kila, De kille aan het Marsdiep,
Schoorl, 1999
J.K. Schendelaar, Levy Grunwald -
wat zou er van hem geworden zijn?
In: 'Levend Verleden', december 1999.
Ook in deze schitterend geschreven Dulnhuizer Roman toont
Levy Grunwald te zijn wat de WelEerwaarde Heer Kapelaan
ALINK, de Volkskrant en de Nieuwe Rotterdamsche Courant
eens van hem schreven:
In prachtband gebonden verkrijgbaar
d f 1.20 bij de BOEKHANDELAREN:
EGNER, Keizerstraat; DE WIT, Keizerstraat; DUINKER,
SpoorstraatSCHREUDER, KoningstraatSPRUIT, Kanaalw.
Ook verkrijgbaar aan ons Hoofddepdt voor Holland's
Noorderkwartier: Breewaterstraat 69, DEN HELDER.
Advertentie in de Helderse Courant van 1 juni 1929.
verzuime te lezen de nieuwste ROMAN
van den bekenden Helderschen Auteur
84