Op 3 december 1926 hield Levi Grünwald (rechts naast Dorus Rijkers) een toespraak
bij het graf van de onbekende soldaat in Parijs in naam van alle Nederlandse redders
van schipbreukelingen. (Fotoarchief Reddingmuseum Dorus Rijkers)
bereiding van de sjabbat. De intel
ligente, maar eenzame jongen gaat
zich hechten aan het meisje en zij
aan hem. Na de middelbare school
gaat Arthur studeren aan een op
leiding voor rabbijnen in Frankfurt
(Duitsland). Mirjam komt in de
manufacturenwinkel van Keile, een
kinderloze Joodse weduwvrouw
in Den Helder. Ze is een 'Oosterse
schoonheid' geworden en de klandi
zie met name van officieren groeit,
hetgeen de jaloezie van concur
renten opwekt. Wanneer Arthur na
enkele jaren, beide zijn inmiddels 19
jaar geworden, tijdens een vakantie
thuis met Mirjam naar het strand
gaat, bloeit er iets moois op tussen
hen beiden: 'over liefde spreken
deden zij niet. Zij beminden elkaar,
maar hun gevoelens waren te hoog,
te rein, om in banale woorden te
worden uitgesproken Het was,
als waren zij beiden alleen op de we
reld. Voor hèn was de zon,voor hèn
zong de zee, voor hèn heuvelden en
glansden de duinen in stille pracht
Helaas kwam Arthurs vader
erachter en die was het er niet mee
eens: "Jullie zijn nog te jong. Bo
vendien zou ik nooit toestemming
geven. Mirjam is te los, te luchtig,
geen vrouw voor een Joodsch ge
leerde. 't Is een ij dele coquette flirt
Woede bij de zoon, die z'n vader
van zijn kant meedeelde dat hij niet
langer voor rabbijn wilde studeren,
maar arts wilde worden. Moeder
kwam tussenbeiden: "Arthur, foei
schaam je, jij tegen je vader jij
in opstand tegen het vijfde gebod!'
Daar kon Arthur niet tegenop. Hij
haalde bakzeil: goed ik ga terug naar
Frankfurt omdat vader dat wil. En
Mirjam kan wachten, maar 'wij
zullen elkaar eeuwig trouw blijven",
(blz. 43)
Misstap
Dan gaat 't toch mis. Arthur krijgt
na verloop van tijd een brief van
Mirjam waarin ze hem meedeelt dat
ze met een jong officier uit het gar
nizoen, zoon van een rijke baron,
naar Parijs vertrokken is: "Je vader
had gelijk, ik ben geen vrouw voor
jou, voor een vrome Jood. Beste
jongen, oordeel niet te hard en denk
soms eens aan de kleine Mirjam.
God zegen je. Veracht mij niet
Ook van zijn vader krijgt hij bericht:
'Op den heiligen Nieuwjaarsdag,
terwijl in de synagoge de bazuin
geblazen werd, sleurde zij het 'Oude
Geloof' door het slijk Toen ging
zij heen. Zij is een schande voor de
Joodsche Gemeente. In het Chris
tenhotel 'Montreal' in Parijs houdt
zij zich op "overtredend de heilige
spijswetten, overtredend de wetten
der huwelijksmoraal. En jij, jij hebt
haar eens tot je vrouw willen ver
heffen. De vrouw van een Talmied
googem" (Schriftgeleerde).
Vervloeking
Arthur vertrekt ijlings naar huis.
Maar de trein had enkele uren ver
traging waardoor hij op Grote Ver
zoendag in Den Helder arriveert.
Zijn oude vader die juist uit de
synagoge huiswaarts keert ziet "bij
de lantaarn op het stationsplein met
een koffer in zijn hand zijn zoon,
die hij in Frankfurt waant."
Tot overmaat van ramp roept die
zoon ook nog: "Vader, het is om
Mirjam!"
En dan brult de oude: "Jij hebt geen
vader meer. Jouw naam, noch den
haren, wil ik nooit meer horen Je
hebt het heiligste den Joumkippoer
(Grote Verzoendag) geschonden,
het Jodendom onteerd Op den
dag dat je niet meer een deerne zult
verkiezen boven den dag van God
op dien dag kun je terugkeeren.
Ga heen en wees vervloekt. Je bent
onrein als zij als die deerne!"
Er zit voor Arthur niet veel anders
op dan in het 'dodenhuisje' op de
Joodse begraafplaats te Huisduinen
de nacht door te brengen. Ver
volgens gaat hij naar Parijs, waar
Mirjam echter al niet meer in het
hotel 'Montreal' verblijft. Want ook
de oude baron blijkt niet van zins
zonder meer toestemming tot een
huwelijk te geven. Hij dreigt zelfs
zoonlief te onterven. Er komt dus
geen huwelijk, wel een kind. Een
dochtertje. Het geld raakt op. De
baron biedt nog wel geld aan als
Mirjam (en kind) uit het leven van
zoonlief verdwijnen. Maar Mirjam
weigert zich te laten afkopen.
83