Toen de Visbuurt nog geen Pilo heette
Gerrit den Ouden stelt de ontstaansgeschiedenis van de Visbuurt te boek.
Jan T. Bremer
yisbvuo't
pilo heette
Het innerlijk kompas van een mens
wijst toch altijd naar de buurt waar
je bent opgegroeid. Want dat is het
enige echt vertrouwde. Waar je ook
bent, die buurt is toch altijd weer
het oriëntatiepunt. Juist als je ver
weg bent. Die buurt is toch
altijd weer de plek waar je
je echt thuis voelt.
Hoewel geboren aan de
Achtergracht Westzijde (Kei
zersgracht) zijn mijn vroegste
herinneringen aan de Vis
buurt. Want in het najaar van
1934, ik was toen ruim twee
jaar oud, verhuisden we naar de
Vischstraat no. 13. Mijn ouders
hadden toen drie kleine kinderen
en moeder gaf mij als oudste, graag
mee aan haar jongste zuster die
op het Marinierspleintje woonde.
Met haar mocht ik dan mee naar
haar schoonmoeder, tante Baaf, die
getrouwd was met Piet Bijl, de visro-
ker. Wat vond ik dat toch geweldig,
zon visrokerij. Hoe vertrouwd zijn
die geuren me nog altijd. Helaas
vertrokken we na enige tijd naar
de Buitenhaven. Het huisje in de
Vischstraat was te vochtig. Aldus
mijn moeder. Het was gebouwd
boven een 'kreek' zei ze. Dat woord
intrigeerde me, al begreep ik er niet
veel van. Een soort grote sloot, was
de toelichting die ik kreeg. Enfin, het
huis aan de havendijk stond hoog en
droog. De Visbuurt was dichtbij en
de jongens uit de buurt gingen, even
als ik, naar de Rehobothschool.
En ook over de periode dat de buurt
een havenkwartier was en de Pilo
genoemd werd, naar de pilo broe
ken van de havenarbeiders.
Wat vager zijn de verhalen over de
periode daar vóór, toen de Helderse
burgerij sprak van Nieuwstad. Over
het allereerste begin, toen er sprake
was van 't Stroodorp, tast men hele
maal in het duister.
Meestal schrijft men de van Texel
afkomstige schoolmeester Dirk
Dekker maar na, die in 1875 een
boek publiceerde getiteld: 'Ontwik
kelingsgeschiedenis en beschrijving
der Gemeente Helder.' Over het
allereerste begin schrijft deze auteur
onder meer:
Over de Visbuurt, de Helderse
Jordaan, zijn diverse fraaie boeken
geschreven vol nostalgische verha
len over visvangst en visverwerking,
armoede en onderlinge solidariteit.
"Zie toch wat een zonderlinge hut
ten! Deze is van zoden met een rieten
dakginds is er een die geheel uit riet
en stroo bestaat. Hier staat eene wo
ning die het midden houdt tusschen
schuit en huis. Eerst was zij werkelijk
een open modderschuit, maar toen
ze oud en lek werd heeft men ze op
de wal gehaald en van een dak voor
zien met een raampje erin. 't Geheel
is nu waarlijk een paleis onder de
woningen van Stroodorp"
Maar hoe juist is deze voorstel
ling van zaken? Want Dirk Dekker
kende deze situatie, die hij dateert
in de periode 1825 - 1830, niet uit
eigen waarneming. Hij had het ook
maar van horen zeggen.
Gerrit den Ouden, de auteur van
dit nieuwe boek, heeft aan de hand
van oude kadasterkaarten en andere
in het gemeentearchief berustende
archivalia, de ontstaansgeschiede
nis van deze woonwijk nauwkeurig
gereconstrueerd. Bovendien heeft
hij uitgezocht wie de eerste bewo
ners waren, van waar ze kwamen en
hoe ze - soms wanhopig - probeer
den te overleven. Het boek gaat over
de vroegste bewoning van voorma
lige kweldergronden, vol kreken
en getijde geulen. Over armoelijders
en projectontwikkelaars, stegen en
sloppen, privaten en open riolen,
kamers en kelders, huisjes en hofjes.
Maar vooral over armoede, bijna
wetmatige armoede: 'Elk zijn lot, 't
komt van God'.Ook dat nog.
Ik ben blij met dit prachtige boek
over de ontstaansgeschiedenis van
de Helderse Visbuurt. Toch óók
mijn buurt.
Van harte hoop ik dat dit boek zijn
weg naar vele lezers zal vinden.
(Meer gegevens zijn te vinden op
www.visbuurt-denheldervoor1900.nl)
in Oude"
76