Het ongeluk met de O11 in de haven van Den Helder in maart 1940 kostte drie man het leven. De reddingsactie trok grote belangstelling.
(Archiefdienst OZD.)
kwam het echter niet. Beide sche
pen lagen in een zodanige positie
dat de O13 niet in staat was om tor
pedo's af te vuren.
Begin juni werd de O13 naar Dun
dee gestuurd, de uitvalsbasis voor
onderzeebootpatrouilles in de
Noordzee. Zij werd toegevoegd aan
de negende flottielje onderzeeboten,
speciaal opgericht voor de uitgewe
ken, buitenlandse onderzeeboten.
De Britse kapitein ter zee J.G. Roper
voerde het commando over deze
kleine vloot. Het personeel van de
basis H.M.S. Ambrose werd gehuis
vest in een complex bestaande uit
een oude jamfabriek, een weeshuis
en enkele havenloodsen.
Ongerustheid
Op 21 juni had de O13 moeten
terugkeren van haar eerste Noord-
zeepatrouille bij de ingang van het
Skagerrak. Luitenant ter zee der 1e
klasse J.F. van Dulm, commandant
van Hr.Ms. O21: 'We verheugden
ons bij voorbaat op het weerzien
van de vele goede vrienden. Boven
dien verlangden we iets over hun
eerste oorlogservaringen te verne
men. Toen zij ook de volgende dag
niet verscheen, besloop ons een on
behaaglijk gevoel van ongerustheid.
Het werd avond en nog steeds had
de O13 niets van zich laten horen.
Wij beseften maar al te goed wat er
gebeurd kon zijn, doch hieraan wil
den wij niet denken en nog minder,
erover spreken.'
Op 25 juni 1940 nam de marinestaf
in Londen aan dat Hr.Ms. O13 ver
loren was gegaan. De Bevelhebber
der Zeestrijdkrachten, vice-admi-
raal Furstner, maakte op 2 juli met
een vertrouwelijke mededeling aan
de bemanningen van de oorlogs
schepen het verlies bekend: 'Met
grote droefaeid bericht ik U hierbij,
dat Hr.Ms. 'O13' zo lang over tijd is,
dat helaas haar verlies als vaststaand
aangenomen moet worden.Toen
op 19 juni de boot werd teruggeroe
pen heeft zij zich niet gemeld. Zo
zijn dan wederom 35 van de dap
persten onder ons gevoegd bij de
lange lijst van Nederlanders, die in
deze, ons tegen onze wil opgedron
gen, oorlog het leven lieten.'
Door de gebrekkige communi
catiemogelijkheden hoorden de
nabestaanden in bezet Nederland
pas een half jaar later over het lot
van hun dierbaren. Eind novem
ber 1940 berichtte het Rode Kruis
hun dat door tussenkomst van
het Internationale Comité van het
Rode Kruis te Genève een opgave
was ontvangen van militairen der
Koninklijke Marine die aan boord
van hun schip om het leven waren
gekomen. 'Daaronder bevindt zich
ook Uw ..(naam, functie en stam
boeknummer). Nadere bijzonder
heden omtrent oorzaak en plaats
van het gebeurde werden helaas tot
37