niemand kent den ander, wonder
lijke situaties doen zich voor.'
Aldus de uit Oosterend afcomstige
schoolmeester D.L. Daalder (1936). 4)
Liefdadigheid
De zesde (en laatste) druk van het
boek van de 17e eeuwse Texelse
dominee verschijnt nog in 1805. En
daarna kantelt het beeld. Hoe róóms
was de goede bisschop eigenlijk?
O, bisschop schoon 't niet ligt
(gauw) een Heilige vertrouw
Gij zijt een Heilige, dien 'k haast
aanbidden zou;
Eén daad van minzaamheid, van
weldoen was Uw leven
Uw liefde heeft U de naam, de
onsterflijkheid gegeven.
Zo dichtte in 1849 dominee Petrus
Augustus de Genestet (1829-1861)
in een ontzettend lang gedicht 'De
Sint Nicolaasavond'.
Een verontschuldiging is 't eigenlijk
dat hij, een protestantse predikant,
de Sinterklaasviering 'bezingt'. Ac-
coord, hij is bepaald niet orthodox,
rechtzinnig. Als remonstrant ei
genlijk vrijzinnig. Maar toch. Er is
iets met die viering waar hij méér
moeite mee heeft:
'Want lieve hoorders, is 't niet
kannibaalsch en wreed
dat men op zulk een feest 't
hong'rig volk vergeet,
Dat met een ziek'lijk oog koomt
op uw lekkers azen
en met zijn bleeken neus kleeft
aan de winkelglazen.'
Er is een plaatje bijgetekend waarop
te zien is hoe rijke kinderen 't voor 't
uitzoeken hebben aan de toonbank,
terwijl buiten een paar armoedzaai
ers voor de winkeldeur toekijken.
Hoe totaal anders beschreef onze
grote Nicolaas Beets (1814-1903)
zo'n tafereel zo'n tien jaar eerder
(1839) in zijn Camera Obscura. 5)
'Ik stond een ogenblik stil en verlus
tigde mij in de belangstelling dier
straatjongens, die waarschijnlijk
geen beter aandeel in de genoegens
van Sint Nicolaas zouden hebben
dan dat zij (voor 't kelderraam van
de koekebakker) de lekkernijen za
gen toebereiden die hun begunstig-
der broederen gelukkig, of, zooals
maltentige menschen beweren, ziek
zouden maken.' Dus:
Gelukkig maar als je arm bent, dan
raakt je maag niet van streek bij
zoveel lekkers.
Beets collega ds. J.B. Hasebroek
(1812-1896) maakte 't eigenlijk nog
bonter. Die had ongeveer in dezelf
de tijd (1838) een Sint Nicolaas ver
haal geschreven waarin hij eveneens
een groepje arme kinderen voor een
welgevulde etalage beschrijft:
'Zij stonden, bij eenen felle koude,
in lompen gekleed, op de steenen
maar toch konden zij van het aan
lokkelijk gezigt niet scheiden
wat mij 't meeste trof was dat er in
hunnen toon geen zweem van spijt
of ontevredenheid was. Zij zagen
kinderen van hunnen leeftijd bin
nengaan en met volle handen te-
rugkeeren; geen gemor kwam over
hunne lippen Zóó waren zij het
reeds gewoon geworden, de kinde
ren der rijken als andere wezens te
beschouwen 6)
Ds. Hasebroek, evenals ds. Beets
een orthodox protestant, bleef van
gevoelen dat de standen door God
gewild waren. Maar daarom had
hij nog wel intens medelijden met
de armen. Gelukkig had de kerk
de armenzorg (diaconie). En het
Sint Nicolaasfeest was een goede
gelegenheid voor de rijken eens wat
extra's te doen voor de armen. Maar
verder kwam men toen nog niet.
Ds. HaverSchmidt over
Sint Nicolaas
Ook de predikant Francois Haver-
Schmidt, meer bekend geworden
als de dichter Piet Paaltjens, die
zeer begaan was met de armen, zag
niet hoe die afzichtelijke armoede
te veranderen zou zijn. In zijn Hel-
derse periode (1862-'64) heeft ds.
HaverSchmidt een spreekbeurt ge
houden op vrijdag 4 december 1863
voor de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen.
Maar over de tegenstelling rijk -
arm spreekt hij wijselijk niet. Het
Uitzoeken aan de toonbank. Illustratie door Carl Sierig bij P.A. de Génestet 'Een Sint-
Nicolaasavond'. In: Eerste gedichten, 1878.
54