Cor van der Veer. Hij had een broer die ook naar Engeland was uitgeweken, maar tot een ontmoeting daar is het nooit gekomen. (Fotocollectie Jos Hof.) moeder heeft ook nooit de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomsten bij het monument voor de slachtoffers van de Onderzeedienst bezocht. Tot zo'n tien jaar geleden wisten wij niet eens van het bestaan ervan. Voor ons hebben zulke bijeenkomsten juist wél betekenis." Toch speelde de marine een belang rijke rol in het leven van het gezin Van den Hoff. Zoon Cor werd wape- nelektronicamonteur, Willem werd vliegtuigmotormonteur en Roel bracht zijn dienstplicht door bij de marine als seiner. Een dochter van Cor werkt inmiddels ook bij de ma rine. ,,Dat heb je als je in Den Helder woont", zegt Cor, die zich door het drama van zijn vader nooit heef laten weerhouden om de zee op te gaan. En volgens zijn vrouw is hij dikwijls lange tijden van huis geweest. Sergeant-machinist Harry Vukkink uit Deventer behoorde ook tot de opvarenden van de O13 die in Den Helder hun liefde vonden. In 1924 trad hij in dienst bij de marine. Op 18 januari 1934 trouwde hij met Jan netje van Dijk, de dochter van een aannemer. Als vrijgezel huisde hij op marineschepen of in de kazerne. Na hun huwelijk betrokken ze hun eigen stekkie: Schagenstraat 68. Eind de cember 1935 werd hun zoon Harm geboren. Maar zoals vaker voor kwam in marine-gezinnen: de vader ontbrak bij deze gebeurtenis. Kort daarvoor was hij voor de tweede maal naar Soerabaja uitgezonden. Pas in januari 1938 keerde hij terug. Het enige wat zoon Harm zich uit die tijd kan herinneren is dat zijn vader hem zondagsmorgens op de fiets meenam naar de Donkere Dui nen om naar de pauwen te kijken. Harm wilde net zoals zijn vader ma chinist worden bij de marine. Dat bleek om medische redenen niet mogelijk. Uiteindelijk belandde hij bij de PTT. Zijn moeder heeft 'een zee vol tranen gehuild' en is haar leven lang weduwe gebleven. Hoofd vol zorgen Petrus Leonardus Lutter stapte op 9 mei 1940 aan boord van de O13 met een hoofd vol zorgen over de situ atie thuis. Zijn vrouw had tubercu lose en werd verpleegd in een sana torium in Gennip. Hun tweejarig zoontje Piet moest elders worden ondergebracht. Zijn moeder in Rot terdam ontfermde zich over hem. Al vrij spoedig hoorde oma Lutter ge ruchten over de verdwijning van de O13. Zij trok aan de bel bij de mari ne in Den Helder, die op 21 juni als volgt reageerde: 'In antwoord op Uw schrijven van d.d. 19 Juni 1940 deel ik U mede, dat Uw Zoon, de kwar tiermeester P.L. Lutter met Hr.Ms. O13 naar het buitenland is vertrok ken. Verdere inlichtingen omtrent hem zijn dezerzijds niet bekend.' De echtgenote, Corrie Lutter-van Dierendonck, ontving de berichten over de vermissing van haar man in november 1940 op haar evacuatie adres in Utrecht. Bijna een jaar na de oorlog stuurde de minister van Marine, J.M. de Booy, de weduwe een brief, waarin ervan uit werd gegaan dat de O13 op 18 juni het slachtoffer was geworden van een aanval door Duitse zeestrijdkrach ten. 'Sedert genoemden datum is nimmer meer iets omtrent het lot van Uw echtgenoot vernomen en in verband hiermede en den inmiddels verstreken tijd moet helaas worden aangenomen, dat hij bij bovenge noemde ramp is omgekomen.' Kleinzoon Kevin (39), machinist op een boorschip in Brazilië en opstap per bij het KNRM reddingstation van Den Helder, bewaart alle cor respondentie over de vermissing van zijn opa zorgvuldig. Door een krantenbericht dat zijn vader aan de wand had geprikt, raakte hij als jonge jongen geboeid door dit drama. ,,Mijn vader heeft veel ge daan om meer te weten te komen. De O13 was altijd aanwezig, maakte deel uit van zijn leven. Helaas heeft hij me weinig over zijn vader kun nen vertellen - hij was twee toen hij hem voor het laatst zag. Er kwam een nieuwe man in huis en over zijn vader werd niet meer gesproken. ,,Mijn vader had blijkbaar ook iets met de zee. Hij werd vliegtuigma ker bij.de marine. Hij is in 1999 overleden. Hij heeft altijd stilletjes gehoopt dat zijn vader toch op een of andere manier de oorlog zou hebben overleefd. We zijn blij dat er opnieuw naar de O13 wordt ge zocht. Als nu een exacte rustplaats kan worden achterhaald, komt er eindelijk zekerheid over het lot van mijn opa." Kevins opa diende bij de marine vanaf 1931, aanvankelijk als dienst plichtige. Van 1933 tot 1936 verbleef hij in Nederlands Indië. Terug op Willemsoord werd hij bij de Onder zeedienst geplaatst en opgeleid tot torpedist en kwartiermeester. Aan dood ontsnapt Jacobus Otto Nieuwenhuis in Gro ningen was in 1937 toegelaten als adelborst tot het Koninklijk Insti tuut voor de Marine. Op 8 april 42

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2012 | | pagina 10