Houwing bij bloedbad op Bali
Burgemeester:'Die heele expeditie werd een groot treurspel'
Wout Smit
Bij zijn overstap van het 'Paleis'
naar het stadhuis bleef het bloed
bad van Bali onbesproken. De
kranten meldden zakelijk zijn be
noeming. 'Bij Koninklijk Besluit
van 16 Juli is tot Burgemeester
der Gemeente Helder benoemd de
heer W. Houwing, gepensioneerd
Kapitein ter zee. De heer Houwing
is in 1861 geboren en dus 54 jaar
oud. In Augustus 1914 verliet hij
den zeedienst.'
Willem Houwing begon zijn tweede
carrière in 1915. Hij volgde burge
meester A.J.J, van Steijn op, die na
een langdurige ziekte was overleden.
Hij sloot zijn eerste loopbaan af in
het Directiegebouw van Willems
oord. Als chef van de marinestaf
in de Stelling van Den Helder wist
hij wat er in de stad speelde. De
mobilisatie (1914-1918) vereiste op
het gebied van huisvesting, voed
selvoorziening, vervoer, veiligheid
en werkgelegenheid een reeks van
maatregelen, dus de burgers ver
wachtten veel van hem. Bij zijn
installatie tot burgemeester noemde
wethouder W.J. van Neck hem 'de
rechte man op de rechte plaats'.
Een hoogte- én dieptepunt in de
eerste loopbaan van marineofficier
Houwing vormde het bloedbad Bali
in 1906. Hoewel Nederland sinds
begin 1800 het bewind voerde over
een groot aantal eilanden in de
'gordel van smaragd' waren er nog
steeds vorstendommen die vast
hielden aan hun zelfstandigheid en
zich niet wensten aan te passen aan
de Nederlandse wetten en regels. In
1904 strandde het Chinese schip Sri
Koemala op de kust van Bali. Het
werd leeg geroofd. Het koloniale
bewind verhaalde de schade, 3000
rijksdaalders, bij de vorstendom
men van Badoeng en Tabanan. De
radja's weigerden echter te betalen.
Na twee jaar onderhandelen raakte
het geduld van gouverneur-generaal
J.B. van Heutsz op. Hij stuurde een
militaire expeditie op hen af onder
leiding van generaal M.B.R. Rost
van Tonningen.
Op 10 september 1906 vertrok een
legermacht van 4000 man infante
rie, artillerie, genie en cavalerie met
groot materieel uit Tandjong Priok.
De totale vloot van de zeemacht
werd ingezet: vijf pantserschepen,
vier flottieljevaartuigen en twee ad
viesjachten. Over dit eskader voerde
kapitein-ter-zee I. van den Bosch
het commando. Voor het deelne
men aan de krijgsverrichtingen op
het land werden van de schepen De
Ruyter, Zeeland en Koningin Wil-
helmina elk 100 man samengevoegd
tot een landingsdivisie. Kapitein
luitenant ter zee W. Houwing, com
mandant van de Zeeland, kreeg
hierover de leiding.
De actie duurde anderhalve maand
en werd met succes afgesloten.
Volgens de officiële bronnen vielen
er 600 doden. Op Bali hielden ze het
op 2000. Het expeditieleger verloor
een sergeant en drie fuseliers.
Zeven jaar na zijn vertrek als bur
gemeester! 1929) haalde Houwing
met de journalist Levy Grunwald
herinneringen op aan zijn carrière als
marineofficier. Grunwald publiceerde
hierover een serie artikelen in de Hel-
dersche Courant onder de titel 'De
oud-burgemeester van Den Helder
vertelt uit den zeiltijd van de marine'.
Het bloedbad op Bali herinnerde
Houwing zich nog goed. 'Die expe-
Willem Houwing maakte eerst carrière
bij de marine
ditie naar Bali zal ik nooit kunnen
vergeten. Ik heb met de Matarain
de Radjah van den Pasar van Bali
geblokkeerd.'
Weduweverbranding
Was de Radjah in opstand gekomen
tegen het gouvernement, burgemees
ter?
'Bali is altijd een rare geschiedenis
geweest, met die Radjah', zegt de
kolonel. 'Het zat eigenlijk zoo, zie
je: Hij was toen nog die dagen on
afhankelijk, maar de lijken hebben
hem de dood aangedaan - Holland
veel last bezorgd. Kijk zie je, dat
zat nu zoo. Die Baliërs hadden een
heele rare gewoonte. Wanneer daar
een man stierf, dan moest de adat
verbrand worden. Dat is nu niet zoo
iets bijzonders, zul je zeggen, maar
de kwestie was, dat zijn levende
vrouw te gelijk met hem in de vlam
men verbrand moest worden. Hoe
Holland ook sputterde en protes
teerde, 't gaf niets, de vrouw werd
verbrand. Dat kon Holland als be-
123