waar in 1952
een vliegende
schotel zou zijn
waargenomen,
foto september
1967.
Op de voorgrond
de woonwijk
met de Prof.
Zeemanstraat
wel op deze meest beruchte plaats
van de Noordzee. Wit en ziedend
werd het water omhoog gedrukt.
Van Kaaphoofd tot Huisduinen
was het een geloei en gedonder
van zee en water. Diep verborgen
lagen de pieren, een enkele maal
kon men aan de uiteenspattende
golf zien waar ze lagen. Bij kaap
hoofd heeft nu al bijna tweemaal
vier en twintig uur de zee gebruld
zoals zij in geen maanden gebruld
had. Enorme bonken water don
derden op het dijkbasalt, schui
mende uitlopers lekten tot aan de
stenen muur die het weer zwaar
te verduren had. Bij Kaaphoofd
kwamen de golven steeds hoger
en werd het steeds gevaarlijker.
Het was een schouwspel even
angstaanjagend als groots", aldus
de krant die ook nog meldde dat
storm en Den Helder met elkaar
verbonden zijn. Erger was de
grote orkaan van 18 november
1920, die Engeland, Zuid Scan
dinavië en Nederland in de ban
hield. Het werd door deskun
digen beschreven als: "Een van
de merkwaardigste die sinds vele
jaren Europa is geconstateerd. Een
tijd lang woedde de storm over
het gehele gebied van de golf van
Biskaje tot aan de Oostzee, zijnde
een uitgestrektheid van 1500 mijl.
De meteorologische berichten
vertonen weinig voorbeelden van
dergelijke atmosferische storingen
over een zo grote oppervlakte".
Meteoriet
Waren storm en Den Helder nog
te verklaren, als een natuurver
schijnsel zich in de lucht voor
deed dan was er grote verbazing
onder de plaatselijke bevolking.
Zo meldde de krant in juli 1851
de val van een kleine meteoriet.
Het kwam neer op de boeren
plaats Noord Holland, tegen
woordig de plek van winkelcentrum
De Schooten. "Tussen de 10e en de
12e juli is in een akker in de polder
Koegras, binnen deze gemeente, op
de pachthoeve Noord Holland, be
woond door de landbouwer J. Noot
een kleine zogenaamde dondersteen
gevallen. Men heeft dezelve enige
duimen diep in de grond gevonden
en ontdekt dat waar de steen is neer
gekomen in een omtrek van vijf voet
het te veld staande zaad letterlijk
verbrand was, terwijl bovendien nog
vijf voet verder hetzelve verschroeid
was. Deze meteoor heeft een omtrek
van 3 palm, 5 duim en weegt 3k>
Nederlandse once. Zij is overdekt met
een dunne korst die zwart is en een
ruwe oppervlakte heeft. Van binnen
is zij vrij grauwachtig en korrelig en
heeft een sterke zwavelreuk. Onder
de microscoop ontdekt men er grijze
korrels in, andere als geroest ijzer,
hebbende magneet er echter geen ver
mogen op". Een palm is 10 cm, een
130