Vijftig jaar geleden
Maarten Noot
Op donderdagavond 6 septem
ber 1962, om half twaalf, ging de
telefoon bij loodscommissaris
Bijleveld, tevens secretaris van
de plaatselijke commissie van de
KNZHRM in Den Helder. Het was
de havenmeester van Oudeschild,
met de mededeling dat er een vis
sersvaartuig was gestrand op de
Noorderhaaks.
Het weer was slecht, NW 7 met on
weer en slagregens. Drie kwartier later
voer de reddingboot Prins Hendrik
uit met de vlet Christiaan Huygens op
sleeptouw. Door het Molengat koerste
schipper Bot naar het gestrande vaar
tuig. Het bleek te gaan om de TX 48,
Cornelia Martha, van Jaap Vlaming
uit Oosterend, gebouwd in 1960 en 26
meter lang. De roerganger had, waar
schijnlijk door het slechte zicht, bij het
binnenlopen de verkenningston van het
Molengat gemist. Een radar was in die
tijd nog een kostbaar iets, dus die
was niet aan boord.
Met de Prins Hendrik konden ze niet
bij het schip komen, want het lag
hoog en droog op de noordpunt van
de Haaksgronden. Toen Jan Bijl, Jan
van Dok en Jochem Post er met de
Christiaan Huygens rond twee uur
arriveerden bleek geen van de vijf
vissers van boord te willen. Hierop
besloot Piet Bot stand-by te blijven
tot er sleepbootassistentie was. Die
kwam in de vroege ochtend in de
vorm van de Titan van Wijsmuller.
Hierop ging de reddingboot weer
naar terug naar de Helderse haven.
Later op die dag voer ook de Titan
naar Den Helder om daar de sleep
tros in orde te maken, want er stond
voorlopig toch te weinig water om
vast te maken en bovendien hadden
ze zeker een tros van 2000 meter
nodig.
De visserijgemeenschap op Texel zat
ondertussen niet stil. Twee Nieuwe-
diepers, Hessels Leijen en Henk Buijs,
die familie was van Vlaming, zouden
die morgen proberen om met de mo
torvlet van vader Leijen een lijn over te
brengen naar de gestrande kotter. Als
dat lukte zou de TX 49, die ook van
een Vlaming was, met een paar andere
kotters proberen de Cornelia Martha
los te trekken. Maar ja de wind was nog
steeds NW 6 tot 7 en dan "kookt" het
water op de plaats van de stranding,
volgens vissers die het weten konden.
Het ging dan ook helemaal mis, er was
niet genoeg lijn. Hessel vertelde later
aan de Helderse Courant: "Van de kot
ter af een lijn naar het gestrande schip,
't Verliep eerst goed, maar we hadden
er niet op gerekend, dat we niet genoeg
lijn hadden. Honderd meter er vanaf
werd de strakke kabel onder de vlet door
TX 48 hoog
en droog op de
Noorderhaaks.
Motorvlet