1800 0600 1200 De route van kwartiermeester De Wolf. ("The story of Cor de Wolf", A.P. Bussemaker.) over ons heen, maar merkte ons niet op. Om 9 uur zonk matroos Kruiden hof weg; ik weet precies de tijd, omdat mijn horloge tot 10 uur heeft gelopen, toen bleef het stil staan.' Ik was toen nog met Bos over. Weer zwommen we verder, maar ik bemerkte dat de stroom mij ver beoosten het eiland zette. Ik zwom toen met Bos tegen de stroom in, tot we weer dwars van de eilanden waren, en toen weer rechtuit. Weer naderde een vliegtuig, het was een Hollands toestel, maar ook dit bemerkte ons niet. Een ontzag gelijke dorst kwelde ons bij het onder gaan van de zon, dus na ruim 17 uur. Daarna zei Bos tegen mij: 'Cor, ik kan niet meer, als jij het er levend afbrengt, doe dan de groeten aan mijn vrouw en twee kinderen.' Daarna zonk hij weg in de diepte. Weer zwom ik door, God gaf mij voort durend kracht drijvende te blijven. Steeds werd ik weggezet door de ver raderlijke stroom. Eindelijk na circa 35 uur gezwommen te hebben bereikte ik dinsdag omstreeks 12 uur het eiland." Aldus het verslag dat De Wolf later schreef voor zijn superieuren, geciteerd uit het befaamde boek van K.W.Z. Be- zemer 'Zij vochten op de zeven zeeën'. De auteur tekent hierbij aan: "Aan nemend dat De Wolf aan de hoogte van de zon de tijd vrij nauwkeurig kon schatten en omstreeks 12.30 uur land bereikte, heeft hij ongeveer 34 uur ge zwommen, een ongelofelijke prestatie, waarvoor men de grootste bewonde ring moet hebben'.2 De Wolf was door de brandingsgolven nogal onzacht op de koraalrotsen van een klein onbewoond eiland terecht gekomen. Hij vertelde dat hij hevig bloedde uit rug en benen, terwijl de zon fel op zijn lijf brandde. Maar hij had zo'n hevige dorst dat hij wanhopig op zoek ging naar water. Na uren zoe ken vond hij tenslotte 'een rotsspleet waar water uitliep'. Na een onrustige nacht probeerde hij het eilandje rond te lopen, hetgeen hem bijzonder zwaar viel doordat het een en al koraalrotsen waren. Plotseling zag hij een kleine vis sersprauw op het water en door hard schreeuwen en gebaren maken kreeg de inlander hem in de gaten en voer naar hem toe. Met gebaren vroeg hij om eten en drinken, maar de man beschikte slechts over een klappernoot. De visser beduidde hem mee te gaan in zijn prauw en na een uurtje varen bereikten ze een wat groter eiland, dat bewoond bleek te zijn. Hij werd vriendelijk ontvangen, kreeg gebakken vis en een bord sago met rijst en water. Tenslotte kon hij het dorpshoofd, die Maleis sprak, duidelijk maken dat hij naar Singapore wilde. Na drie dagen werd De Wolf van het eilandje Poelau Dyang per zeilprauw naar Tanggaro gebracht. Vandaar moest hij onder begeleiding van enkele in landers in zuidelijke richting worden gebracht. De tocht naar Singapore viel niet mee, doordat De Wolf erge last had van stukgelopen voeten. Een deel van de route voerde door een moeras, vervolgens moest men zich een pad kappend door het oerwoud ploeteren. Plotseling zag De Wolf zoals hij zei 'een bruingebrande kop met zwart haar en daarvoor een lange bajonet'. Hoewel hij aanvankelijk schrok, begreep hij al dat hij op een onderdeel van de geallieerde troepen was gestuit, die zich in de regio rond Singapore bevonden. Hij bleek in een bivak van Australische troepen te zijn beland, waar hij uitstekende werd verzorgd, schoeisel en kleding kreeg en na ondervraging per 'luxe Ford-V8' naar Singapore werd vervoerd. Het was inmiddels zondagavond gewor den toen hij in het kamp der Nederland se zeelieden werd ondergebracht. Hier werd hij in de ziekenboeg opgenomen om bij te komen. Maar verder mankeer de hij niets, volgens de dokter. Uiteraard heeft men zich afgevraagd hoe de 016 toch op een mijn gelopen kon zijn. Van Britse zijde dacht men aan een mijn in een van de door de Britten aangelegde mijnenvelden bij de Tiomaneilanden (voor de zuidoostkust van Malakka). Na de oorlog hebben de Japanners bekendgemaakt dat zij reeds enkele dagen vóór hun plotselinge 105 0230 1 Nenasi Kampung °Leban Condong a Kuala Rompin i Kuala Pontian Kampong Telok Salang D Kampung Genting o* TIOMAN •jngai 'Epdau Kampung a Labung Kampong pjuan iMersing PEMANGGIL AUR n Kampung Tangairü Kahang Baharu Gunufig ■.eluang Belumüt SungaiJohor Kampung ^Sedili Besar 0 km 20 40 60 Op een onbewoond eiland Naar Singapore Japanse mijn?

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2012 | | pagina 23