Ontrukt aan de vergetelheid, aflevering 3 HELDER L. Lasschuijt Nu komen de herinneringen van Levy Grunwald aan Sally Manheim aan bod. In zijn eerste relaas wordt de Ouwe Helder vergeleken met Pompei' echter met dit verschil dat er deze keer geen vulkaan was die de vernietiging aanrichtte maar brute vandalen, misdadige han den sloegen de hand aan dat wat eenvoudige zielen dierbaar was. Ze maakten van de Ouwe Helder een puinhoop. Niet de'meneren met wit" zoals de schuimende grondzeeën in jutterkringen werden genoemd, richtten de verwoesting aan maar schendende mensenhanden. Tot voor kort was de Ouwe Helder een gesloten gemeenschap daar achter het Galgenveld en Erfprins. Voor kruidenierswaren ging je naar Maal- steed en voor brood naar Elte en als er kleine kinderen kwamen dan kocht je een speen en een kinderwa gen bij Manheim. Bijna alle kachels in de wijk hadden een kachelpijp van Manheim. Als je dansen wilde leren ging je naar Polak. De Jutters dron ken hun borrel in de Pottenwinkel bij Mos, soms wel eens twee of meer. Er werden ook heroïsche daden ver richt, wanneer op de Pannekoek of de Razende Bol schepen te pletter lie pen, dan trokken de zeeridders er op uit om te trachten de bemannings leden in veiligheid te brengen. Als beloning kregen ze dan een medaille. Meestal wisten ze niet eens hoeveel medailles ze gekregen hadden net zo min als Manheim wist hoeveel meter kachelpijp hij gemaakt had. Iedere dag stonden de oude Manheim en zijn zoon Sally met opgestroopte mouwen voor het vuur en alleen op Salomo Manheim (1865 - 1944). (Collectie M. Vermooten.) vrijdagavond werd het stil in de smidse en wanneer de familie terug kwam uit de synagoge werden door moeder Sara de sabbathkaarsen onstoken. Zege nend strekte zij haar handen uit waar bij zij in het Hebreeuws de woorden uitsprak:"Geloofd zij Hij die ons gebo den heeft het Sabbathlicht te ontsteken". Op het eind hunner jaren, wanneer hun leven was volbracht werden de inwoners van de Ouwe Helder ter ruste gelegd in het gele duinzand op de begraafplaats in Huisduinen. Zij hebben de verschrik kingen die Sally Manheim te wachten stonden niet meegemaakt. Een dag voor dat de Joden uit Den Helder werden verdreven, protesteert burgemeester Ritmeester tijdens zijn toespraak aan de baar van een overleden Joodse stads genoot tegen het barbaarse regime. Hij spreekt woorden van troost en bemoe diging. Burgemeester Ritmeester was een dapper man. Westerbork was het laatste station voor duizenden mensen waaronder veel Helderse Joden. Levy Grunwald heeft samen met zijn vrouw afscheid genomen van de inmiddels tachtigjarige Sally in een smerige barak. Tussen de vieze kribben waarin mensen driehoog opgestapeld lagen en zittend op een koffer hebben ze herinnerin gen opgehaald. Herinneringen aan de Koningstraat waar Sally in later jaren Het oude victualie huis aan de Dijkstraat. Dijkslraat 101

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2012 | | pagina 19