De smederij in gebouw 52 op Willemsoord rond 1930. king dient bedacht te worden, dat de eerste gemechaniseerde productie, op de in die tijd toonaangevende Engelse marinewerven, bestond uit de door stoom aangedreven machinale ver vaardiging van blokken ('blocks') op de Royal Naval Dockyard te Portsmouth. De daartoe ingezette 'block making machinery' werd in de eerste jaren van de 19e eeuw door Marc Isambar Brunei en Henry Maudslay geïnstalleerd en bleef tot in de zestiger jaren van de 20e eeuw in gebruik. In de bredere context van de 19e eeuwse industriële revolutie raakte de militaire scheepsbouw vanaf de jaren '50 in de greep van de volgende 'triple revolu tion': ■S Vanaf 1845 begon de toepassing van de scheepsschroef aan een snelle op mars met als gevolg, dat nog geen decennium later ieder modern oor logsschip, volgens heersende opvat tingen, met (hulp)stoomvermogen uitgerust moest zijn. Gedurende de daarop volgende decennia verbeter den de prestaties en het rendement van de stoomvoortstuwing in een te traag tempo om de zeilvaart al geheel te kunnen verdringen. Het duurde zelfs nog tot in de jaren '90 voordat de zeiltuigages definitief van alle typen oorlogsschepen (met uitzondering van de opleidingssche pen) verdwenen. Zr. Ms. 'Samarang' werd in de jaren 1845-1847 als eerste schroefstoom- schip gebouwd voor de marine maar de overschakeling naar schroef- stoomschepen begon pas serieus met de bouw van het korvet Zr. Ms. 'Medusa' in 1852-54. V De dominantie van hout als bouw materiaal voor oorlogsschepen eindigde tamelijk abrupt in de jaren 1859/1860 toen de destijds rivalise rende grote mogendheden Engeland en Frankrijk beide een met ijzeren pantserplaten bekleed oorlogsschip in gebruik namen. Deze pantser schepen maakten de tot dan opper machtige kapitale houten liniesche pen direct weerloos. De zwanenzang van het houten schip in de Nederlandse marine werd in 1865 ingeluid met de op dracht aan het Engelse 'Laird Bro thers' te Birkenhead voor de bouw van het ijzeren gepantserde ramto- renschip Zr. Ms. 'Prins Hendrik der Nederlanden'. De eeuwenlang als scheepsgeschut aangewende gladloops voorlaad- kanonnen waren rond 1860 in ac curatesse en vuurkracht inferieur geworden ten opzichte van getrok ken voorlaadkanonnen. Ruim een decennium later werden bruikbare getrokken achterlaadkanonnen geproduceerd, die op hun beurt de getrokken voorladers zouden ver dringen. Tussen 1861 en 1873 vond de invoe ring van getrokken voorlaadgeschut plaats in de Nederlandse marine, in 1874 gevolgd door de introductie van getrokken achterlaadgeschut en uitmondend in een volledige verwa pening van de vloot vanaf 1883. De geschetste 'triple revolution' maakte een voorheen ongekende maritieme wapenwedloop mogelijk tussen de grote maritieme mogendheden Enge land, Frankrijk en vanaf circa 1880 ook Duitsland. Kenmerkend was, dat steeds grotere ijzeren en later stalen sche pen in de vaart werden gebracht met steeds beter presterende en renderende stoomvoortstuwing, steeds zwaardere bepantsering en uitgerust met steeds krachtiger geschut. In samenhang met oplopende internationale spanningen, zou deze maritieme wapenwedloop uiteindelijk in 1914 bijdragen aan het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Nederland was geen partij van beteke nis in deze wapenwedloop maar volgde de technische ontwikkelingen om ver nieuwingen in de vloot aan te brengen. 94 Technische revolutie

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2012 | | pagina 12