Van weiland naar bollenland Ton Slot Oud keurmeester B.K.D. (Bloembollenkeuringsdienst) Julianadorp e.o. Hoewel de bloembollencultuur in ons land teruggaat tot in de 15e eeuw, kwam de bollenteelt in ons land pas aan het eind van de 19e eeuw goed op gang. Rond 1890 gebruikte men in de Bol lenstreek het gebied rond Haarlem, Lisse, Hillegom en Sassenheim nog geen 300 ha voor bloembollen, in 1910 was dat 3000 ha en in 1920 5000 ha. Terwijl de teelt in de "zuid" zich daarna nog sterk uitbreidde, begon men ook met bloembollen op de zandgronden in Hollands Noorden. Eerst in de Anna Paulowna polder (Breezand 1912), daarna ook aan de westzijde van het Noord-Hollands kanaal in de Zijpe (1923) en het Koegras (1925). Het Koegras (3875ha) aan de oostzijde bedijkt in 1817, was rond 1900 een overwegend agrarisch gebied (1902: 66 stolphoeven, 47 arbeiderswoningen). Het agrarische bedrijf bestond voorna- Medewerkers van Wout Meskers aan de Doggersvaart. De datum is 9 mei 1940! melijk uit veeboeren ca 2500 runderen, Foto: J. van Hasselt (kleurendia). Bloembollen rooien met de hand in 1942. Collectie T. Slot. WtsiM 72

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2011 | | pagina 26