de foerier helpen met het uitladen en binnenbrengen van schoenen, waarbij we met de schoenen langs hem liepen. Ik dacht een kortere weg te hebben ge vonden door achter hem langs te lopen, maar toen hij het merkte ontstak hij in woede: hij moest de schoenen kunnen tellen! Einde van de hulptroepen. Ik herinner me niet, dat we in sep tember 1939 op een andere plek naar school moesten. Wellicht was na de eerste hectische periode van de mobi lisatie de school niet meer nodig voor de militairen. Toen in begin juni 1940 omstreeks 4 uur de bommen vielen, die een einde maakten aan het Marine hospitaal aan de Buitenhaven kwam ik net uit school en kon schuilen in de kelder van het pas gereed gekomen gebouw van de Arbeidsbeurs, tegenover de Postbrug. In die tijd gingen we dus weer naar school op de Kanaalweg. Ik weet nog wel, dat we met de school moesten verhuizen, toen, later in de oorlog (ik weet niet meer wanneer dat was) de school gevorderd werd door de Duitsers. We zaten op een zondag in de mid- dagdienst in de Bethelkerk, toen koster Van Leeuwen door de kerk naar de preekstoel liep en Ds. Tollenaar iets influisterde. Het bleek, dat de school gevorderd was en op stel en sprong ontruimd moest worden. Of de in de kerk aanwezige leerkrachten maar zo snel mogelijk naar de school wilde komen om te helpen! Wij waren natuurlijk blij met wat extra vakantiedagen. Onze school trok in bij de MULO op de Vismarkt. Waarschijn lijk was toen het leerlingenaantal al zover geslonken, dat dit goed mogelijk was. Ook de periode volgend op de lagere school verliep door de oorlogsomstan digheden niet bepaald vlekkeloos. Ik deed in juni 1943 met succes toelatings examen voor de RHBS. Deze was geves tigd in een oude lagere school in Oud Den Helder, ik meen in de Langestraat. Maar de hele buurt was al ontruimd en van een prikkeldraad omheining voorzien. Om toch de school te kun- Het natuurkundelokaal van de Rijks HBS aan de Kerkgracht in 1947. nen bereiken was er bij de Laan een opening gemaakt in de omheining. De Walvisstraat was versperd met prik keldraad, maar via de Paardenstraat konden we toch de school bereiken. Zijstraten, stegen en dergelijke waren allemaal versperd. Voor ons was deze versperring geen groot probleem: we kropen er wel onderdoor. Op die ma nier heb ik nog een paar mooie antieke tegels bemachtigd. Maar Oud Den Helder werd afgebro ken en de RHBS moest verhuizen. We gingen naar de Kerkgracht in twee naast elkaar gelegen woonhuizen. De scheidingsmuur werd op een aantal plaatsen doorgebroken en zo ontston den redelijk grote leslokalen. Maar er waren helemaal geen vaklokalen en een groot deel van de schoolinventaris moest dus worden opgeborgen. Dat gebeurde op de zolder van het raad huis. Wij, als leerlingen mochten mee helpen met de verhuizing en dat was natuurlijk feest. Op die zolder zat in de vloer een luik met een touw eraan, dat via een katrol en een gat in de vloer naar beneden verdween. We wilden wel eens zien wat er achter dat luik zat en trokken aan het touw. Toen we naar beneden keken zagen we recht onder ons het hoofd van burgemeester! De leerlingen, die in de klassen boven ons zaten hadden al wat meer verstand van scheikunde. Ze maakten bootjes van papier en deden er een stuk carbid in. Het bootje werd te water gelaten in de Kerkgracht en als het bootje uitge brand was kwam de carbid in aanraking met het water en ontplofte met een luide knal. Het was wel een gezellige tijd op school. De hele RHBS had nog maar ongeveer 80 leerlingen, verdeeld over vijf klassen. Je kende elkaar allemaal en je ging met iedereen om. Na de verplichte evacuatie van Den Helder in september 1944 waren er nog maar zo weinig leerlingen en lera ren, dat de school gesloten werd. In de loop van dat jaar werden er later kleine groepjes gevormd van leerlingen van hbs en lyceum, die les kregen aan huis. Er waren nog wel enkele leraren in Den Helder en verder waren er al dan niet ondergedoken studenten, die ook les konden geven. Een van de les/huiska mers was bij ons aan huis, waar mijn oudere broer Udo scheikundeles gaf. We zaten dan met onze winterjassen aan om de tafel, want kolen waren er niet. Ik heb dat niet erg lang meegemaakt, want de hongerwinter kwam eraan en ik werd op Texel bij een boer onderge bracht. Daar maakte ik van heel dichtbij de "russenoorlog" mee. Maar dat is weer een ander verhaal. 68

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2011 | | pagina 22