zouden hebben. Nu wordt er maar ge
slacht, elk wat hij heeft, zodat wij nu een
maand vroeger ons wintervlees krijgen,
omdat wij anders mogelijk niets zullen
hebben.
Het hooi wordt ook opgeëist. Dit maakt
de boerenstand allerbeklagelijkst, om
dat dan de mensen de beesten ook niet
kunnen voeden en dus geruïneerd zijn.
O, benauwde tijden. Boter is niet meer
te krijgen, noch turf, noch aardappelen
noch olie. Daarom maakt iedereen zijn
eigen kaarsen. Kortom, niets, als nog
wat tarwebrood en nog wat rogge, doch
dat zal ook niet lang duren.
Men zegt [dat] de Engelse minister Van
Berlijn gister op Den Helder gearriveerd
is.
Zondag 20 oktober, 't Gerucht zegt de
Russen en Engelsen worden ingescheept
om te vertrekken.
Maandag 21 oktober. Thans is 't zeker
dat de Erfprins reeds vertrokken is en
dat de anderen, zo Engelsen als Russen,
zullen volgen.
Dinsdag 22 oktober, hedenmiddag
kwam de overige vloot onder de Vlieter
en de Zuiderzee terug en is in of bij het
Nieuwe Diep gezeild. Wij telden dicht
aan de 40 zeilen, doch veel kanonneer
boten.
Woensdag 23 oktober. Men hoort nog
niets van de capitulatie.
Zondag 27 oktober. Thans is het dood
stil. Men ziet rook als van brand. Dat
duurde verscheidene uren. 's Avonds
kwam bericht van Den Helder dat de
brand een boerenplaats in de Zijpe was,
men zegt de plaats van nicht Berber
Walig. [Barber Jansz Walig kocht in 1792
de plaats 'Selden Tijd zonder Strijd' tus
sen de Keinsmerweg, de Corte weg en de
Zijper dijk, even buiten 't Zand. Ze was
getrouwd met Lourens Schoon ].5
De drie kinders van Boomsma zijn uit
Purmerend naar Amsterdam gegaan,
omdat daar [Purmerend] inkwartiering
van de Bataven kwam, thans bij nicht.
Schoonbroer Boomsma had twee kisten
met linnen naar Purmerend gestuurd,
doch hoort thans dat ze naar een pak
huis in Amsterdam gezonden zijn. Hij is
vol vrees of ze wel bewaard zijn.
Zondag 10 november. Hedenochtend
is de schout bij nacht Story naar de
Engelse admiraal gegaan. De [Bataafse]
kapiteins Huijs, de Jong, ook Elbregt
hier aan huis zijnde, worden door 2 of
ficieren afgehaald.
Huijs en Cornelius de Jong van Ro-
denburgh waren tot 30 augustus kapitein
op de Bataafse linieschepen Admiraal de
Ruijter en Cerberus met ieder 68 ka
nonnen aan boord. H.J.F. Eilbracht was
kapitein op het Bataafse fregat Bescher
mer met 54 kanonnen.6 Alle drie waren
bij de familie Wentel ingekwartierd.]
Maandag 11 november. De kapiteins
zijn hedenochtend vertrokken. De
schout bij nacht Story is met de Engel
sen gegaan. Of dit met of tegen zijn zin
is zal de tijd leren. Thans nadert het
eind der Engelse expeditie. Dagelijks
gaan er een menigte schepen uit [van
de Rede naar zee]Ook komen er veel
zieken en sterven er veel, meest aan
roodloop [dysenterie]Op Ameland is
verongelukt het Engelse schip de Valk.
Van de vijfhonderd mensen zijn slechts
twintig geborgen.
Dinsdag 19 november. Thans zijn alle
Engelsen verdwenen, zodat die historie
is afgelopen.
't Is of het een droom is. Zulk een ge
beurtenis vergeet men nooit.
Texel, 20 november 1799, N. Wentel
Wie was die N. Wentel?
Dit dagboek berust in het familiear
chief De Lange in het Regionaal Archief
Alkmaar. Bij de inleiding op dit archief
wordt vermeldt dat N. Wentel ver
moedelijk Anna Wentel, ofwel Naatje
Wentel is. Naatje Wentel was de in 1785
in Oudeschild geboren dochter van
Abraham Wentel en Neeltje Schiere. Ik
geef toe, het is verleidelijk om in eerste
instantie bij ordening van dit familie
archief De Lange de naam N. Wentel te
associëren met Annaatje Wentel, die in
1810 trouwde met de Alkmaarse nota
ris Adrianus Petrus de Lange. Maar als
we het dagboek goed lezen, komen we
tot een andere conclusie:
Op 27 oktober is sprake van schoon
broer Boomsma, dus zwager Boomsma.
Annaatje Wentel heeft geen zwager
Boomsma. Al eerder in het dagboek
worden Aalje en Boomsma samen
genoemd. Rintje Oepkes Boomsma,
chirurgijn en adj. maire in Den Helder,
was getrouwd met Aalje Wentel (TX
1757-1813), dochter van Adriaan Wen
tel en Catharina Coppens. Aalje was de
jongste zuster van notaris en procureur
Abraham Wentel (1749-1829) te Oude
schild. Volgens een akte van notaris Jan
Star was Abraham Wentel in 1777 ook
collecteur7 en, tot het Bataafse Rijk in
gelijfd werd bij Frankrijk, ambtenaar bij
de convoyen en licenten en commies ter
uitklaring; nu zouden we hem een bij
klussende notaris en douane-ambtenaar
noemen. Hij was getrouwd met de uit
Harlingen afkomstige Neeltje Schiere
(1753-1824). Zij waren de ouders van
(An)naatje Wentel. Rintje Boomsma en
Aafje Wentel waren dus de zwager en
schoonzus van Neeltje Wentel-Schiere.
Zondag 13 oktober ontvangt de schrijf
ster een brief van 'ons lieve Naatje' en is
tot tranen toe geroerd. Het lijkt er dus
sterk op dat Neeltje Wentel-Schiere,
behalve moeder van 'ons lieve Naatje'
en schoonzus van Boomsma, ook de
schrijfster is van dit dagboek.
Deze toeschrijving maakte het vervol
gens mogelijk om ook een aantal andere
in het dagboek genoemde personen
beter te plaatsen:
Lucas, met z'n kaag, was Lucas Wentel
(1756-1824), een jongere broer van
notaris Abraham Wentel. Hij was kaag-
schipper, grossier en slijter van sterke
drank. Hij trouwde met Grietje Isbrants
Blankman. Misschien was dat wel de
Grietje waarmee Neeltje Wentel-Schiere
op 24 augustus naar de Hooge Berg
liep. Kaatje (1787-1825), de dochter van
Lucas en Grietje, trouwde met Klaas
Simon Kikkert (1787-1875), evenals zijn
vader broodbakker in Oudeschild.
De koopvaardijkapitein Leendert Pruijt
was getrouwd met Antje Wentel (1751 -
1779) een jongere zuster van Abraham
Wentel. Na haar overlijden hertrouwde
Pruijt met Antje Alders Kwast, weduwe
58