Portret van Lodewijk Napoleon Bonaparte, koning van Hortense Eugénie Cécile de Beauharnais, koningin van Holland (C. H. Hodges 1808, collectie Frans Hals Museum). Holland Girodet-Trioson, collectie Rijksmuseum). burgers gaf onvoldoende soelaas, zodat wel gebruik gemaakt moest worden van kampementen op het land. Dat dit vooral in de winter tot allerlei pro blemen leidde blijkt ondermeer uit de klacht van Aarjen Brouwer, doodgraver op Heiligharn. Hij verklaarde dat de militairen grote verwoestingen op het kerkhof hadden aangericht, zelfs graven hadden opgedolven en de lijken uit de kisten verwijderd. Ook Pieter Barten van het Heiligharn legde een verklaring af waaruit blijkt, dat doodkisten waren meegesleept en gebruikt tot 'hutten in het camp waar zij gelegerd waren'. Lodewijk Napoleon liet zich ook voor lichten over de toestand van de bevol king. De nood onder de Texelse loodsen ging hem ter harte. De loodsen, die nagenoeg werkloos waren, moesten met vijf gulden per maand zien rond te ko men. Door bemiddeling van de koning konden zij voor een gage van 20 gulden per maand dienst nemen op de Franse schepen voor binnenlandse defensie. In 1809 werden alle loodsen en vissers van Den Hoorn, Oudeschild en Oosterend opgeroepen om onder admiraal VerHu- ell in dienst van de marine te treden; 35 schepen met 140 man kwamen in dienst. Koninkrijk Holland (1806-1810) In 1806 werd de Republiek opgeheven en vervangen door het Koninkrijk Hol land onder Koning Lodewijk Napoleon, een jongere broer van Napoleon. De jonge 27-jarige koning, gehuwd met Napoleons lichtzinnige stiefdochter Hortense de Beauharnais, was wel geen krachtig bestuurder, maar toch een goedhartig en niet onbekwaam man, die met de beste bedoelingen bezield was. Dit laatste bleek onder andere uit zijn warm medeleven bij een ramp in Leiden ten gevolge van het springen van een kruitvat. Minder gewaardeerd werden zijn spilzucht en ongedurigheid, die hem diverse keren van residentie deed veranderen. Een andere uiting van zijn praalzucht, tegelijk na-apen van zijn grote broer, was de benoeming van maarschalken in het kleine Hollandse leger, het instellen van een ridderorde en het scheppen van adellijke titels. Op 8 april 1807 vertrok Lodewijk Na poleon uit Den Haag. (3) Deel van het Keizerrijk (1810-1814) Keizer Napoleon maakte in 1810 een eind aan het bewind van zijn broer en lijfde ons land bij decreet van 9 juli 1810 bij Frankrijk in. 'Ik heb Holland met het Rijk verenigd om er mijn dou aniers heen te zenden.' Uiteraard was dit niet de enige reden, maar wel de belangrijkste. Napoleon wilde Engeland middels zijn 'Continentale Stelsel' eco nomisch op de knieën krijgen en alleen door middel van toezicht door Franse douaniers dacht hij dat dit gerealiseerd kon worden. Toen de Nederlanders bij Frankrijk werden ingelijfd kwamen er allerlei bepalingen welke de verfransing ten doel hadden, zoals Franse taal in de officiële correpondenties en op de scho len. In 1810 werd C. van Herwerden van het ambt van baljuw ontheven; hij bleef toen alleen het ambt van notaris vervullen. Hiermede kwam een einde aan de combinatie van functies. Een eis van de nieuwe tijd, maar in Den Helder 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2011 | | pagina 9