Lodewijk Napoleon was in de ogen van zijn vrouw
een onaantrekkelijke man. Ze leefden gescheiden.
Door niet aanwezig te zijn bij de geboorte en de doop
van zijn derde kind voedde Lodewijk de geruchten
over de buitenechtelijke escapades van Hortense
(C.H. Hodges 1809, Rijksmuseum Amsterdam).
De Nederlandse zeeofficier Carel Hendrik VerHuell kwam als
minister dikwijls over de vloer bij koning Lodewijk en zijn
vrouw. Was hij de vader van Louis Napoleon? Onmogelijk,
concludeerde oud-minister Rink, die de geruchten hierover
onderzocht (L.A.G. Bouchet 1824, gemeentemuseum Arnhem).
(1783-1837). Zij was de dochter uit
een eerder huwelijk van Joséphine de
Beauharnais (1763-1814), die in 1796
trouwde met Napoleon I (1769-1821).
Hortense was dus de stiefdochter
van de Franse keizer. In 1802 werd ze
uitgehuwelijkt aan Lodewijk (1778-
1846), een van de broers van Napoleon.
Daardoor werd zij ook de schoonzuster
van de Franse keizer. Het huwelijk van
Joséphine en Napoleon was tot dan
toe kinderloos gebleven. Joséphine
hoopte dat haar dochter een zoon
zou krijgen, zodat Napoleon die zou
kunnen adopteren en zich daardoor
kon verzekeren van een opvolger.
Hortense(18) en Lodewijk(23) voelden
niets voor elkaar. Hortense vond hem
somber, onaantrekkelijk en ziekelijk.
Bovendien sleepte hij met zijn been.
Niet voor niets werd hij 'Lamme
Loetje' genoemd. Lodewijk vond haar
buitengewoon oppervlakkig, lichtzinnig
en irritant. Hij verdacht haar ervan dat
ze een geheime verhouding had met zijn
broer, Napoleon, haar stiefvader. Dat ze
tegen heug en meug trouwden, bleek
zelfs tijdens de huwelijksvoltrekking.
'Nooit was een trouwplegtigheid
treuriger', zo schreef Lodewijk later.
'Nimmer gevoelden twee echtgenoten
levendiger de gewaarwording van alle
de ijselijkheden van een gedwongen en
kwalijk geplaatst trouwverbond.'
Ondanks hun ongelukkige huwelijk
kregen Lodewijk en Hortense drie
kinderen: Napoleon Charles (1802),
Napoleon Louis (1804) en Louis
Napoleon (1808). In 1806 benoemde
keizer Napoleon zijn broer tot koning
van Holland. Hortense had naar Italië
gewild. Holland was een straf voor
haar. 'Een koninkrijk gehuld in mist,
zonder zon, zonder enige poëzie, een
land van zwaarwichtige en zwaarlijvige
burgemeesters', zo verzuchtte ze. 'Mijn
God, ik zal er van verdriet aan sterven.'
Bij zijn vertrek naar Den Haag zei
Napoleon tegen zijn broer: 'Ik weet dat
je je kinderen graag bij je hebt. Daarom
heb ik het goed gevonden dat ze met
je meegaan, hoewel Napoleon Charles
mijn potentiële erfgenaam is.' En tegen
Hortense zei hij: 'Ik heb mij de laatste
tijd geërgerd aan uw vrijpostigheid met
de mannen in mijn omgeving. Over
die platvloerse opdringerigheid van u
worden, zoals u ongetwijfeld weet, in
de straten van Parijs grapjes gemaakt.
Door uw gedrag maakt u niet alleen
uzelf belachelijk, maar ook mijn broer,
van wie ik veel houd en die ik hoog
acht. Ik maak u erop attent dat u uw
positie, uw privileges en uw titel, eerst
van prinses en nu van koningin, dankt
aan uw huwelijk met mijn broer.'
29