Als gevolg van het keizerlijk bezoek
werd fort Lasalle, genoemd naar Na
poleons oude strijdmakker Antoine
Charles Louis de Lasalle, aanzienlijk
uitgebreid en versterkt. Op 8 maart
1812 keurde de keizer het plan goed
voor de complete stelling Den Helder
en Nieuwediep: een vestinggordel rond
de haven en dorp, rondom het Etablis
sement de la Marine tot het Nieuwe
Werk 'achterin de haven het Nieuwe
Diep, om via Fort l'Ecluse (Dirks Admi
raal) weer aan te sluiten Fort Lasalle. De
val van Napoleon in 1813 verhinderde
de uitvoering van de vestingbouw rond
het Etablissement de la Marine.
Het bezoek van de keizer had in Den
Helder nog allerlei minder prettige ge
volgen. Verschillende ingezetenen leden
schade door de leveranties van fourage
voor de garde. Zo was er een klacht van
de herbergier P.F. Manicus dat hij zijn
herberg (Zeeburgh) had gereserveerd
op order van de maire, maar dat er geen
gebruik van was gemaakt en hij derhal
ve schade had belopen, doordat hij in
die dagen geen andere gasten had kun
nen ontvangen: hij schatte de schade op
100,-. Verscheidene vrachtrijders en
neringdoenden beklaagden zich even
eens, dat ze voor prestaties en leveran
ties geen betaling hadden ontvangen.
Het gemeentebestuur ordonneerde toen
enkele octrooien en heffingen tot dek
king der uitgaven.
Zo mocht ook toen de gewone man het
toch weer betalen.
Admiraal VerHuell
Carel Hendrik graaf VerHuell (1764-
1845) werd door Napoleon benoemd
tot Inspecteur van het noordelijk kust
gebied en commandant van de vloot
bij Texel en de stelling Den Helder
(1812). In die functie werkte hij samen
met Waterstaatsingenieur Jan Blanken,
ontwerper van de zee- en marineha
ven van Nieuwe Diep (en later van het
Noord-Hollands Kanaal). Beide man
nen bewonderden Napoleon, maar
terwijl Blanken zijn loyaliteit op tijd
weer verlegde naar de Oranjes, bleef
VerHuell Napoleon trouw ook na diens
Carel Hendrik
VerHuell,
getooid met het
officierskruis van
het Legioen van
Eer, hem verleend
in 1804 (J.B.J.
Augustin, collectie
Rijksmuseum).
nederlaag. Zelfs na de landing in Sche-
veningen van de Erfprins (in november
1813) bleef hij trouw aan zijn eed aan
Napoleon en weigerde hij de stelling
Den Helder over te geven aan het nieu
we Nederlandse bewind. En zo werd
de stelling Den Helder door Hollandse
troepen belegerd van december 1813
tot begin mei 1814. Pas toen geloofde
VerHuell dat Napoleon inmiddels
Keizer af was, en hij van zijn eed was
ontslagen. Op 4 mei 1814 droeg hij de
macht over. Vijf dagen later vertrok hij
per schip naar Frankrijk. Burgemeester
Westerholt bedankte hem voor alle
goedheid en de wijze waarop hij Den
Helder en de vloot heeft ontzien.
VerHuell had de voedselvoorziening
van de Helderse bevolking nooit in
de weg gestaan. Integendeel, hij had
de armsten van militaire rantsoenen
voorzien. Ook had hij beschieting van
Den Helder door de Fransen vanuit
de forten weten te voorkomen en er
voor gezorgd dat de vaderlandse vloot
behouden bleef. Het staat wel vast dat
VerHuell ook bij de overgang naar
Oranje niet veel kansen gehad zou heb
ben. De nieuwe regering, het befaamde
driemanschap - had VerHuell niet voor
niets nergens in betrokken. Blijkbaar
had VerHuell niet beseft hoe hij als pro-
Napoleon te boek stond.
J.T. Bremer
Literatuur
Voor zover niet anders vermeld zijn de ar-
chiefgegevens afkomstig uit het boek
A. Korff, Beknopte geschiedenis van
Huisduinen en Den Helder, Haarlem
1958
Het verdere verloop van de landing en de
daaropvolgende gevechten tussen En
gelsen en Russen enerzijds en Bataafse
en Franse troepen anderzijds is uit
voerig behandeld in het juni nummer
van 'Levend Verleden' in 1999 (lle
jaargang no. 4)
Jan T. Bremer en H. Schoorl, Varensgasten
en ander volk, Schoorl, 1987
G.F. Gijsbergti-Hodenpijl, Napoleon in
Nederland, Haarlem, 1904
L. Turksma, Admiraal van Napoleon,
Arnhem, 1991
9
-rs-rrrr.
D
:r>