anno 1810 voor de hand liggend door
dat het inwonertal snel groeide. Op 20
juli 1811 werd A.J.A. baron van Wes-
terholt tot maire (burgemeester) aan
gesteld. Hij was een oud-luitenant ter
zee en heeft gedurende 3,5 jaar aan het
hoofd van de gemeente gestaan. Zijn
vertrek was waarschijnlijk (mede) het
gevolg van een request van bepaalde in
gezetenen aan Koning Willem I waarin
zijn beleid als maire werd aangevallen.
De instelling van de conscriptie (mili
taire dienstplicht) had grote gevolgen.
Ook Helderse jongemannen werden zo
gedwongen mee te varen op de oorlogs
vloot of deel te nemen aan de befaamde
Russische veldtocht (1812).
Van 15 tot 17 oktober 1811 bracht Na
poleon zelf een bezoek aan Den Helder.
Hij wenste persoonlijk de fortengordel
in aanbouw en de strategische beteke
nis van Den Helder als oorlogshaven
in ogenschouw nemen. Hij bezichtigde
de havenwerken en schepen en bracht
aan de forten in aanbouw, Fort Lasalle
(Erfprins) en Morland (Kijkduin), een
bezoek. De schansen op Texel werden
eveneens geïnspecteerd. Uiteraard ging
Napoleon ook het water op. Zijn bege
leider Dirk van Hogendorp (1761-1822)
schreef hierover:
'Wij zetten koers naar het grote vaarwa
ter tussen de banken of lage gronden,
dat de Keizer wilde verkennen en in
zijn tegenwoordigheid laten peilen.
Men bevond dat het vaarwater dieper
en minder smal was, dan men het ge
woonlijk schat. Steeds verder gaande
en door een dikken nevel overvallen,
verloren wij de schepen, die onder zeil
gegaan waren, en de kust uit het oog.
Gelukkig was er een kompas in de boot,
maar het ijzer van de degens deed de
naald afwijken, waardoor wij verplicht
waren ze af te doen en vóór in de boot
te bergen, om ons te kunnen vergewis
sen waar wij waren en naar de kust te
kunnen sturen. Want wij moesten zeer
dicht bij den Engelschen kruiser wezen,
die bij Texel lag. Het oogenblik was niet
zonder gevaar. Wij zagen zelfs de an
dere boten niet. De Keizer bleef echter
steeds kalm en zette het gesprek voort
alsof er niets gebeurde. Eindelijk werd
er 'land' geroepen, wat de Keizer deed
lachen.
'Wij keerden vervolgens, te paard,
met een ongeloofelijke snelheid naar
Den Helder terug, van waar wij, langs
het strand, meer dan een grote mijl
verwijderd waren. De Keizer bezocht
toen nog de vestingwerken, waaraan
drie a vierduizend Spaansche krijgsge
vangenen met schoppen en houwelen
werkten. Hij begaf zich te midden van
die gevangenen en vroeg hun waar en
wanneer zij gevangen genomen waren.
Zonder omwegen sprak hij over den
toestand van Spanje, over Ferdinand
VII en Joseph. Zij antwoordden allen
gansch verschillend, maar riepen als uit
een mond 'Leve de Keizer'. Geen van
hen gaf blijk van enige vijandige ge
zindheid, alhoewel er misschien reden
was die te verwachten. (4)
Dat misschien is wel wat eufemistisch.
Keizer Napoleon had de Spaanse Ko
ning Ferdinand verjaagd en een van zijn
broers, Joseph in diens plaats tot koning
gekroond.
Het fort Lasalle (later Erfprins). Links op de achtergrond Huisduinen. "In het jaar 1814 naar de natuur geteekend door den
kapitein ter zee Maurice VerHuell" (collectie gemeente Den Helder).
8