De Helderse onderwijzer Albert Lever (1892-1980) en zijn vrouw, de publiciste Lydia Brouwer (1893-1979) 'In de zesde klas van de christelijke opleidingsschool moesten we van onze hoofdonderwijzer, de heer A. Lever, het bekende gedicht van de 17e-eeuwse dichter Jacob Revius leren: 't En zijn de joden nietHeer Jezus die U kruisten noch die verraderlijk U togen voor 't gericht noch die versmadelijk U spogen in 't gezicht noch die U knevelden en stieten U vol puisten. 't En zijn de krijgslui niet, die met haar felle vuisten Den rietstok hebben of den hamer opgelicht Of het vervloekte hout op Golgotha gesticht Of over Uwen rok t'saam dobbelden en tuischten Ik ben 't, o Heer, ik ben 't die U dit heb gedaan fideel was de meester ziek, en eerlijk is eerlijk, ik herinner me goed dat hij nogal eens last van z'n maag had en dan een pilletje slikte en een glaasje water. Toen ik de afgelopen jaren bezig was met het schrijven van een gedenk boek over de polder Wieringerwaard (1610-2010) en daarin ook de Tweede Wereldoorlog besproken moest worden dook plotseling de naam Albert Lever weer op. Zeker in de beginperiode van de oorlog was de verspreiding van illegale bladen sterk gebonden aan bepaalde groepen of netwerken. Zo werd een blad als 'Vrij Nederland' en het pas sedert 1943 verschijnende 'Trouw' verspreid in diverse plaatsen waar Helderse vluchtelingen verbleven zoals de Wieringer waard. 'Met name het Hel derse protestants- christelijke school hoofd Albert Lever, een actieve en principiële verzetsman, speelde een belang- De voormalige Rehobothschool aan de Keizersgracht anno 2008. Het was dezelfde hoofdonderwijzer die ons er op wees dat de Joden al eeuwen vóór de kruisdood van Jezus van Nazareth met totale uitroeiing waren bedreigd. In het oud-testamentische boek Esther wordt immers verhaald hoe de jodenhater Haman poogde niet al leen de Jood Mordechai, maar diens hele volk om te brengen?! Het was midden in de oorlog en de vergelijking Haman/Hitler lag voor de hand. We wisten toen nog niet dat het dit keer voor de Joden zo afgrijselijk zou aflopen... Zo schreef ik enkele decennia geleden over onze bovenmeester in mijn boek 'Herinneringen van een Helderse schooljongen' (1988). Het was in het oorlogsjaar 1943/44, in de dagen dat ook onze Joodse stadgenoten geheel uit het straatbeeld verdwijnen moes ten en derhalve naar ons onbekende 'kampen' werden weggevoerd. We kregen les in een bijzaal van de Apos tolische kerk tegenover het huis van meneer Lever, Sumatrastraat 7. Er gingen geruchten dat de meester 'in het verzet' zou zitten en we waren Lydia Adriana Brouwer en Albert Lever bij of kort na hun verloving in 1919. Foto: familiearchief J. Lever. dan ook niet zo heel erg verbaasd dat hij na de kerstvakantie niet meer op school kwam en wij de rest van het cursusjaar les kregen van juffrouw T. Smith. Op zich was dat overigens wel heel bijzonder in die jaren, in de zes de klas les krijgen van een juffrouw. Want juffrouwen hoorden thuis in de laagste klassen, meesters in de hogere klassen en de bovenmeester in de hoogste. Maar ja, het was oorlog en in die tijd gingen er wel meer dingen anders dan 't eigenlijk hoorde. Of- 256

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2011 | | pagina 6