ftO Belooning
gulden in het vooruitzicht 'voor het
aanbrengen van het lijk van wijlen
Jacob Willems'. En Aaltje Romkes, de
weduwe van de knecht, beloofde 10
gulden 'voor het aanbrengen van het
lijk van mijn geliefden Echtgenoot
Lubbert Kramer'.
De schipper droeg vermoedelijk 'een
rood baaien hemd, grijsbruine borst
rok, bruine molton onderbroek, roode
baaien onderbroek, blauwe kousen,
engelsch lederen broek en trui, alles
ongemerkt.' Kramer was gekleed in
'nieuw rood baaien hemd, gemerkt
L.R.K., Marinefrokje voor borstrok,
blauwe trui, blauwe molton onder
broek, zwarte baaien onderbroek met
banden, zware bovenbroek, Engel-
schlederen baatje en twee paar zwarte
kousen'.
IJskist
Twintig dagen na de ramp meldde 't
Vliegend Blaadje dat schipper Koppen
van de TX 153 op Texelstroom een
ijskist had gevonden, gemerkt HD 2.
Deze kist was ongetwijfeld afkomstig
van de verongelukte botter.
Een maand na de ramp kwam er ein
delijk een einde aan de onzekerheid
bij het gezin Kramer.
Op het strand van Callantsoog bleek
het lichaam van Lubbert Kramer te
zijn aangespoeld. Enkele dagen later
Rouwadvertentie voor Jan
Mastemaker in 't Vliegend Blaadje
van 12 oktober 1904.
werd het in Den Helder begraven.
Zijn laatste rustplaats bevindt zich
onder een grote dennenboom en
wordt gemarkeerd door een eenvou
dig liggend steentje.
Kramer kwam oorspronkelijk uit
Urk. In 1902 verhuisde hij naar
Nieuwediep. Zijn gezin telde toen zes
kinderen; het zevende kind, Geertje
was kort na de geboorte overleden. In
Den Helder beviel moeder Aaltje nog
van zoon Luut en dochter Lubbetje.
De laatste kwam zes maanden na de
ramp met de HD 2 ter wereld.
Ook voor het gezin van de schipper
kwam er duidelijkheid. Anderhalve
maand na de ramp werd het stoffelijk
overschot van Willems gevonden op
het strand van Petten.
Spoorloos
Voor de familie Mastemaker bleef de
onzekerheid voortduren. De golven
hebben het lichaam van Jan nooit
willen prijsgegeven. Extra wrang voor
de ouders was dat hun oudste (stief-)
kind Daniel Frederik Arpeau, in 1918
naar Newport in Noord-Amerika
vertrok, maar na enkele brieven geen
enkel teken van leven meer gaf. Ook
hij verdween spoorloos.
De Heldersche Visschersvereeniging
probeerde inmiddels zo veel mogelijk
geld voor de nabestaanden binnen te
Een oproep uit 't Vliegend Blaadje van
12 oktober 1904. Het lichaam van Jan
Mastemaker werd nooit gevonden.
halen. Staalman wist als uitgever van
een eigen krantje ('Extra Tijding') en
als journalist hoe hij de gevoelens van
de lezers het beste kon bespelen. In
een oproep om financiële bijdragen,
schreef hij: 'Zullen deze arme vrou
wen, die zoo plotseling alles verloren,
hem die zij liefhadden, hun huiselijk
geluk en hun broodwinner, zullen ze
hunne kinderen moeten vertellen, dat
er liefde was en medelijden en hulp
en troost voor anderen, maar dat voor
hen de harten waren gesloten? Zul
len dan onze beden niet verhoord en
hunne tranen niet gedroogd worden?
Kom, ga dan één ogenblik met ons
de woningen binnen van Willems
en Kramer en Ge zult ze niet kun
nen weerstaan die droeve blikken der
moeders en die smeekende oogen
dezer elf kleinen. Ze vragen u of gij
nu voor moeder zorgen zult en hen,
nu vader verdronken is, hun vader
die zoo'n beste vader was.'
Via de krant legde Staalman verant
woording af. Hij publiceerde alle gif
ten. Tot februari 1905 kwam er 11.000
gulden binnen bij het hulpfonds. Een
deel van het geld was afkomstig van
scholen, die door Staalman met een
circulaire waren bewerkt. Speciale
aandacht in de krant kreeg een gift
van de koningin-moeder Emma. Zij
had de burgemeester 60 gulden doen
toekomen ten behoeve van
de nabestaanden.
Drukkerij Egner in Den
Helder gaf een boekje uit
met een novelle van H.
van Ronkel onder de titel
'Een Visschersleven'. Prijs:
20 cent per exemplaar. De
opbrengst hiervan was ook
bestemd voor de nabestaan
den van de slachtoffers van
de storm op 6 oktober 1904.
Aan dood ontsnapt
Ondanks de dood van
zoon Jan bleef in het leven
van de familie Mastemaker
de zee een belangrijke rol
Heden werd ons ouderhart zwaar
getroffen door het verdrinken van
onze geliefde Zoon
JAM,
in den leeftjjd van 17 jaar, welke
met de HD. 2 op den 6en October
j.l. op zoo een noodlottige wijze om
het leven kwam.
Allen die hem gekend hebben, zul
len beseffen hoe zwaar ons deze
slag treft.
Namens zjjn diep bedroefde Ouders
Broeders, Zusters, Zwager en verdere
Familie
M. MASTENMAKER.
Helder, 11 October 1904.
wordt uitgeloofd, voor het aanbrengen
van het lp: van den 17-jarigen JAN
MASTENMAKER, op 6 October j.l.
met de H. D. 2 nabjj de Zuider-Haaks
vergaan en verdronken, is gekleed in pilow
broek met blauw molton onderbroek en
borstrok, rood molton hemd, flanel sport
hemd en blauwe trui, zwarte kousen, en
een grijzen zijden doek om den hals, alles
ongemerkt. De Vader
M. MASTENMAKER.
Brouwerstr. uo. 11. Den Helder.
272