Oorsprong en geschiedenis van de CJV (Christelijke Jongelings
Vereniging) en verenigingsgebouw Spoorstraat 7
Omstreeks 1859 was het een ru
moerige tijd. Het was een tijd van
grote sociale armoede en geestelijke
vervlakking. Er kwam een nieuwe
grondwet tot stand (J.R. Thorbec-
ke). Bij de invoering daarvan kwam
er vrijheid van godsdienst. Door
mechanisatie verloren velen, vooral
landarbeiders hun werk. Er kwam een
trek naar de grote stad op gang. De
armoede en woonomstandigheden
van de arbeiders waren schrijnend.
Er kwam een grotere politieke be
wustwording tot stand. Door al deze
veranderingen verloren gegroeide
waarden en normen hun vanzelfspre
kendheid. Het bestaande zg. "stan
dencultuur" werd bestreden, mede
door de komst van vakbonden. De
scherpe tegenstellingen tussen wel
stand en armoede tekende zich ook
af in het kerkelijk leven. In de toen
malige hervormde kerk (Volkskerk)
was geloofsvervlakking ontstaan. In
het hele land waren verontruste gelo
vigen. Er kwam een reveil, een gods
dienstige opleving op gang die overal
mensen in beweging bracht. In de
kerk was een grote verwarring ont
staan met als gevolg afsplitsingen. De
grootste afsplitsing de gereformeerde
kerk en kleinere evangelische groepe
ringen zg. Doleantie.
De oprichting
Ook in Den Helder heerste armoede
en de behuizing was slecht te noemen.
Arbeiders hadden weinig rechten.
Ook hier waren in de hervormde
kerk verontruste leden. Zij konden de
vrijzinnigheid ervan niet waarderen.
Er ontstonden groepjes mensen die
in huiselijke kring samenkomsten
hielden. Sommigen scheidden zich af
maar anderen bleven hun kerk trouw.
Zij wilden de kerk weer terugbren
gen naar de ware kerk. Eén daarvan
was "De vereniging tot verbreiding
der waarheid". Zij stichtten de latere
Palmstraatkerk. Deze vereniging
was voortgekomen uit de Amster
damse vereniging tot verbreiding der
waarheid. Mede door deze Helderse
vereniging is de CJV (Christelijke
Jongelings Vereniging ontstaan. Het
ontstaan ervan geschiedde als volgt.
Dhr. Visser, lid van de Helderse ver
eniging, was schipper en voer met
een beurtschip, de Anna Cornelia op
Amsterdam. Dhr. Visser bracht dhr.
Lambertus Hartog, werkzaam op de
Rijkswerf in contact met dhr. Velt-
Het CJMV-gebouw in oorspronkelijke staat.
huijzen, zeemilicien uit Amsterdam.
Bij hen leefde de behoefte om een
vereniging op christelijke grondslag
voor de jeugd van Den Helder op te
richten.
Op 26 juni 1859 kwamen zij voor
het eerst bij elkaar met 6 leden. Het
bestuur werd als volgt samengesteld:
Veldhuijzen president (vrij evange
lisch), L. Hartog vice-president (ned.
hervormd) G. de Graaf secretaris
(hersteld Luthers), M. Kamp penning
meester (hersteld Luthers).
De vereniging was bewust aan geen
enkele kerk verbonden. In de grond
slag was vastgelegd dat gelovigen uit
alle richtingen lid konden worden.
Het was louter oecumene waarbij
Enkele leden voor het gebouw na 1945.
Van links naar rechts achter: K. Jellema,
P. Snijder en J. Koopman. Vooraan: Van
Houten, N. Kok en M. Wisse.
264
LA I