centrumvoorzieningen moesten ko
men nu het er op leek dat Drooghe
Weert Noord geen doorgang zou
vinden. Voor deze discussie werden
samen met stedenbouwkundige ad
viseur Vink een aantal modellen ont
wikkeld waaruit college en raad een
keuze konden maken. Moest de ont
wikkeling naar het oosten of naar het
noorden plaats vinden als zuid was
volgebouwd? Het werd uiteindelijk
van alles een beetje met twee winkel
centra nl. Drooghe Bol en Loopuyt-
park, terwijl er ook nog een stuk van
De Riepel bleef bestaan. Zo bleef de
ontwikkeling van Noord achterwege
evenals een deel van de hoofdontslui
ting van de wijk.
Geread van den Bosch was er niet blij
mee; hij ergerde zich vooral aan het
gebrek aan medewerking van de pro
vincie en aan het verhaspelen van de
plannen. Ik zelf was geen voorstander
van Drooghe Weert Oost, maar kon
me wel vinden in het aangenomen
plan waar het een meer concentrische
ontwikkeling rond het dorp betrof,
maar het winkelcentrum had beter
meer geconcentreerd kunnen worden
bij het dorp.
De stadsvernieuwing
Hoewel het projectteam de coördina
tie had van de activiteiten in de bin
nenstad, was de bijdrage van de dienst
Openbare Werken belangrijk en om
gekeerd was de stadsvernieuwing een
belangrijke bron van werk voor de
dienst in de volle breedte.
Van de tijd dat er veel gemeente
woningen werden gebouwd en de
tijd dat de wijk De Schooten werd
gerealiseerd was er een relatief grote
bouwkundige afdeling met ontwer
pers en opzichters. De ontwerpers
werden in 1975 ingezet bij het plan-
Sluisdijk, een onconventioneel plan
van vier architecten o.a. Piet Blom,
dat nu als typisch 70-er jarenarchitec-
tuur wordt aangemerkt en dat men
ook wel aanduidt als Muizenstad. Het
punt was dat men zich terecht afzette
tegen de monotone woonprojecten,
die er tot dan toe waren gerealiseerd.
Het binnenstedelijk karakter kwam
tot uitdrukking in een hoge dichtheid,
smalle straatjes voor hoofdzakelijk
voetgangers, dus een beschut en knus
woongebied. Een soortgelijk plan
Het Koggeschip was al gerealiseerd
in Nieuw Den Helder. Het gevolg van
deze meer fantasierijke aanpak was
wel dat er in de bouwkundige detail
lering veel problemen ontstonden. De
bouwkundige uitwerking gebeurde op
een vakkundige wijze onder leiding
van J. Weener tot tevredenheid van
Woningstichting en de uitvoerende
aannemer.
Van de opzichters werden Auk van
der Heide (Visbuurt) en Jo Zeinstra
(Centrum en Oostslootstraat) ingezet
als projectleiders stadsvernieuwing.
Het was hun taak om bewoners/
eigenaren te assisteren bij de reno
vatie van hun woningen, zowel qua
ontwerp als bij de aanbesteding en
het toezicht op de uitvoering. Ook
bemiddelden zij bij de subsidieaan
vraag en de bouwvergunning. Dat
was geen sinecure, het vergde veel
tact en overleg en vooral ook veel
energie en tijd. Het welstandstoezicht
was vereenvoudigd; dit werd verzorgd
door de twee ambtenaren Van Straten
en Wiltenburg.
Een probleem dat zich bij de realise
ring van woningen voordeed, werd
door Ben Westerdijk bij mij aange
kaart. Er gold een algemene eis dat
alle begane grond vloeren in Den
Helder op een hoogte van 1,20 m
N.A.P. moesten worden aangelegd,
maar de straatniveaus in de oude bin
nenstad waren soms 0,50 a 0,60 m
N.A.P. Om te voorkomen dat overal
enorme stoepen voor de huizen
moesten worden gebouwd hebben we
deze eis voor de binnenstad aange
past. Iedereen werd echter wel gewe
zen op de risico's van wateroverlast.
We oefenden wel enige druk uit om
de vloeren iets hoger aan te leggen.
Het plan voor de Visbuurt voorzag in
parkeerplaatsen op achterterreinen,
terwijl de straten dan in hoofdzaak
konden worden omgevormd tot
voetgangersgebieden. Daartoe was de
verwerving nodig van veel pandjes en
schuurtjes en bouwde de gemeente
zelfs enkele schuttingen, zodat het
aanzicht van het geheel een beetje
dragelijk was.
Voor elke gerenoveerde en nieuwge
bouwde woning kreeg de gemeente
een extra subsidie voor de woon
omgeving. Daarmee konden de be
stratingen worden opgeknapt. Een
aantal daarvan werd in een kustzinnig
patroon aangelegd. Zo was ook de
waterbouwkundige afdeling volop
betrokken bij het stadsvernieuwings-
gebeuren.
Ir. J.A. Vonk,
directeur van Openbare Werken
1975-1991 en van Stadsontwikkeling
en Stadsbeheer 1992-1996 te Den
Helder
204