lid waren van een kerkgenootschap,
om aan deze parade deel te nemen.
De burgerij miste vooral de muziek.
want radio's waren er toen nog niet.
Inmenging
Het Kamerlid mr. H.P. Marchant (van
de links-liberale partij VDB) stelde in
1931 de bemoeienis van minister dr.
mr. L.N. Deckers (Defensie) met het
optreden van ds. Smidts in schriftelij
ke vragen aan de orde. "Waaraan ont
leent de Minister het recht, om door
middel een aan hem ondergeschikte
militairen predikant zich te mengen
in aangelegenheden van een kerkge
nootschap en een zijner bedienaren,
waarmede hij ambtelijk niets heeft te
maken?", zo vroeg Marchant zich af.
"En waaraan ontleent de Minister het
recht om aan adelborsten te doen ver
bieden de catechisatie te volgen van
een predikant van het kerkgenoot
schap, waartoe zij behoren?"
Uit het antwoord bleek dat de minis
ter de maatregelen van commandant
Heeris steunde. Hoewel hij erop
vertrouwde dat ds. Smidts op de ca
techisatie niet zou spreken over zijn
standpunt ten opzichte van het leger
en de marine, achtte hij het "gevaar
niet denkbeeldig, dat in het gemoed
der jeugdige militairen conflicten
kunnen ontstaan -welke op hun beurt
moeilijkheden én van paedagogi-
schen én van krijgstuchtelijke aard
kunnen teweegbrengen- wanneer die
militairen uit de pers of op andere
wijze vernemen hoe hun geestelijke
voorganger staat tegenover de orga
nisatie, waarvan zij deel uitmaken."
De bedoeling van het onderhoud met
de kerkenraad over deze aangelegen
heid was "allerminst een zich mengen
van den minister in een aangelegen
heid van een kerkgenootschap en
één zijner bedienaren, doch slechts te
trachten middelen te vinden om het
bovenbedoelde gevaar te ontgaan of
het weg te nemen."
Ambt opgegeven
Anne de Koe gaf in 1901 zijn ambt
op. Hij was toen zeven jaar predikant,
waarvan vier jaar in het Zuidhol
landse Nieuwveen. Met zijn vrouw,
domineesdochter Alegonda van Eldik
Thieme, sloot hij zich aan bij de Kolo
nie der Internationale Broederschap
in Blaricum. Hij kwam nog wel eens
terug in Den Helder, maar dan om
propaganda te maken voor de Ge-
heelonthoudersbond.
In 1902 stapte De Koe over van de
christelijk anarchistische kolonie Blari
cum naar de kolonie 'Walden van Fre-
derik van Eeden in Bussum. Na ver
loop van tijd ontstonden er conflicten
met van Eeden over zijn leiderschap,
zijn veelvuldige reisjes naar het buiten
land en zijn relaties met vrouwen. De
Koe vertrok en ging rechten studeren.
In 1908, hij was inmiddels vader van
drie dochters, werd hij benoemd tot
directeur van 'Ons Huis' in Rotterdam.
Dat is hij tot 1930 gebleven. Hij keerde
terug naar het land waar hij vandaan
kwam: Friesland. In februari 1941
werd hij ernstig ziek. Een nierbekken-
ontsteking werd hem fataal.
Pieter Jans Smidts uit Hippolytushoef
diende vanaf 1923 de gemeente Witmar-
sum-Pingjum. In 1927 kwam hij naar
Den Helder. Tot zijn werkgebied be
hoorde ook de Doopsgezinde gemeente
Den Hoorn op Texel. In 1928 trouwde
hij met Margreth Ragetli uit Zaandam.
Hun huwelijk bleef kinderloos. Na de
hevige bombardementen van 24 op 25
juni 1940 vestigden zij zich tijdelijk in
Nieuwe Niedorp. In 1941 aanvaardde
Smidts het beroep naar de Doopsge
zinde gemeente in Hengelo (O). Van
1947 tot 1962 was hij verbonden aan de
Doopsgezinde gemeente in Wormerveer.
Na zijn emeritaat had hij nog 15 jaar De
Rijp, Noordeinde van Graft en Graftdijk
onder zijn hoede. Hij stierf inl989, op
92-jarige leeftijd. In zijn overlijdensbe
richt werd hij omschreven als een 'grens-
ganger'.
Wout Smit
Bronnen:
'n Preek en wat er van kwam, A. de Koe,
uitg. Van Gelder, Amsterdam (1899).
Afscheid van de Kerk, A. de Koe, uitg.
Vrede, Den Haag (1901).
Reproductie uit 1900 door G.H. van
Heusden in de 30e bundel van het
Historisch Genootschap 'Oud West-
Friesland') 1963).
Notulen kerkenraadsvergadering Doops
gezinde gemeente Den Helder van
4 en 26 oktober 1931, en 26 januari
1932.
Handelingen van de Tweede Kamer 1931 -
1932
Doopsgezind Jaarboekje 1990.
Artikelen uit 't Vliegend Blaadje, Helder-
sche Courant, Het Vaderland en Leeu
warder Courant.
Stafmuziek der Marine op de Prins Hendriklaan.
198