in de ochtend hebben zich enkele
duizenden opgesteld langs haven en
dijk om niets te missen van het zeld
zame schouwspel, een zeilschip dat
zee kiestOp de bark is het hurry-up,
daar daveren de bevelen van de op-
perbootsman met zijn megafoon over
het schip en de officieren voegen er de
hunne aan toe. De loopplank wordt
binnengehaald en dan komt de ver
rassing. Wat niemand had verwacht
gebeurt nu de wind in de goede hoek
zit. De jongens vliegen het want in en
om enkele minuten over zeven komt
de Gorch Fock los van de steiger. Op
de rede ontplooien zich de zeilen en
via het Schulpengat koerst de bark
naar Kiel, het einde van deze reis.
In een editorial' van de Heldersche
Courant op 4 september 1937 lezen
we een interessante bespiegeling van
dit bezoek.
"Naast het Oranjefeest is er slechts een
gebeurlijkheid die dit in belangrijkheid
deze week evenaardt; het verblijf van
de "Gorch Fock".
Welk een vreugde is daar gegaan door
de rijen van onze jonge dochters, hoe
popelden de zielen van de garde der
oude-vrijsters, die verwoede pogingen
in het werk gesteld hebben de harten
van de jongens uit 't Derde Rijk te
ontdooien en daarin op voortref
felijke wijze zijn geslaagd. Het is een
ontvangst geworden die weer eens ge
demonstreerd heeft hoe goedhartig de
Jutter in wezen eigenlijk wel is: want
nietwaar, voor enkele jaren hebben ook
wij moord en brand geschreeuwd over
de wel zéér afdoende wijze waarop
onze Oosterburen met hun politieke
tegenstanders afrekenden. We hebben
onze gal toen maandenlang uitge
spuwd en het was BITTERE gal. Maar
hoe blijkt weer, dat de goede tijd alle
wonden heelt en dat alles tenslotte ver
geten wordt: want de Heldersche jon
gens hebben deze Duitsche knapen tot
gids gediend en er geen Groschen voor
gevraagd. Onze middenstand heeft hen
voor geen rooie cent beschwindeld en
onze meisjes hebben zich gestoken in
hun Zondagsche bullen en Gorch Fock-
petten op de haren gezet.
Het was een verbluffende ontboeze
ming. Waar is de verklaring te zoeken
Dat we noch altijd in onze harten een
zeevarende stad gebleven zijn en daar
van op handige wijze profijten wisten
te trekken? Of.... Zijn we alles verge
ten omdat het al weer een paar jaar
geleden is. Wij weten het niet".
De V.V.V. spreekt in haar jaarverslag
over 1938, naar aanleiding van het be
zoek van de Gorch Fock aldus: "Er was
verbroedering enverzustering op
groote schaal
Het Duitse bezoek heeft ook nog
verder strekkende gevolgen voor de
gemeentepolitie. Zo blijkt bij de be
grotingsbehandeling eind december
1937dat het bezoek van de Gorch Fock
aanleiding was om de agenten op te
dragen dat voor hogere militairen
moest worden gesalueerd. Het raadslid
Steenlage betitelde dit als de Vermi
litarisering' van het politiekorps. De
burgemeester achtte dit als hoofd van
de politie geheel zijn zaak en meende
dat hij de raad daarover geen verant
woording hoefde af te leggen. Toch
was hij zo welwillend om toe te lichten
dat het zijn ontstaan vond in een be
leefd gebaar tegenover de buitenlandse
gasten - de officieren van de Gorch
Fock - die dit nu eenmaal gewend wa
ren en het gebruik is daarna gebleven.
Verschillende raadsleden zouden het
graag anders zien, maar burgemeester
Ritmeester zegde niets toe.
Tweede bezoek van de Gorch Fock aan Den Helder 3 t/m 7 december 1938
Op zaterdag 3 december 1938, veer
tien maanden na het eerste bezoek
van de Gorch Fock doet het zeilschip
opnieuw Nieuwediep aan, ditmaal
voor een niet officieel bezoek. Ei
genlijk zou de bark op vrijdag rond
het middaguur binnenlopen. Pas de
volgende dag, zaterdag 3 december
om half tie ligt het schip op de rede
van Texel om daarna de haven van
Nieuwediep binnen te varen en tegen
elf uur af te meren aan de steiger voor
het Paleis. Aan boord zijn 272 op
varenden, waaronder 9 officieren en
199 aankomende onderofficieren. De
commandant is Fregattenkapitan Otto
Kahler3.
Op zaterdagavond rond half twaalf
heeft op de Kanaalweg, ter hoogte van
de firma Govers, een knokpartij plaats
tussen een aantal Duitse matrozen
van de Gorch Fock en wat opgescho
ten jongens. De matrozen hebben
schijnbaar iets te diep in het glas ge
keken en ze worden uitgescholden en
nagejouwd door de Helderse jeugd.
Het draait uit op een vechtpartij
waarbij een der matrozen een bloed
neus oploopt.
In de ochtend van donderdag 7 de
cember legt Fregattenkapitan Otto
Kahler namens de Kriegsmarine een
krans op het monument 'Voor hen
die vielen' op het Havenplein. Bij de
plechtigheid zijn een vijftigtal beman
ningsleden van de Gorch Fock aanwe
zig, voorts de oudstejaars adelborsten
en ongeveer 50 matrozen van de
Koninklijke Marine. De kranslegging
wordt tevens bijgewoond door de
commandant der marine te Willems
oord, schout-bij-nacht H. Jolles en
diens adjudant, de garnizoenscom
mandant majoor W.H. Doorman en
diens adjudant, de chef der marinestaf
te Willemsoord kolonel G.J. van den
Berg en burgemeester Ritmeester.
Om twee uur die middag verlaat de
Gorch Fock de haven met volle zeilen
en onder grote belangstelling aan de
haven en op de dijk, want het blijft
een spectaculair schouwspel. Schout-
bij-nacht Jolles met zijn adjudant en
kolonel Van den Berg maken de tocht
op de rede mee, waar zij overstappen
op de motorsloep van De Mok om
daarmee terug te keren naar Nieu
wediep.
184