A\A_ drukten, draperen en is als oratorisch hulpmiddel met de pij van een pater dominicaan, capucijn of andere boet prediker te vergelijken.' Kamerleden waren van hun militaire verplichtingen ontheven. Eenmaal tot kamerlid gekozen, schroomt Bomans niet om het uniform, dat hem zo be nauwde, in te zetten voor de doelen die hij nastreeft. Bij debatten over de marine in de Kamer paradeert hij in zijn legeruniform van eerste luitenant bij de Landweer in plaats van zijn pak met karakteristieke witte das. In december 1916 vertrekt Bomans uit de pastorie en gaat naar Den Haag. Bij zijn maidenspeech in de Kamer schenkt hij ruime aandacht aan de oprichting van de Rooms-Katholieke Vereeniging van Marinepersoneel. Door de strijdlust die hij aan de dag legt, wordt hij al snel de 'katholieke Troelstra' genoemd, de tegenhanger van de 'rooie' Troelstra. Bomans ziet in de godsdienstloosheid op de Vloot', vooral merkbaar in de Bond van Minder Marine Personeel en haar blad 'Het Anker', de bron van verwildering en tuchteloosheid. Hij geeft voorbeelden hoe 'de dienst en de autoriteiten een actief geloofsleven ten sterkste verhinderen'. Op de vloot worden, in tegenstelling tot bij de landmacht, de katholieke feestdagen niet erkend. En de subsidie die het katholieke Militair Tehuis in Den Helder ontvangt, is veel lager dan de subsidie voor de andere tehuizen in de Marinestad. Het duurt nog enkele jaren voordat de instelling van de functie van vlootaal- moezenier op kosten van de overheid een feit wordt. Maar uit alles blijkt dat Bomans zich hiervoor krachtig inzet. Zo schrijft Alink op 26 maart 1918 in zijn dagboek: 'Mr. Bomans spreekt voor onze kiesvereeniging. Charles v.d. Bilt is nr. 2 op de kandidatenlijst Haarlem-Den Helder en Bomans nr. 1. Mijn twee vrienden zijn beiden opgeklauterd naar het Kamerlidmaat schap. Zoo zijn ze de kruiwagens ge worden voor 't aalmoezenierschap, en eigenlijk óók voor mij persoonlijk.' Op 18 juni 1918 stuurt Bomans zijn gelukwensen aan 'den Hoogeerwaar de Hoogedelgestrenge Heer Alink, vlootprelaat en kardinaal der zee te Nederland'. Hij schrijft: 'Feestvie rende Victor. Proficiat, duizendmaal proficiat! Ad muitos annos! Gij weet dat ik ongeveer een week geleden Mgr. Callier (de bisschop van Haar lem) schreef om uwe benoeming (tot vlootpastoor) te publiceren? Eerlijk schreef ik hem dat ik gaarne de pu blicatie vóór de verkiezingen zag. Wat geschied is. Maar nu moet 't ook effect hebben. Moge God uw taak als vlootpastoor zegenen. Leven onze Jantjes! Je Bomans.' In een bedankbrief reageert Alink als volgt: 'Ik breng U tevens den dank der R.K. Marine-mannen, die er over in de wolken zijn zóó hoog, dat ze binnenkort wel met een actie moeten beginnen voor een luchtaalmoeze- nier, doch hiervoor zullen ze moeten uitzien naar een 'extra-priester-hoog- vlieger'. En voorts: 'Zoo juist zijn er eenige marine-mannen bij me geweest, die me zeiden dat ze U geschreven had den over de rangkwestie. Hier hink ik persoonlijk op twee gedachten. Ik dacht dat ze me zelf liever zonder uniform zouden zien. Dat blijk thans echter onjuist. Zelf zou ik er eigenlijk niet gaarne den geheelen dag mee loopen, maar wat mijn optreden aan boord betreft, geloof ik, dat een rang mij heel wat moeilijkheden zou be sparen.' Op 27 mei 1921 meldt de Nieuwe Heldersche Courant dat bij Konink lijk Besluit de betrekking van vloot- predikant en vlootaalmoezenier is in gesteld. Hun rang is vergelijkbaar met die van majoor van de Landmacht. Hun dienstkleding is nagenoeg gelijk aan het uniform van een kapitein-lui- Het kamerlid mr. J.B. Bomans, hier met zijn karakteristieke witte das, paradeert soms in zijn legeruniform door de Tweede Kamer om meer indruk te maken uit: Katholieke Iïluistratie). tenant ter zee. Het distinctief bestaat uit een lauwertak met kruis. De volgende dag vermeldt Alink in zijn dagboek: 'Met matrozen mee naar het Congres der R.K. Vak beweging in Utrecht. Voor 't eerst mijn uniform aan, en natuurlijk veel bekijks hier aan 't station. Erg vervelend! Mijn kleine nichtje Edi, in Amsterdam, kijkt gek op en zegt: 'Heeroom van de Post. Krantjes in de bus doen.' Kinderen zeggen de waar heid, dus ik schijn er toch niet aristo cratisch uit te zien.' Op 30 mei: 'Terug naar Den Helder. Gauw mijn clericale jas weer aan, en hoed weer op. Dat bevalt me toch beter. Ik heb hier in Helder te veel bekijks naar mijn zin.' Bij het 10-jarig bestaan van 'St. Christophorus' zwaait Alink lof toe aan Bomans: 'We durven gerust te - ML- J -5-2 ...IIIj=IUU [JK1L Ji_l 'Katholieke Troelstra' Veel bekijks Garnizoenskerk 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 79