Dan komt vlak voor het vertrek buur
vrouw Geervliet zelf voorbij en als zij
mij daar zo verdrietig ziet staan, zegt ze
in het voorbijgaan: "Stap ook maar in
joh, dat geld dat komt wel in orde". En
dat hoeft ze natuurlijk geen twee keer te
zeggen. Ik ren dolblij naar huis om nog
even een andere broek en blouse aan te
trekken en mijn moeder stopt mij nog
gauw twee kwartjes in mijn handen,
meer kon er toen werkelijk niet van af.
De dag, zo triest voor mij begonnen,
ziet er plotseling heel anders uit. Nu kan
ik toch mee met het reisje van Geervliet
en dat was toen werkelijk een belevenis
voor ons kinderen.
Nu herinner ik me nog heel goed de
naam van de autobusonderneming,
meestal waren het er twee, n.l. Naas
tepad uit Anna Paulowna en Moor
man uit Den Helder, die waren waar
schijnlijk het goedkoopst. Nog kan ik
mij het gezicht van de chauffeur van
onze bus heel goed herinneren, een
bijzonder sympathieke man. Maar
dat was nu buurvrouw Geervliet ten
voeten uit, een grote, forse vrouw, met
een hart van goud, wetende dat ik zo
dolgraag mee had gewild, maar dat
mijn moeder het benodigde geld voor
het reisje gewoon niet kon missen en
je dan toch gratis mee laten gaan. Het
woord sociaal werker bestond in die
tijd nog niet, maar dit nu was sociaal
werk in de echte zin van het woord.
Ze fluisterde later nog wel in mijn
oor: Niets hiervan aan de anderen
vertellen hoor, dat gaat niemand wat
aan". En dat deed ik dan natuurlijk
ook niet. Buurvrouw Geervliet is er al
lang niet meer, maar ik ben haar nog
altijd dankbaar voor de fijne dag, die
zij mij toen heeft bezorgd. Ik herinner
me nog heel goed dat het een onver
getelijke dag voor mij werd.
Buurvrouw Geervliet, u kunt mij
niet meer horen, u kunt dit niet meer
lezen, maar misschien uw dochters
of anders kleinkinderen nog wel. Zij
wisten wel dat u zo was en daarom
nogmaals, heel hartelijk bedankt.
Lou de Boer
"Opoe Geervliet" met zoon Anne voor een reiswagen van Van Koningsbruggen vol
met kinderen in 1937.
Opoe Geervliet
Opoe Geervliet kwam met haar man
Dirk omstreeks 1902 te wonen in
het pand Jan in 't Veltstraat 81op de
hoek van de Leliestraat (later de Stak-
man Bossestraat). Dirk Geervliet was
een hardwerkende kerel, 's Morgens
bracht hij eerst de geiten naar het
land en daarna ging hij naar 's lands
Rijkswerf Willemsoord. Daarnaast
had Dirk een groentetuin op de plaats
van het huidige bedrijfsverzamelge
bouw aan de Ruyghweg.
Omdat de tuin zoveel opbracht,
schakelde Opoe Geervliet over van
de verkoop van manufacturen op de
verkoop van groenten en klompen.
De groentewinkel heeft zij later over
gedaan aan haar zoon Dirk, maar in
de voorkamer van het naastgelegen
pand Jan in 't Veltstraat 83, verkocht
Opoe Geervliet klompen tot haar
dood in februari 1962.
Opoe Geervliet was zeer sociaal be
wogen met de mensen in de Visbuurt.
Toen in het voorjaar van 1921 de
leerlingen van de Hoofdgrachtschool
(voornamelijk kinderen van de betere
stand) een dagje uit gingen, vroeg zij
meester Bruin van de lagere school
aan de Vismarkt waarom de kinde
ren uit de "Pilo" niet een dagje uit
konden. Bruin antwoordde: "Vraagt
u de moeders die bij u in de winkel
komen, dan zullen we zien".
Binnen korte tijd waren er ongeveer
veertig kinderen opgegeven voor vijf
cent in de week. Nadat Opoe Geer
vliet meester Bruin hiervan in ken
nis had gesteld, maakte deze zich er
echter vanaf met de woorden: "Goed
georganiseerd, houwen zo". Dit was
het begin van de bekende en goed
geregelde busreisjes, eerst met één
bus van stalhouderij Thijssen tot zes a
zeven bussen later. De oorlog in 1940
maakte een einde aan de reisjes,
(uit: P.H. Ottervanger, 125 jaar Vis
buurt. 1860-1985 (p.73).
74