Een van de twee vuilschepen van de gemeentereiniging met de klep omhoog, het schip loste haar vracht in de wateren buiten het Schulpengat. met netten bedekt, dat lag te geuren. Het werd bijna iedere dag zeewaarts gebracht om in de verre wateren bui ten het Schulpengat in zee gestort te worden. De meeuwen vlogen in sier lijke glijvluchten met het schip mee. Duizenden meeuwen konden er ken nelijk van leven toen het vuil in zee lag om opgenomen te worden door de hoge deining. De krijsende meeuwen pikten het eetbare voedsel eruit en gingen er vandoor". Ondanks dat de gemeenteraad ak koord was gegaan met de bouw van het storthuis bleef hij bevreesd voor stankoverlast en ongedierte in de buurt. Een ander bezwaar was de ach teruitgang in waarde van de bouw grond van de omliggende percelen. Maar de voorstanders van het stort huis wezen er op dat de buurt ook accepteerde dat er in de omgeving visrokerijen in werking waren en dat zich ter hoogte van het storthuis de ansjoviskopperij van Kolster bevond, en aan de overkant van het water de beenderenpakhuizen van De Jong, die allen een zeer onaangename geur ver spreidden. De tegenstanders kregen gelijk, want tijdens de zomermaanden was de stank in de nabijheid van het storthuis niet te verdragen. Zo'n ge bied met stankverspreidende bedrij ven zou men nu een industriegebied noemen, en dat in een woonwijk. Er was dan ook geregeld een rattenplaag. De Helderse Courant schreef op 4 november 1939: "De bomen langs de Bassingracht, achter de Binnenhaven, zijn bijna kaal. Goudgeel en bruin ligt een zacht tapijt van afgevallen bladeren op de aarde. De gure novemberwind snijdt hoeken en randen in het wa ter, waarop wat vuil drijft. Uit enkele schoorsteentjes van woonarken krin gelt wat blauwige rook. Kinderen spe len op de kant: met klompjes aan en natte neuzen. Een hond speelt mee, een verwaarloosde keffer, waarvan de botten te zien zijn. Bij de bomen ligt afval. Aardappelschillen, koolbladen, een oud stuk bruinbrood. Noch de fo tograaf, noch schrijver dezes, had bij het bewandelen van deze grachtzijde ook maar één rat gezien. We kwamen een man tegen, die bij een huis op die gracht hoorde. En we vroegen hem of hij veel last had van de ratten. Dat bleek niet het geval te zijn. Vroeger waren er veel meer. Maar nu... nee, nu ging het best. En die er waren, wel die kwamen van het Storthuis. Daar vraten ze de hele dag „hunne bast" vol, daar konden ze van alles krijgen. Meer wist er een juffrouw van te vertellen, die in een der eerste woonschuitjes leefde. Het was warm en knus in de roef. Hetgeen geen wonder is als men weet dat er een oud potkacheltje stond te branden, plus een petroleumlamp en een zevental kinderen op, naast en bij elkander zaten. De juffrouw had de ratten wel gezien. Vooral als er afval op den kant lag. Zij zelf gooide nooit wat weg en dus had ze geen last van ratten. Trou wens, ze begreep niet dat er mensen waren, die aanstoot namen aan een paar van die onschuldige ratjes. Er was toch al geen aardigheid meer aan het leven en als je een paar van die speelse beesten zag, nou, dan kon je tenminste weer 's lachen. Nee, in Am sterdam, daar had je ratten. Van die knapen! Maar hier ging het best. Aan boord kwamen ze nooit", aldus de Helderse Courant. Maar natuurlijk had men last van ratten, het voer van de paarden van de gemeentereiniging hing zelfs in bakken aan touwen, los van de grond. En dan de altijd aanwezige stank van huisvuil voor de omwonenden in de woonwijk en de aanhoudende klach ten van aanspoelend huisvuil op de kust. Dat waren de redenen dat vanaf 1957 het vuil niet meer via het stort huis in zee gestort werd. Want vanaf dat jaar werd het afval gestort op een nieuw aangelegde vuilnisbelt in de duinen achter de Zanddijk, tussen de Donkere Duinen en de Middenvliet, waar het vuil met vuilniswagens heen werd gereden. Jan Bijl schipper van de reddings boot Een groot redder is heengegaan, Jan Bijl is gisteren op 79 jarige-leeftijd te Den Helder ontslapen, schreef de Helderse Courant in de editie van 4 februari 1937. "Wij zijn naar het huisje geweest waar Jan Bijl sinds 13 jaren bij zijn dochter en schoonzoon inwoont. Het huisje in de Visstraat, waar overdag en 's avonds de visserlui 64

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 66