blijkbaar nooit gewoon geweest. Op Urk zaten vroeger toch ook mannen en vrouwen gescheiden van elkaar in de kerk? Veel riante behuizingen zijn er in de Visbuurt nog steeds niet te vinden. De kroon spant, naar men zegt, wel het huis van de kleinzoon van 'tante Coba, inmiddels ook al weer 50 jaar getrouwd, in de Bakker Breetstraat. Het oorspronkelijke huisje van 'tante Coba' op het Marinierspleintje heeft zich als het ware omgedraaid. De ach terkant werd voorkant aan een nieuw aangelegde straat. En kijk eens, wat er van geworden is. Wie zou hier niet willen wonen? Ook over de bevolking van de Vis buurt zou natuurlijk veel te vertellen zijn. Maar oppervlakkige indrukken en vage herinneringen doen niet al tijd iedereen recht. In dit opzicht wil ik me dan ook beperken. Vermeld zou mogen worden, hoe op een on verwacht moment 'opoe Krijnen' op haar zondags met een grote zwarte hoed op door de Visstraat snelde met een baby op haar arm. Haar kleinkind was net geboren en moest met de grootste spoed gedoopt worden in de Onze Lieve Vrouwe Kerk in de Jan in 't Veltstraat. Een heel andere verschijning was 'ootje Kouwenberg, van oorsprong een Hongaarse. Op zoek naar haar man, die ergens in een kroeg moest zitten, kwam zij langs, waarbij zij in een onverstaanbaar taaltje haar ge moed enige lucht gaf. Ongenoemd wil ik ze laten, maar ze waren er wel, vrouwen, die tijdens de Duitse bezetting een scheve schaats reden en daarop aangekeken, zo niet aangesproken, werden. Het was al met al een gemengde be volking daar in dat buurtje en men had er zo zijn eigen mores. Het was een buurt met karakter. Veel daarvan is niet meer aanwezig. Als ik er nog wel eens loop, vraag ik me af: is dit er nu van over? Ja, Visbuurt, je bent dan ook al 200 jaar oud, maar toch nog niet helemaal dood en begraven. Er wonen nog altijd mensen, die op hun manier de buurt in leven houden. Laat het zo mogen blijven. Joop Bel, Velserbroek.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 56